Week 7 Inleiding + Internationale aspecten + Formeel successierecht
Hoofdstuk 1, 8 en 9
Week 1
Hoorcollege week 1.Object: art. 1 lid 1: Wat wordt verkregen krachtens erfrecht van
iemand die ttv overlijden in NL woont. Let op: woonplaatsficties van art 3 (+2). Lid 1, is
voor Nederlanders: Binnen tien jaar na emigratie dood, dan ben je voor SW gewoon
Nederlander. Lid 2, is voor mensen van buiten Nederland.
Subject: art. 36: Verkrijger (deze boy mag overal wonen: doet niet ter zake).
Draagkracht als rechtsgrond van successiewet. Dit gaat niet helemaal op want de
draagkracht neemt niet altijd toe. Maar dit is niet echt de rechtsgrond.Buitenkansbeginsel
is dat wel eerder.
Hoe zit de SW in elkaar:
Krachtens erfrecht: zowel wettelijke verdeling als testamentaire verkrijging.
Krachtens schenking: boek 7.
Fictiebepalingen – art 6 tm 17a:
Hebben tot doel die verkrijgingen die niet via erfrecht of schenking worden
verkregen, wel te belasten.
Deze belasting worden dus geheven op grond een fictie.
Maken dus onderdeel uit van het object, dit houdt in: deze wet ziet op verkrijgingen
krachtens erfrecht, schenking en ficties (dit zijn dus de objecten).
Art. 20 SW – aftrekposten:
Schulden en dingen die niet tot de nalatenschap behoren!
Art 5 SW – maatstaf van heffing:
Dus waarover de belastingen worden geheven:
Hetgeen ieder verkrijgt, evt na aftrek schulden etc.
Erfgenaam: algemene titel (krijgt alles, treedt voor alles in plaats van de erflater).
Legaat: bijzondere titel (krijgt een deel).
Art 21 waardering:
Lid 1: hoofdregel, waarde in economisch verkeer.
Lid 2: tweetrapsmakingen (komt latere week terug).
, Lid 3: effecten, zie artikel, waardering prijscourant.
Lid 4: ook tweetrapsmaking
Lid 5: waardering van onroerende zaken, woningen, verhuurde woningen, etc.
Standaard kwesties weer, leegwaarderatio etc.
Lid 14: waarderingen van beperkte rechten, vruchtgebruik etc.
Art 24
Zie voetnoot van artikel, directe schenking aan kleinkinderen is zwaarder belast.
Schenker die ook de schenkbelasting betaalt: dan is die betaling ook een schenking
omdat wij vinden dat de verkrijger belast moet zijn (art 36 SW).
Art 30 – verwerping
Het bedrag van belasting wordt lager door verwerping? Dan doen we alsof er niet
verworpen is.
Art 32 SW – vrijstellingen erfbelastingen.
Art 33 SW – vrijstellingen schenkingen.
Art 35b SW – ondernemingsvermogen.
100% vrijgesteld van belasting tot 1.000.000,-
Boven 1.000.000 iets van 80% ofzo.
Nu worden hierover procedures gevoerd en moeite geleverd.
Is dat eerlijk tov de mensen die over het contant ontvangen van een miljoen WEL
belasting moeten betalen? Niet echt, maar de onderneming kan hierdoor wel zonder
moeite doorleven en dus nuttig blijven.
Wordt over geprocedeerd ogv gelijkheidsbeginsel.
Art 67 lid 3 – 120% regeling
Je erfbelasting voldoen met het afstand doen van een cultuurhistorisch goed. Dit goed
mag je waarderen op 120% van zijn prijs.
Schenkingsbegrip:
het begrip zoals dat geldt in boek 7 BW, maar er zijn twee begrippen:
Schenking: Overeenkomst om niet.
Gift: Art 7:186 lid 2.
Voor het fiscale werk gaan we uit van het ruime begrip. Dus voor de fiscaliteit is
begrip gift gelijkgesteld met schenking.
Zie art. 1 lid 7 SW jo 7:186 lid 2 BW.
Drie eisen van schenking/gift in fiscale zin:
Verarming
Verrijking
Vrijgevigheid
Moet objectief bepaald worden volgens HR: aan de hand van de gedragingen
moet kijken of de vermogensverschuiving uit vrijgevigheid is geweest. Dus
objectief: bewust en gewild.
Bij schenking onder ontbindende voorwaarde:
Is het heffingsmoment direct, dus wanneer de schenkingsovereenkomst gesloten
wordt.
Treedt de ontbindende voorwaarde in dan kan er teveel betaalde belasting
teruggevorderd worden ogv 53 SW.
Bij schenking onder opschortende voorwaarde:
wordt het heffingsmoment uitgesteld tot wanneer de voorwaarde wordt vervuld,
zie art. 1 lid 9 SW.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Arnhemski. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.87. You're not tied to anything after your purchase.