100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Antwoorden werkgroepopdrachten Successiewet $5.96   Add to cart

Answers

Antwoorden werkgroepopdrachten Successiewet

4 reviews
 302 views  9 purchases
  • Course
  • Institution

Antwoorden van de werkgroepvragen voor het vak Successiewet.

Preview 2 out of 35  pages

  • October 6, 2015
  • 35
  • 2017/2018
  • Answers
  • Unknown

4  reviews

review-writer-avatar

By: maarten93 • 6 year ago

review-writer-avatar

By: steven_vanbarneveld • 6 year ago

review-writer-avatar

By: anilacar • 7 year ago

review-writer-avatar

By: stefanbreuking • 8 year ago

avatar-seller
Week 1 Schenkingen
Literatuur Wegwijs in de Successiewet: hoofdstuk 1, 2, 4, 7.6, 7.9, 8.1
t/m 8.4.9, 8.5.3
Blackboard Artikel 15 SW en artikel 1 lid 9 SW


Vraag 1

a. Beschrijf het subject en het object voor de heffingen geheven op grond
van de Successiewet
b. Wat is het belastbare bedrag voor de Successiewet en hoe bepaal je
dat?
c. Wat is de belastbare verkrijging?

a. Het subject is de belastingplichtige. De verkrijger is in de Successiewet het
subject (art. 1 jo art 36 SW). Het object is verkrijging krachtens erfrecht of
schenking van een erflater of schenker die ten tijde van zijn overlijden of
schenking in Nederland woont.
b. De maatstaf van heffing (art. 5 SW) is de verkrijging krachtens erfrecht
(schenking) na aftrek van schulden, legaten en lasten vermeerderd met
fictief erfrechtelijke verkrijging (schenkingen). Deze verkrijging wordt
gewaardeerd naar de waarde in het economische verkeer (art. 20 en 21
SW)
c. De belastbare verkrijging is het belastbare bedrag minus vrijstelling op
grond van artikel 32 (erfbelasting) en artikel 33 (schenkbelasting)


Vraag 2

Geef gemotiveerd aan of in de hieronder genoemde gevallen sprake is van een
schenking in de zin van artikel 1 lid 3 Successiewet 1956 en geef aan wat de
gevolgen zijn voor de heffing van schenkbelasting.

Vooraf
Wil sprake zijn van een gift (art. 7:186 lid 2 BW) moet aan de volgenden
voorwaarden worden voldaan:
Handeling
Verrijking
Verarming
Vrijgevigheid.

Om te vallen onder het civielrechtelijke begrip schenking (art. 7:175 lid 1 BW)
moet sprake zijn van
Overeenkomst
Om-niet
Verrijking
Verarming
Vrijgevigheid.

Uit het vorenstaande blijkt dat het begrip schenking een species is van het begrip
gift.
Voor de heffing van schenkbelasting wordt aangesloten bij het civielrechtelijke
begrip gift (art. 1 lid 7 Sw).


a. Moeder verkoopt aan haar dochter een woning met een waarde in het
economische verkeer van € 150.000 voor € 50.000.

, De verkoop tegen een te lage prijs is geen schenking, maar een gift, er is geen
sprake van een overeenkomt om-niet. Het is een mixture van een
koopverkoopovereenkomst en een schenking. De Hoge Raad heeft beslist dat in
dat geval zowel de bepalingen van koop als die van schenking van toepassing zijn
voorzover mogelijk. Dit is anders indien de tegenprestatie van niet meer dan
bijkomstige aard is in dat geval wordt geacht sprake te zijn van een schenking.
Het belastbare bedrag voor de schenkbelasting is 100.000. Hierop komt
vrijstelling van artikel 33 in mindering. Dochter valt in tariefgroep 1 (art. 24 Sw)

b. Een paardenfokker geeft aan zijn nichtje een paard kado onder de last dat
zij haar zusje € 7.500 in contanten geeft én dat zij het paard dagelijks zal
verzorgen, berijden en borstelen. Het paard is waard: € 20.000.

Door de paardenfokker wordt een paard geschonken aan zijn nichtje. De fokker
verarmt en het nichtje verrijkt. Voorts gaan we ervan uit dat sprake is van
vrijgevigheid. Ook het zusje verkrijgt als lastbevoordeelde van oom. Door de oom
zijn twee lasten opgelegd: de last om een bedrag te betalen aan het nichtje en de
last om het paard te verzorgen. Op grond van artikel 5 lid 2 SW komen op de
verkrijging van het nichtje lasten in aftrek waardoor hetzij de schenker hetzij een
ander is gebaat. Op grond van deze bepaling komt het dagelijks verzorgen van de
het paard niet in aftrek.
De verkrijging van het nichtje bedraagt dan 20.000 minus 7.500 is 12.500. De
verkrijging van het zusje is 7.500.

De vraag die gesteld kan worden of nog wel sprake is van een schenking. Een last
kan dusdanig ‘zwaar’ zijn dat niet langer sprake is van een verrijking.

c. Man en vrouw gehuwd in wettelijke gemeenschap van goederen gaan
scheiden. Het gemeenschappelijk vermogen bedraagt € 20.000.000. De
problemen in het huwelijk komen uit dit vermogen voort; het is door de man
verdiend op een in de ogen van de vrouw verwerpelijke manier. Vandaar dat
de vrouw in het kader van de echtscheiding genoegen neemt met €
2.500.000.

In deze casus staat niet ter discussie dat de man verrijkt en de vrouw is verarmd.
De vraag is echter of sprake is van vrijgevigheid. De Hoge Raad heeft in een
vergelijkbare casus geoordeeld dat de vrijgevigheid geobjectiveerd moet worden
bekeken. Indien de vrouw zich bewust was van de bevoordeling en deze
bevoordeling heeft gewild dan is sprake van vrijgevigheid (BNB 1994/260).

d. Een groot farmaceutisch bedrijf maakt € 5.000.000 over aan een
wetenschappelijke instelling gelieerd aan de Universiteit van Amsterdam. Met
deze € 5.000.000 wordt het wetenschappelijk onderzoek naar een Aids-
remmer betaald. Deze farmaceut produceert ook Aids-remmers en haar
medicijn doet mee in het onderzoek.

Ervan uitgaande dat de tegenprestatie – het verrichten van het onderzoek – niet
gelijkwaardig is aan de € 5.000.000, dan verarmt de farmaceut en wordt de
wetenschappelijke instelling verrijkt. De vraag is echter of de farmaceut handelt
uit vrijgevigheid. Dit is vermoedelijk niet het geval. De bevoordeling vindt niet
plaats met het oogmerk vrijgevig te zijn. De farmaceut heeft een zakelijk belang
bij het onderzoek ongeacht de uitkomst van het onderzoek. Indien de farmaceut
geen enkel belang heeft bij het onderzoek maar de wil en de bewustheid heeft
het onderzoeksteam te bevoordelen kan mogelijk wel aan het
vrijgevigheidsvereiste zijn voldaan. Indien sprake is van een schenking dan is de
schenking vrijgesteld van schenkbelasting indien de wetenschappelijk instelling is
gerangschikt als algemeen nut beogende instelling in de zin van artikel 33 lid 1
ten 4e SW.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Arnhemski. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.96. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

64438 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.96  9x  sold
  • (4)
  Add to cart