100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Europeesrecht K1 $6.91
Add to cart

Summary

Samenvatting Europeesrecht K1

 6 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting Europeesrecht K1

Preview 4 out of 40  pages

  • May 6, 2022
  • 40
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting Europees Recht K1


Week 1: Internationaal recht
Staten maken afspraken op grond van het internationale recht. Binnen het internationale recht zijn alle
staten gelijk aan elkaar. De afspraken die zij maken worden vastgelegd in verdragen.
De overheid heeft staatssoevereiniteit. Dit betekent dat andere staten niet kunnen bepalen hoe
Nederland zijn regelgeving vormgeeft: deze macht ligt alleen bij de nationale overheid. Deze macht kan op
twee manieren worden beperkt: de soevereiniteit kan vrijwillig worden overgedragen of onvrijwillig worden
beperkt.
Ten eerste kan de staat beslissen om de beslissingsbevoegdheid over te dragen aan een internationale
organisatie. De staat kan dan zelf niet meer alle regels stellen, maar accepteert dat een organisatie hoger
is dan de staat zelf. Bij de oprichting van de EU waren het voorkomen van oorlog en het bewerkstelligen
van economische groei en herstel de belangrijkste redenen voor het overdragen van staatssoevereiniteit.
De tweede manier waarop de staatssoevereiniteit beperkt kan worden, is als een land onvrijwillig de
beslissingsbevoegdheid uit handen wordt genomen. De overheersende staat neemt vanaf dat moment alle
beslissingen.


Er zijn twee soorten organisaties:
PoGouvernementele organisaties
1. Non-gouvernementele organisaties


Een samenwerkingsverband tussen staten wordt een gouvernementele organisatie genoemd. Staten
kunnen bij het oprichten van een organisatie kiezen of en hoeveel soevereiniteit ze afstaan aan deze
organisatie. Als staten geen soevereiniteit afstaan, wordt de organisatie intergouvernementeel genoemd.
Als lidstaten wel beslissingsbevoegdheid afstaan, wordt de organisatie supranationaal genoemd.
De EU is een supranationale organisatie. Die staat boven de lidstaten, terwijl een intergouvernementele
organisatie een samenwerking is tussen lidstaten. De lidstaten van de EU staan een gedeelte van hun
soevereiniteit af en accepteren dat deze organisatie regels vaststelt waar zij zich aan moeten houden
Naast een groep landen kan ook een groep personen een internationale organisatie oprichten, een non-
gouvernementele organisatie. Deze organisatie is onafhankelijk van staten en heeft vaak een ideële
doelstelling, zoals het Rode Kruis en het WNF.


De EU en haar doelstellingen
Op dit moment zijn in de EU de volgende twee verdragen van kracht:
 het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU)
 het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU)
Naast deze verdragen is het Handvest van de Grondrechten van de EU een belangrijk verdrag.
In het VEU staan in art. 3 de doelstellingen van de EU opgesomd: vrede en welzijn, het creëren van een
ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, het oprichten en voltooien van de interne markt en het beschermen
van mensenrechten.
Negatieve integratie betekent dat de EU overgaat tot het uitvaardigen van verboden (‘je mag niet…’)
Positieve integratie betekent dat de EU overgaat tot het uitvaardigen van geboden (‘je moet…’). Het doel
van positieve integratie is om de nationale regelgeving van de lidstaten te uniformeren.

,Wanneer lidstaten economisch samenwerken, zorgt dit ervoor dat de economieën van de lidstaten met
elkaar verweven raken. Dit zorgt er ook voor dat eventuele conflicten tussen lidstaten eerder opgelost
worden. Je maakt namelijk geen ruzie met je handelspartners, want dat betekent een achteruitgang van de
eigen economie.


Het oprichten van een interne markt is wellicht de bekendste doelstelling van de EU. De bedoeling is dat de
nationale markten één gemeenschappelijke markt worden, waarin alle bedrijven en personen dezelfde
kansen en mogelijkheden hebben. Hoewel de interne markt en economische vooruitgang belangrijk zijn,
heeft de EU zich tot doel gesteld om bij het inrichten van die interne markt niet uitsluitend economische
doelen na te streven. In art. 3 VEU wordt bijv. expliciet genoemd dat de EU bij het creëren van de interne
markt oog moet hebben voor sociale vooruitgang en voor een hoog niveau van bescherming van het
milieu. Daarnaast moet de interne markt gepaard gaan met beleid gericht op het creëren van gelijkheid
voor mannen en vrouwen op de arbeidsmarkt, het tegengaan van discriminatie en het voorkomen van
sociale uitsluiting.


