Hoi,
Ik verkoop dit document dat vol zit met informatie over het vak kunst algemeen. In de samenvatting staan verschillende stijlen en stromingen en voorbeelden uit het boek. Dit alles overzichtelijk en veel korter dan het in het boek staat.
Kunst algemeen blijft lastig vak, maar zo iets mind...
Michelangelo is een homo universalis. Hij kwam in contact met de’ Medici familie in Florence. Bij hun
bibliotheek leert hij humanisme kennen, hij ontwikkelt hier kennis van de klassieke oudheid.
Hij krijgt opdracht om in Florence een beeld te maken van David, uit marmer. Komt in ingang van Palazzo
Vecchio. Politieke lading; stadhuis waar Florence wordt bestuurd zonder machtig familie.
Michelangelo gaat van Florence naar Rome en zo ook het zwaartepunt van de renaissance.
David lijkt op een Grieks godenbeeld, niet gek in renaissance. Uitbeelding mens komt overeen met
humanistisch idee dat de mens het evenbeeld van god is. Anatomie (: studie naar menselijke lichaam,
zodat het beeld klopt) centraal in renaissance.
Hij vindt anatomie niet op 1 staan, verhaal en betekenis belangrijker. David lijkt alles onder controle te
hebben, staat in ruststand. Zijn hoofd is wel naar links en blik naar horizon (halsspier -> anatomie). Hij is
rustig, maar waakzaam, klaar om toe te slaan.
Verhaal gaat ook over Florence die zich bevrijd voelt van De’Medici.
Kunstenaars worden in renaissance gewaardeerd i.p.v. beschouwd als ambachtslieden.
In renaissance alles met regels vastleggen. Ook voor gedrag aan het hof, volmaakte hoveling moet
veelzijdig zijn (kan veel, weet veel van literatuur, geschiedenis, muziek, theater, goede manieren, goed
soldaat). Perfecte hoveling gratie en temperament, niks zichtbaar moeite kosten.
Vasari is de eerste die zijn tijd de renaissance noemt en voorgaande eeuwen de middeleeuwen. Hij
beschrijft de eerste kunstgeschiedenis; zoektocht naar perfectie die in zijn tijd wordt bereikt.
Da Vinci veel vrijheid van opdrachtgevers. Werkte lang voor familie Sforza (Milaan). Werk varieert, bezig
met uitvindingen en theorieën (ook anatomische).
Architectura van Vitruvius geeft theorie over architectuur en soorten gebouwen in Romeinse tijd. Beschrijft
architect als homo universalis. Ideale bouwwerk verhoudingen van mensenlichaam.
Renaissance architectuur is gebaseerd op zijn boeken, veel discussie op. Renaissance-architectuur is
variant op klassieke bouwkunst, volmaking ervan.
Palladio gaat op bovenstaande in met zijn boeken, maar dan vooral op het woonhuis.
Homo quadratus/Vitruviaanse man is poging van da Vinci om verhoudingen te tekenen. Schepping van de
mens door God naar wiskundige constructie. Goed voorbeeld hoe in renaissance de klassieke oudheid
wordt verbonden met christelijke leer.
In Italië is intellectuele en artistieke leven in de steden, Vorsten en rijken hebben hier paleizen. Hierbij
hoort verlangen naar platteland. Vasari bouwt een eigen villa suburbana buiten de stad.
Trek naar platteland wordt een trend, Palladio speelt daarop in. Het woonhuis is en was het belangrijkste
en wordt als voorbeeld gebruikt. Hij denkt dat woonhuizen er in oudheid uitzagen als klassieke tempels, dit
wordt gebruikt als basis voor andere gebouwen (koepel, palen, symmetrie, vierkanten en cirkels ->
wiskundige orde van Vitruvius).
16e eeuw kiest men voor uiterlijk vertoon, machtigheid laten zien. Trots op wat je bereikt.
De’Medici keert terug in Florence en krijgt titel ‘hertog van Florence’. Ze kopen grootste palazzo van de
stad buiten stadsmuren, enorme tuin (Boboli). Tuinen voor plezier van bewoners en gasten. Ook een
amfitheater voor feesten en theatervoorstellingen buiten.
Buontalenti maakt een Grotto Grande met beelden (Michelangelo). Vasari maakt corridor.
Palazzo Pitti en Bobolituinen decor voor uitbundige feesten (stravaganza) om imponeren. Bijvoorbeeld het
huwelijk. Tijdens dit dramma per musica krijgen de gasten steeds sensaties. Decors zijn levensecht.
