Vermogensrecht: Vermogen en recht
- Vermogen: het geheel van op geld waardeerbare rechten en verplichtingen dat iemand heeft
(activa en passiva)
- Recht: twee betekenissen
1. Objectief recht: de regels die binnen een bepaald rechtsgebied op een bepaald tijdstip
gelden.
Goederenrecht: relatie tussen persoon en bepaald goed
Verbintenissenrecht: rechtsverhouding tussen persoon en andere persoon
2. Subjectief recht: een aan iemand toekomende bevoegdheid
Absolute rechten: rechten die in te roepen zijn tegenover iedereen, hier heb je veel
mee te maken binnen het goederenrecht
Relatieve rechten: rechten die de rechthebbende tegenover bepaalde personen in
kan roepen, hier heb je veel mee te maken binnen het verbintenissenrecht
Het vermogensrecht is geregeld in het burgerlijk wetboek, waarin er een gelaagde structuur is: van
algemeen naar bijzonder.
Hoofdstuk 3: Rechtsfeiten
Essentie rechtsfeiten
Rechtsfeiten: Feiten waaraan het objectieve recht (de rechtsregels) consequenties (rechtsgevolgen)
verbindt.
- Blote rechtsfeiten (voorbeeld overlijden persoon)
- Menselijke handelingen
Rechtshandelingen: De menselijke handeling moet gericht zijn op het tot stand
brengen van het rechtsgevolg, titel 3.2 bw en 3:33 bw
Feitelijke handelingen
Meerzijdige/eenzijdige rechtshandelingen
Er kan een onderscheid gemaakt worden tussen meerzijdige en eenzijdige rechtshandelingen
- Meerzijdig: vereist samenwerking van meerdere personen. Beste voorbeeld: overeenkomst
(6:213 bw).
Wederkerige overeenkomst: art 6:261 bw, indien elk van beide partijen een
verbintenis op zich neemt ter verkrijging van de prestatie waartoe de wederpartij
zich daartegenover jegens haar verbindt.
Eenzijdige overeenkomst: er bestaat aan één zijde een of meerdere verbintenissen
- Eenzijdige rechtshandeling: kan door één persoon tot stand worden gebracht
Ongerichte eenzijdige rechtshandeling: tot niemand gericht, dus hoeft ook niet aan
een of meerdere personen tot kennis worden gebracht. Bv opmaken testament
, Gerichte eenzijdige rechtshandeling: wel gericht tot een of meerdere personen, en
moet dus kenbaar worden gemaakt aan die personen om geldig te zijn
Eenzijdige overeenkomst en eenzijdige rechtshandeling niet door elkaar halen!!
Ander onderscheid rechtshandelingen:
- Handelingen om baat: Een rechtshandeling die wordt gedaan met het oog op een daardoor
te verkrijgen voordeel
- Handelingen om niet: Niet gericht op verkrijgen van voordeel
Rechtshandelingen zijn gericht op een rechtsgevolg. Rechtsfeiten kunnen ook rechtsgevolgen
teweegbrengen die niet beoogd zijn.
- Onrechtmatige daad, 6:162 bw. Voor het intreden van het gevolg is het niet vereist dat de
dader het rechtsgevolg heeft beoogd
- Rechtmatige daad
Hoofdstuk 4: Goederen, zaken en vermogensrechten
Begripsbepaling goederen
Goederen: art 3:1 BW alle zaken en alle vermogensrechten.
- Zaken: art 3:2 BW: alle voor menselijke beheersing vatbare stoffelijke objecten
Roerende zaken: alles wat geen onroerende zaak is
Onroerende zaken: art 3:3 lid 1
grensgevallen: criteria Hoge Raad in arrest Portacabin
- Vermogensrechten: art 3:6 BW: overdraagbaar, tezamen met een ander recht, ertoe
strekkende de rechthebbende stoffelijk voordeel te verschaffen of verkregen in ruil voor
stoffelijk voordeel
Beperkte rechten, aandelen, vorderingen en auteursrechten
Hoofdstuk 16: Inleiding verbintenissenrecht
Essentie verbintenissenrecht
Verbintenis = vermogensrechtelijke verhouding tussen twee partijen krachtens welke de schuldeiser
is gerechtigd tot een gedraging die de schuldenaar verplicht is ten opzichte van hem te verrichten.
Belangrijke beginselen:
- Nakoming van toezeggingen en/of afspraken -> anders wordt het maatschappelijke leven
ernstig ontwricht
- Gerechtvaardigd vertrouwen -> mag niet worden beschaamd, al helemaal niet wanneer het
gebaseerd is op wat een ander op een moment zegt of lijkt te willen
, - Mensen dienen bepaalde maten van zorgvuldigheid te betrachten -> gevaar moet
voorkomen worden en er moet rekening gehouden worden met gerechtvaardigde belangen
van anderen (verbonden met onrechtmatige daad)
Belangrijke begrippen:
- Goede trouw: art 3:11 BW, iemand wist of behoorde niet te weten dat een rechtshandeling
niet gedaan is door iemand die hier niet toe bevoegd was. Er moet wel sprake zijn van een
redelijk vergaande onderzoeksplicht
- Redelijkheid en billijkheid: art 6:2 BW, de maatschappelijke gedragsnormen en algemeen
erkende rechtsbeginselen uit art 3:2 BW
- Maatschappelijke zorgvuldigheid: ook gedragsnormen in het maatschappelijke verkeer
Wanneer kun je zeggen dat je juridisch verplicht bent te presteren?
