Alleen wanneer er bij een huwelijk tussen twee vrouwen sprake is van een onbekende donor,
ontstaan van rechtswege twee moeders. Als deze vrouwen materiaal hebben gebruikt van
bijvoorbeeld een goede vriend, dan is er sprake van een bekende donor, en ontstaat niet
automatisch met meemoederschap. Dit ter bescherming van de bekende donor.
Gerechtelijke vaststelling van het vaderschap kan ook na overlijden van de verwekker worden
vastgesteld, er geldt namelijk geen maximum termijn, en heeft terugwerkende kracht tot de
geboorte van het kind. Zie ook art. 1:207 BW. Om te kijken of iemand de verwekker is van het
kind vindt DNA-onderzoek plaats.
We kennen in Nederland de verwekker, de donor en de persoon die als levensgezel van de
moeder heeft ingestemd met een daad die de verwekking van het kind tot gevolg kan hebben
gehad. De verwekker is iemand die de natuurlijke daad heeft verricht. De donor is iemand die
wel het materieel heeft geleverd, maar niet de daad heeft verricht. Dit onderscheid is van
belang, omdat als je verwekker bent een procedure tot gerechtelijke vaststelling van het
vaderschap kan worden ingesteld, als je donor bent kan dit niet.
Wat betreft het gezag over het kind van de ouders na scheiding moet het volgende
plaatsvinden. Ten eerste de plicht voor de ouder om ontwikkelingen wat betreft de band met de
andere ouder te bevorderen, art. 1:247 lid 3 BW. Ten tweede het recht van het kind op
gelijkwaardige verzorging en opvoeding door beide ouders, art. 1:247 lid 4 en 5. Ten derde dient
er een ouderschapsplan te worden opgesteld, art. 815 lid 2 Rv.
Aansprakelijkheid voor schulden verandert niet door het aangaan van een huwelijk, wel door
ontbinding daarvan indien sprake is van een gemeenschapsschuld, art. 1:102 BW.
Kennisclip
Art. 1:87 BW regelt voor gehuwden dat als je geld van jezelf steekt in een goed dat is van je
echtgenoot, je altijd recht hebt om dat geld terug te krijgen, je hebt dus een vordering.
Hoe zit dat bij ongehuwd samenlevenden? De HR heeft hier een arrest over gewezen. Een
vrouw trekt in bij een man en zij hebben geen samenlevingsovereenkomst. V investeert 80.000
euro in de woning van M. Na vijf jaar samenwonen gaan zij echter uit elkaar en wil V haar geld
terug. Kan zij zich dan ondanks dat zij niet zijn getrouwd beroepen op het
huwelijksvermogensrecht, art. 1:87 BW? De HR beantwoordt deze vraag ontkennend. De HR
stelt dat dat als je ongehuwd samenwoont het huwelijksvermogensrecht niet telt, en wil dan ook
niets weten van een analoge toepassing. De HR overweegt dat je een overeenkomst moet
hebben waarop je je vergoedingsrecht kunt baseren. Maar indien je deze niet hebt het
vergoedingsrecht uit de eisen van redelijkheid en billijkheid kan voortvloeien, als bedoeld in art.
6:2 lid 1 BW. Dus ondanks dat er geen sprake is van het huwelijksvermogensrecht, kan er
gekeken worden naar de eisen van redelijkheid en billijkheid. In dit arrest is dit echter niet
opgegaan, omdat de advocaat slechts had aangevoerd dat het huwelijksvermogensrecht
analoog diende te worden toegepast.
, Week 1b: Erfrecht
Erfopvolging geschiedt onder algemene titel, dit betekent dat het gaat om het gehele vermogen.
Pas als je in de eerste parentele niemand aantreft, ga je verder naar de tweede.
Een executeur heeft als taak de goederen der nalatenschap te verdelen en de schulden der
nalatenschap te voldoen, art. 4:142 jo. 144 BW. Een bewindvoerder gaat iets verder, art. 4:153
BW, hij beheert de onder bewind gestelde goederen (totdat bijvoorbeeld de erflater heeft
bepaald dat iemand de leeftijd van x jaren heeft bereikt).
Het bijzondere karakter van de uiterste wil vinden we terug in het arrest ‘Uitleg uiterste
wilsbeschikking’. L had R in zijn uiterste wilsbeschikking tot enig erfgenaam benoemd, een paar
jaar later gingen zij echter scheiden en een tijd daarna overleed L. Hij had echter zijn testament
niet aangepast, waardoor in beginsel R dus alsnog zijn enig erfgenaam is. Echter, oordeelde de
HR dat er bij de uitleg van uiterste wilsbeschikkingen dient te worden gekeken naar de overige
omstandigheden, en niet slechts naar de zuivere bewoordingen. Dit is reeds terug te vinden in
art. 4:46 BW.
Kennisclip
Zuivere aanvaarding dient in beginsel via ‘koninklijke weg’ plaats te vinden, art. 4:191 BW, er
vindt dan een verklaring ter griffie plaats. Echter gebeurt dit niet altijd, als deze weg niet wordt
gevolgd kan het volgende plaatsvinden.
Ten eerste kan er sprake zijn van een stilzwijgende zuivere aanvaarding door gedragingen, art.
4:192 lid 1 BW. Hiervan is sprake als je je ondubbelzinnig en zonder voorbehoud gedraagt als
een zuiver aanvaard hebbende erfgenaam.
Ten tweede zuivere aanvaarding door stilzitten na termijnstelling, art. 4:192 lid 2 en 3 BW. Als
hiervan sprake is treuzelt de erfgenaam te lang en wordt door de rechter om een termijn
gevraagd, wordt er niet binnen de termijn beslist wordt hij geacht zuiver te hebben aanvaard.
Ten derde beneficiaire aanvaarding door stilzitten. Als jij niets doet, maar de andere erfgenamen
erven beneficiair, wordt jij ook geacht beneficiair te hebben aanvaard, art. 4:192 lid 4 BW.
(Tenzij je binnen een bepaalde termijn dat je hier achter komt alsnog een keuze maakt!)
Het arrest ‘Rouwkost’ gaat over stilzwijgende zuivere aanvaarding. Rechtsregel:
Of uit het gedrag van de erfgenaam de bedoeling kan worden afgeleid om de nalatenschap
zuiver te aanvaarden (artikel 4:192, eerste lid, van het BW), hangt af van de omstandigheden
van het geval. Wanneer er twee of meer erfgenamen zijn, hangt het van de gedragingen per
erfgenaam af of hij de nalatenschap zuiver heeft aanvaard. Alles wat te maken heeft met de
begrafenis, is geen handeling waaruit stilzwijgende zuivere aanvaarding kan worden afgeleid.
Een overleg op de sterfdag tussen de erfgenamen en een koffietafel op de dag van de
begrafenis hoort allebei bij (het regelen van) de uitvaart. Het maken van redelijke kosten
hiervoor ten laste van de nalatenschap kan dan ook niet worden aangemerkt als een daad van
aanvaarding. De erfgenamen hebben de nalatenschap dus niet zuiver aanvaard voordat zij
beneficiair hebben aanvaard.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller joannahaarsma. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.