Dit is een samenvatting van een aantal hoofdstukken uit het boek: Human Factors in Simple and Complex Systems, ISBN: 9561, behorend bij het vak Toegepaste cognitieve psychologie dat wordt gegeven op de Universiteit Utrecht.
Ergonomie / human factors / human machine interaction: streeft naar een optimale efficiëntie van
een systeem door een optimale communicatie / interactie te genereren tussen:
1. Menselijke capaciteiten / prestaties (human performance)
De processen binnen de menselijke component in subsystemen.
Bijv. perceptueel, geheugen en concentratievermogen.
Analyse van processen onderliggend aan acquisitie, maintenance, transfer en de
executie van bekwaam gedrag voorspeld hoe mensen presteren op taken.
Human performance researcher: werkt in het domein van de operator.
2. Machine capaciteiten
Geëvalueerd op het gebied van betrouwbaarheid, usability (gebruiksgemak) en error-
free performance.
Design engineer: werkt in het domein van de machine.
Human-machine system: de menselijke en levenloze component kunnen het best in dezelfde
termen geanalyseerd worden. De totale prestatie van een systeem hangt af van de operator, de
machine en de omgeving Human factors specialists houden zich hiermee bezig.
Human-computer interaction (HCI): kijkt naar de interactie tussen gebruikers en computers.
Human-data interaction: interacties tussen mensen, online software agenten en toegang tot data.
Sensory psychophysics: onderzoeken van sensorische en perceptuele capaciteiten van mensen.
Geschiedenis TCP:
1. Industriële revolutie (halverwege 18e eeuw / begin 19e eeuw)
Ergonomie ‘fitting the worker to the job/machine’
Veel handwerk werd machinaal werk. Kinderen tot 12 jaar mochten niet langer in fabrieken
werken en later kwam de leerplichtwet.
Doel: verhogen van de productiviteit op de arbeidsvloer.
o Adam Smith (1776): ‘taken moeten opgedeeld worden’ een spelt maken bestaat uit
meerdere processen en elk proces wordt door een ander gedaan.
o Plato: iemand die constant dezelfde taak uitvoert zal steeds beter en sneller worden in
deze taak.
o Charles Babbage (1832): arbeidsverdeling als manier om productie te verhogen
goedkoop en goede manier om iedereen te disciplineren.
o Frederick Winslow Taylor (1856-1915):
Grondlegger van scientific management. Het belangrijkste wat hij gedaan heeft is
de wetenschappelijke basis voor de arbeidsverdeling leggen.
Soldiering: het met opzet onder de maximale capaciteit werken (door arbeiders).
Het kwam volgens hem doordat de mens van nature lui is. Als je arbeiders niet
beloond worden zullen ze niet harder werken. Hoe te stimuleren? belonen,
werk standaardiseren en selectie en training geven.
In Bethlehem Steel (een fabriek): de opdracht was efficiëntie verhogen
pauzeschema’s, selectie personeel en aparte scheppen voor de verschillende
steen/staalsoorten.
Welke methode is het meest efficiënt? onderzoeken met tijdstudies,
taakanalyses en bewegingsstudies, zorgt voor meer efficiëntie.
o Henry Ford (1913): Introduceerde de lopende band productietijd daalde aanzienlijk.
Hawthorne experiment: 1 van de meest uitgebreide en langdurige studies naar
productiviteit lichtsterkte heeft geen invloed op productiviteit vergeleken met mensen in
een fabriek. Een aparte werkkamer werkt dus beter. Ze dachten dat er sprake was van een
, hawthorne / observer effect (effect is te wijten aan het feit dat iemand aan een experiment
meedoet en dus geobserveerd wordt), maar dit hoeft niet zo te zijn.
Scientific management:
o Principes: Ontwikkeling van een wetenschap, Wetenschappelijke educatie en
ontwikkeling van de arbeider, Wetenschappelijke selectie van de arbeider en
Vriendschappelijke samenwerking tussen management en arbeiders.
o Voordelen:
1. Wetensschappelijke analyse zorgt voor beter welzijn van de arbeider
2. Er is aandacht voor de individuele taken van arbeiders
3. Productieverhoging door efficiëntie (en niet per se harder werken)
o Nadelen:
1. Arbeiders zijn ‘stopwatch slaven’ (ze moeten binnen een bepaalde tijd iets doen)
2. Geen trots meer voor eigen vak
3. Efficiëntie is altijd in belang van de baas
2. 2e wereldoorlog
Human factors ‘fitting the job/machine to the worker’
Selectie van militairen was niet mogelijk veel ongelukken omdat bijv. bij vliegtuigen er
geen algemene manier was om de verschillende vliegtuigen te besturen. Elk vliegtuig werkte
anders werd opgelost door middel van symbolen. Dit is 1 van de eerste inzichten vanuit
TCP.
Oorsprong signaal-detectietheorie.
Mackworth’s clock test: de alertheid neemt af naarmate de tijd vordert, vooral bij saaie
taken.
Bovenstaande zorgde voor meer aandacht voor het aanpassen van de taak aan de mens en
de human factor.
3. Digitale revolutie
Mens-machine interactie.
Charles Babbage (1834): heeft het concept van de programmeerbare mechanische computer
bedacht. Ada Lovelace heeft de programmatuur ervoor opgeschreven.
Edward Link (1927): je moet mensen trainen voor het kunnen vliegen, omdat door het
ronddraaien en oriëntatiegevoel kwijtgeraakt kan worden.
Vannevar Bush (1945): bedacht de MEMEX, een extentie van het menselijk geheugen.
Yvan Sutherland (1962 en 1966): bedacht de sketchpad en de 1 e computer-based HMD (virtual
reality ervaring).
Douglas Engelbart (1925-2013): ontworp het systeem van de hyperlink (door kunnen klikken
op een link). Ook de bedenker van de computermuis.
Morton Heilig (1962): bouwde Sensorama (de eerste multimodale 3D belevingsmachine).
Jaron Lanier (1987): vader van virtual reality (niet helemaal zo maar hij gebruikte voor het
eerst de term).
1983: human computer interaction kennis van de mens is ook belangrijk om mee te nemen,
niet alleen de technologie.
In de medische wereld: Sensory substitution and brain machine interfaces.
Yarbus (1967): Oogbewegingsregistratie.
Digitale revolutie is nog steeds gaande.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Silkeverboom. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.35. You're not tied to anything after your purchase.