100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Economie H1 t/m H4 Lesbrief Marktgedrag VWO LWEO $3.23   Add to cart

Summary

Samenvatting Economie H1 t/m H4 Lesbrief Marktgedrag VWO LWEO

 21 views  1 purchase
  • Course
  • Level
  • Book

H1 Overgeleverd aan de markt, H2 De enige aanbieder, H3 Je onderscheiden van de concurrent en H4 De strijd om het marktaandeel. Lesbrief: Marktgedrag

Preview 2 out of 9  pages

  • Yes
  • May 2, 2022
  • 9
  • 2021/2022
  • Summary
  • Secondary school
  • 5
avatar-seller
Merel de Jager VWO 5



ECONOMIE MARKTGEDRAG HOOFDSTUK 1 & 2

HOOFDSTUK 1 OVERGELEVERD AAN DE MARKT

Hoe een prijs van een bepaald product tot stand komt, hangt af van de marktvorm.
Marktvorm: Het aantal aanbieders, het soort product, de doorzichtigheid van de markt en de
toe- en uittredingsmogelijkheden bepalen de marktvorm.
Wanneer er geen verschil wordt gemaakt tussen twee producten van andere aanbieders,
zijn ze homogeen. De consument zal dan alleen op de prijs letten.
Homogeen: Identiek. Homogene goederen: goederen die in de ogen van de consument
volkomen gelijk zijn.
Collectieve vraag: de vraag van alle individuen naar een bepaald goed of een dienst bij
elkaar opgeteld. Geeft de marktvraag weer van alle consumenten samen.
Collectieve aanbod: het aanbod van individuele producenten van een bepaald goed of
dienst bij elkaar opgeteld. Geeft het marktaanbod van alle consumenten samen weer.
Bij sommige prijzen is er een aanbodoverschot en bij andere een vraagoverschot.
Aanbodoverschot: het aanbod is bij een bepaalde prijs groter dan de vraag.
Vraagoverschot: de vraag is bij een bepaalde prijs groter dan het aanbod.
Zolang vraag en aanbod niet aan elkaar gelijk zijn, zal de prijs van een product veranderen.
Bij een vraagoverschot à prijs stijgt
Bij een aanbodoverschot à prijs dalen
De prijs die hieruit tot stand komt is de evenwichtsprijs of marktprijs.
Evenwichtsprijs/marktprijs: de prijs die tot stand komt op een markt als vraag en aanbod aan
elkaar gelijk zijn.
Dit proces noemen we het marktmechanisme of prijsmechanisme.
Marktmechanisme/prijsmechanisme: de prijs en de verhandelde hoeveelheid van een
product komt tot stand door het vrije spel van vraag en aanbod. Er wordt precies evenveel
aangeboden als gevraagd.
Wanneer de marktprijs tot stand komt door het collectieve aanbod en de collectieve vraag
is er sprake van de marktvorm volledige mededinging of volkomen concurrentie.
Volledige mededinging/volkomen concurrentie: marktvorm met een groot aantal vragers en
aanbieders, homogene producten, vrije toe- en uittreding en volledige transparantie. De
individuele vrager of individuele aanbieder heeft GEEN invloed op de prijs.
Volkomen concurrentie
1. veel vragers en veel aanbieders; individuele aanbieders hebben geen invloed op de prijs,
omdat hij maar een klein marktaandeel heeft. Ook kopers hebben geen invloed.
2. homogeen product; wordt alleen op de prijs gelet.
3. transparante markt; doorzichtig. De belangrijkste gegevens over de markt zijn helder en
duidelijk te verkrijgen. De vragers naar en aanbieders van een product zijn op de hoogte van
het totale aanbod (prijs en andere voorwaarden).
4. vrije toe- en uittreding; (vrij toetreden) Er zijn geen belemmeringen om tot een markt toe te
treden, bijvoorbeeld geen vestigingseisen. (vrij uittreden) Er zijn geen belemmeringen om uit
een markt te stappen.
Deze kenmerken komen in de praktijk nooit allemaal tegelijk voor. Dat alle merkloze zwarte
shirts homogeen zijn is geen realistische veronderstelling.

, Merel de Jager VWO 5


Extra aantekening:
Monopolie; 1) 1 aanbieder Oligopolie; 1) paar aanbieders (2 tot ongeveer 8)
Monopolistische concurrentie
1) veel vragers en veel aanbieders (maar iedere aanbieder bedient een eigen deelmarkt)
2) heterogene producten (verschillend)
Afzonderlijke bedrijven op een markt met een klein marktaandeel moet zich aanpassen aan
de marktprijs. Wel kan zo’n bedrijf zelf beslissen hoeveel hij tegen de marktprijs zal aanbieden.
Zo’n bedrijf is een hoeveelheidsaanpasser.
Hoeveelheidsaanpasser: op een markt waar de aanbieder geen invloed kan uitoefenen op
de marktprijs kan hij alleen beslissen hoeveel hij bij deze geldende marktprijs gaat aanbieden.
- MO = GO = P
- P = 20, is een prijsafzetfunctie; een vergelijking die aangeeft hoeveel een aanbieder bij elke
prijs kan verkopen.
- MO = MK à maximale winst
- MO = 0 à maximale omzet
- Break-even à TO = TK v GO = GTK
- MO > MK à winst stijgt
- MO < MK à winst daalt
Break-evenpunt: het punt waar de lijn van de totale opbrengst de lijn van de totale kosten
snijdt.
Break-evenafzet: de afzet waarbij totale opbrengst gelijk is aan de totale kosten: er wordt
geen winst gemaakt.
Break-evenomzet: de omzet waarbij de totale opbrengst gelijk is aan de totale kosten.
Een bedrijf maakt winst op een product à meer bedrijven gaan aanbieden à
aanbodoverschot à prijs daalt à vraag neemt toe à nieuwe marktprijs
Zolang potentiële toetreders kans zien om winst te maken vindt er toetreding plaats, er
ontstaat een druk op de prijs en de winstmarge daalt. Het proces van toetreding en
prijsdaling stopt als de winstmarge nul is en de winst is verdwenen. Dit noemen we het
bedrijfstakevenwicht.
Bedrijfstakevenwicht: een situatie zonder overwinst. De prijs is gelijk aan de gemiddelde totale
kosten. Geen reden meer tot toetreding, maar ook geen uittreding, want ondernemers
ontvangen een vergoeding voor hun inspanning.
- MK = GTK à bedrijfstakevenwicht
Op de import van kleding worden vaak invoerheffingen geheven door de EU. Een
invoerheffing verhoogt de inkoopkosten en daarmee de kostprijs voor een kledingzaak. Als
de verkoopprijs niet verandert, daalt de winstmarge per product. Bij een invoerheffing van €5
verschuift de collectieve vraaglijn ook €5 omhoog.
Kostprijs: productiekosten per stuk, oftewel de gemiddelde totalen kosten (GTK). Dit bedrag
bestaat uit de optelsom van de gemiddelde constante kosten (GCK) en de gemiddelde
variabele kosten (GVK); GTK = GCK + GVK.
Door de invoerheffing (€5) verandert de aanbodfunctie, je kan de nieuwe functie
algebraïsch afleiden:
Qa = P – 10
P = Qa + 10 + 5 (invoerheffing) P = Qa + heffing
Qa = P + 15 à nieuwe functie

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mereldejager2004. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67096 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.23  1x  sold
  • (0)
  Add to cart