Onderdeel van huwelijksfeest komedie La pellegrina, met intermedi (onderbrekingen, inhoud los van
komedie). Intermedi van Florence speelt belangrijke rol in ontstaan opera en theaterdans.
, In 16e eeuw wordt muziek in Italië verzorgd door Vlaamse componisten. Deze muziek wordt gedrukt en
sneller verspreid, verhoogd status. Tekstexpressie wordt belangrijk.
In Italië was geld, in Vlaanderen talent.
Villanella en moresca zijn dansmuziek die gemakkelijk in gehoor liggen met teksten in volkstaal.
Rond 1500 in Venetië komen eerste muziekdrukken (drukken, bundelen, uitgeven). Antwerpen wordt
vooraanstaande uitgeversstad. Muziek beïnvloed elkaar sneller. Muziek van componist kan overal gespeeld
worden, financieel minder afhankelijk, meer status.
Madrigalen zijn liederen geschreven in landstaal. Deze worden in Italië belangrijk. Met aandacht voor
tekstexpressie, strekking van tekst bepaald muziek.
L’Orfeo is oudste opera, poging klassieke theater na bootsen. Idee dat theaterteksten in oudheid gezongen
werden, was niet juist, maar zorgde wel voor bekende kunstvorm.
Begin van geschiedenis opera/ favola in musica. L’Orfeo is geschreven door Monteverdi. Volgens
humanisten werden teksten in klassieke theater onafgebroken door muziek begeleid. De voorstelling is een
poging dat te reconstrueren, maar leidt tot integratie van theater en muziek.
Bedoeling van het stuk was om over held Orpheus te vertellen. De tekst werd vooraf aan publiek
uitgedeeld. De zangpartijen zijn Italiaans. Tekst is belangrijk, dus één zangstem. Begeleiding hierop is basso
continuo, doorlopende bas die akkoorden aangeeft. Alleen melodie en bas worden uitgeschreven. De
gezongen monologen en dialogen worden afgewisseld door instrumentale intermedi, koorzang en enkele
aria (emoties uitdrukken).
Muziek is in staat emoties te sturen.
Monteverdi verdeeld opera’s in prima practica (houdt zich aan muziekregels, bijv recitatieven) en seconda
practica (muziek gebruikt om betekenis van de tekst te versterken, wetten mogen geschonden worden,
bijv. L’Orfeo).
Monteverdi schreef muziek voor kerk en niet-kerkelijke opdrachtgevers.
In Venetië democratisch bestuurd, ontwikkelt opera tot vermaak voor breder publiek. Er worden
operatheaters gemaakt. In publieksopera krijgen personages menselijke trekjes, wel op mythologische
figuren gebaseerd. Koren verdwijnen, kostenbesparend. Muzikale intermezzo’s worden eenvoudiger en
niet opgeschreven, wel meer aria’s (: de zanger etaleert zijn kunnen en emoties worden herkenbaar
gemaakt).
P4.2 Rome
In 16e eeuw Rome deels bewoond. Katholieke Pausen streven naar bloei van de stad. Er komen veel
kerkelijke monumenten. I.p.v. van Florence is Rome nu de hoofdstad van Italiaanse kunst. De barok (:
kunststroming waarin kunstenaars vrijer omgaan met de regels uit klassieke oudheid en renaissance)
ontstaat. De macht van de kerk wordt getoond in Barok.
De Paus vindt dat Sint-Pieterbasiliek, hoofdkerk Katholieke Kerk, vervangen moet worden. Bramante
ontwerpt symmetrisch gebouw in vorm van Grieks kruis, in hart koepel. Michelangelo (exterieur met
strakke pilasters en koepel, trommel, ramen met dubbele zuilenrij. Kiest ook voor klassieke karakters en
plattegrond in Grieks Kruis) en Bernini (voorplein met armen, deel interieur) zijn de meest bepalende
architecten.
Voor financiering verkoop aflaten. Maarten Luther komt in opstand en wordt verketterd. Zijn volgelingen
komen in opstand door verspreidende pamfletten en toegenomen handelscontacten. Voornamelijk
stedelingen gaan hierin mee. Dit leidt tot reformatie-beweging en afscheiding van Katholieke Kerk.
Katholiek tegenreactie contrareformatie.
In late renaissance geldt ideaal van symmetrie, koepel ideaalbeeld. Ook in Sint-Pieter, is een revolutionaire
breuk met oude indeling van kerkgebouwen. Het altaar bevindt zich niet meer in Oosten, maar centraler,
onder de koepel, zodat alle aandacht hierna gaat.