Verplichtingen kunnen onderverdeeld worden in drie categorieën
1. Verplichting van sociale of morele aard
2. Volwaardige juridische of afdwingbare verplichting
3. Natuurlijke verbintenis
Rechtsbetrekking = samenstel van vorderingsrecht en prestatieplicht, ook wel verbintenis. Dit is
echter nog niet een in de praktijk bruikbaar geheel.
Hiervoor heb je de rechtsvordering en de aansprakelijkheid (voorbeeld: art 3:296 lid 1 BW).
Wanneer dit niet werkt heb je de bevoegdheid het recht te executeren en uitwinbaarheid.
Schema van het bovenstaande:
Actieve kant Passieve kant
De basis (kern) Vorderingsrecht Schuld
Veroordelingsmogelijkheid Rechtsvordering Aansprakelijkheid
(voor de rechter)
Executiemogelijkheid (laatste Executierecht Uitwinbaarheid
middel)
Verbintenis volgens de wetgever: als het element van de rechtsplicht wordt bedoeld. Er wordt
onderscheid gemaakt tussen drie soorten rechtsplichten:
1. Rechtsplichten die geen verbintenis zijn (algemene regels)
2. Rechtsplichten die een rechtens afdwingbare verbintenis zijn (overeenkomst)
3. Rechtsplichten die een rechtens niet-afdwingbare verbintenis zijn (natuurlijke verbintenis)
Natuurlijke verbintenis
Natuurlijke verbintenis = rechtens niet afdwingbare verbintenis (art 6:3 lid 1 BW). Aan de actieve
zijde een vorderingsrecht zonder rechtsvordering dus geen verhaalsrecht. Aan de passieve zijde een
schuld zonder aansprakelijkheid dus geen uitwinbaarheid. Wel een natuurlijke schuldeiser en een
natuurlijke schuldenaar.
Artikel 6:3 lid 2 BW: Een natuurlijke verbintenis wanneer:
- De wet of een rechtshandeling aan een verbintenis de afdwingbaarheid onthoudt
- Iemand jegens een ander een dringende morele verplichting heeft van zodanige aard dat
naleving ervan, ofschoon rechtens niet afdwingbaar, maar maatschappelijke opvattingen als
voldoening van een aan die ander toekomende prestatie moet worden aangemerkt.
Voorbeeld: verbintenis waarvan de rechtsvordering is verjaard (art 3:306-3:310 BW)
, Natuurlijke verbintenissen kunnen ook door rechtshandeling ontstaan. Partijen mogen kiezen om
geen civiele maar alleen een natuurlijke verbintenis te sluiten. gentlemen’s agreement.
Afsluitende opmerkingen:
- Art 6:4 BW: op natuurlijke verbintenissen zijn de wettelijke bepalingen betreffende
verbintenissen van overeenkomstige toepassing, tenzij de wet of haar strekking meebrengt
dat een bepaling geen toepassing mag vinden op een niet-afdwingbare verbintenis
- Arrest Goudse Bouwmeester: wanneer de schuldenaar een natuurlijke verbintenis voldoet,
komt hem achteraf geen beroep toe op onverschuldigde betaling.
- Nakoming van een natuurlijke verbintenis is GEEN schenking of gift
- Art 6:5 BW: schuldeiser en schuldenaar kunnen een natuurlijke verbintenis omzetten in een
civiele verbintenis (wel afdwingbaar) dmv een daartoe gerichte overeenkomst.
Hoofdstuk 17: Bronnen van verbintenis en rechtshandeling
Inleiding
Bronnen van verbintenissen
- Contractuele verbintenissen
- Wettelijke verbintenissen
Een verwachting gerechtvaardigd: wetgever en rechter
Artikel 6:1 BW: verbintenissen kunnen alleen ontstaan indien dit uit de wet voortvloeit. ruime
bepaling, want vrijheid aan de rechter tot aannemen van verbintenissen in geval de wet niet zelf
uitdrukkelijk een verbintenis erkent.
Arrest Quint-Te Pol: in concrete situaties kan toch een verbintenis worden aangenomen als dat in het
stelsel van de wet past en aansluit bij wel in de wet geregelde gevallen, ondanks dat wet en
overeenkomst het niet meebrengen.
Contractuele en wettelijke verbintenissen
Wettelijke verbintenissen: in de wet altijd enig aanknopingspunt om verbintenis aan te kunnen
nemen.
Aanknopingspunt = overeenkomst contractuele verbintenis.
Verbintenis uit overeenkomst
Overeenkomst = verbintenis scheppend rechtsfeit dat rechtvaardigt dat partijen over en weer
verwachtingen hebben en dat deze als vorderingsrechten worden erkend.
Artikel 6:213 lid 1 BW: overeenkomst is een meerzijdige rechtshandeling, waarbij een of
meerdere partijen jegens een of meer andere een verbintenis aangaan.
De rechtshandeling
Belangrijkste kenmerk rechtshandeling: Uitdrukkelijk gericht op totstandkoming van bepaald
rechtsgevolg.
- Wilsuiting één persoon: eenzijdige rechtshandeling
Gericht: kennisname van de rechtshandeling door andere partij
Ongericht: geen kennisname van de rechtshandeling door andere partij
- Wilsuiting meerdere personen: meerzijdige rechtshandeling
Rechtshandeling, wil en verklaring
Rechtsregels voor rechtshandelingen in het algemeen:
- 3:32 lid 1 BW: iedere natuurlijke persoon kan rechtshandelingen verrichten tenzij de wet
anders bepaalt
- 3:33 BW: op rechtsgevolg gerichte wil die zich door een verklaring heeft geopenbaard
(verklaring = ruim begrip, 3:37 BW vormvrij)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller renskehoff1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.63. You're not tied to anything after your purchase.