, Paus Julius II wordt uiteindelijk benoemd, ziet zich als religieus en wereldlijk leider. Streeft naar uitbreiding
van grondgebied kerkelijke staat en herbouw Rome tot religieus, wereldlijk centrum.
Hij geeft Michelangelo opdracht om zijn grafmonument te ontwerpen, deze komt in Sint-Pieter. Stond in
plan van de kerk centraal.
Graf bestaat uit twee lagen. Onder staan beelden van figuren uit Oude Testament. Mozes zit in midden en
draagt de tien geboden, heeft twee hoorntjes op zijn hoofd (lichtstralen). Links en rechts van hem staan
stammoeders van Joodse volk. Lea voor geestelijk leven, Rachel voor actieve leven. Boven rustende paus
met links een sybille (: klassieke voorspelster) en profeet. Verwijzen naar voorspelling van de komst van
Jezus en wederopstanding na dood. Onvoltooide slavenfiguren gingen naar De ’Medici.
Michelangelo krijgt ook opdracht om Sixtijnse Kapel te beschilderen. Op plafond oude testament. Centrale
deel over schepping en verdrijving Adam en Eva, daaromheen verhalen oude testament (schepping licht,
scheiding water en land). Adam en god voldoen aan oude Griekse schoonheidsideaal. Op achterwand komt
laatste oordeel, slinger mensen die langs god beweegt. Wereld vergaat, hemel opent, god oordeelt tussen
goed en kwaad.
Julius II verbouwt vertrekken voorgangers. Rafaels fresco’s tonen universeel belang van kerkelijke
rechtspraak. 4 fresco’s: religie (geloven; altaar met hostie; heilig brood in Katholiek eredienst; wie dit
tijdens mist eet verbonden met god), filosofie (weten; school van Athene), poëzie (verwoorden innerlijke),
rechtspraak (oordelen). Duif voor heilige geest, die aarde en hemel verbindt. Twee kleine fresco’s staan
met laatste 2 vol.
Plato wijst naar hemel; abstracte en tijdloze wereld waarvan aarde schijnbeeld is. Aristoteles wijst naar
aarde; belang van kennis over zichtbare en tastbare wereld.
De obelisken werden teruggeplaatst bij belangrijke gebouwen en kruispunten. Zijn onderdeel van
stedenbouwkundig plan, waarin routes gaan naar belangrijkste kerken.
Bernini is belangrijke vertegenwoordiger van Barok; spelen met emotie, dynamiek, energie in decoratieve
stijl. Het is verleiden en overdonderen; stuurt aandacht en emoties. Hij is goed in ruimte-illusie en
theatrale licht-donker effecten.
Plein van Sint-Pieter loopt iets op en is ellipsvormig. Entree is smaller dan aan zijde van Sint-Pieter. De
verbindingen die haaks op gevel staan, lopen iets naar elkaar toe. Door dit alles lijkt de kerk net zo groot
als plein. Moederarmen van de kerk bestaan uit gebogen zuilenrijen van 4 dik.
Oud en nieuw worden verbonden. Klassieke resten krijgen nieuwe rol. Atletiekstadion wordt een plein met
in midden vierstromenfontein met obelisk. De vier grote rivieren uit bekende werelddelen (Azië, Europa,
Afrika, Zuid-Amerika) worden gesymboliseerd. Met ieder eigen riviergod. Bovenop is bronzen duif met
olijftak; goddelijke vrede en familiewapen van pauselijke opdrachtgever. Gods woord vrede op aarde, zoals
water aarde bevrucht.
Hier tegenover kwam een kerk, met barokgevel en entree die met boog terugwijkt. Koepel staat boven
ingang. Koepel en torens zijn ovaal en hoog. Speelser omgegaan met Vitruvius regels.
16e en 17e eeuw verliest Katholiek kerk monopolie-positie in Europa. Kerkelijk gezag paus wordt niet overal
erkend. Kerk komt met contra-reformatie, beweging om macht van kerk terug te krijgen. Waar de macht
wel is, kunst en architectuur.
Belangrijkste toegang van stad worden twee bijna identieke koepelkerken gemaakt, tussen drietand van
wegen. Er ontstaat perspectivisch theatrale vorm die lijkt op decor van renaissance-theater. Linker is
smaller en ovalere koepel, rechts cirkelvormig. Echte symmetrie niet mogelijk.
Barok verschillende kunstvormen combineren. Moeilijke scheiding kunst en architectuur. Lichteffect speelt
een rol.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lvdvelden. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.63. You're not tied to anything after your purchase.