Ook hebben veel lidstaten van de EU een gemeenschappelijke munt. Een voordeel daarvan is dat de
consument de prijzen van producten en diensten in zijn eigen land snel kan vergelijken met die van andere
lidstaten, wat de handel bevordert. Een nadeel is dat als de waarde van de euro daalt, dit consequenties
heeft voor de welvaart in alle eurolanden. Het economisch beleid blijft, ondanks Europese samenwerking
op dit vlak, grotendeels de verantwoordelijkheid van de lidstaten en heeft een intergouvernementeel
karakter.


De Europese Unie heeft in art. 2 VEU een belangrijke plaats ingeruimd voor de bescherming van
mensenrechten. Dit artikel vormt de grondslag voor de mogelijkheid voor het Europees Hof van Justitie om
te oordelen over schendingen van mensenrechten als deze worden voorgelegd in een zaak. Uit art. 3 lid 5
VEU blijkt dat de ambitie om fundamentele waarden te beschermen verder reikt dan de grenzen van de
Unie. Ook in haar relaties met andere landen zet de EU zich in voor de verbetering van mensenrechten en
democratie.


Interne markt
Een interne markt bestaat uit drie onderdelen:
1. regels op het gebied van vrij verkeer
2. verbod op staatssteun
3. mededingingsrecht


Vrij verkeer
Het beginsel van vrij verkeer betekent dat de handelsstroom tussen lidstaten niet belemmerd mag worden.
Is een product eenmaal in een lidstaat in de handel gebracht, dan heeft dat product in principe vrije
toegang tot alle nationale markten van de EU.


Staatssteun
Staatssteun komt in veel verschillende vormen voor. Je kunt bijvoorbeeld denken aan subsidies die door de
overheid worden gegeven. Een dergelijke subsidie kan de interne markt schaden doordat het oneerlijke
concurrentie creëert. Daarom is het in de EU verboden.


Mededinging

,Bedrijven kunnen ook de interne markt verstoren met hun marktgedrag. Zij kunnen bijvoorbeeld afspraken
met elkaar maken over de prijs die ze voor hun product vragen, waardoor de concurrentie wordt beperkt en
consumenten te veel betalen. Dit noemen we kartelvorming, wat door de Commissie met hoge boetes
wordt bestraft. Het verbod op kartels en het verbod op misbruik maken van een machtspositie vormen
samen het Europese mededingingsrecht.


Voordelen van een interne markt
Vrije handel zorgt ervoor dat de afzetmarkt van goederen en diensten wordt vergroot en de
arbeidsmarktperspectieven van personen worden vergroot. Een grote afzetmarkt biedt voor ondernemers
grote kansen. Ook leidt de interne markt tot schaalvergroting en specialisatie, wat ook voor individuele
producenten en ondernemers natuurlijke kansen biedt. De interne markt heeft ook voordelen voor
consumenten. Als het gemakkelijker is om in andere landen te handelen, zorgt dat voor minder
concurrentie. Concurrentie zorgt doorgaans voor een lagere prijs en een betere kwaliteit. Ook is de
uitbreiding van de keuzemogelijkheden een voordeel. Consumenten worden in de winkels geconfronteerd
met nieuwe producten/andere merken.


Nadelen van de interne markt
Doordat we in de Europese Unie een interne markt hebben, is de overheid niet vrij om elke maatregel te
nemen om de economie te stimuleren die zij wenst. De overheid zal rekening moeten houden met
regelgeving die is aangenomen in het kader van het instellen van de interne markt. Het beschermen van de
nationale economie (ook wel protectisme genoemd) is namelijk nadelig voor de interne markt in zijn geheel
en is daarom verboden. Kleinere bedrijven kunnen ook moeite hebben om het hoofd boven water te
houden. We lopen hierdoor het risico dat grote bedrijven het economisch landschap in de EU gaan
domineren, ten koste van kleinere bedrijven. Sommige mensen hebben in dit kader de angst dat de interne
markt leidt tot wat zij noemen ‘verMcDonaldisering’ van de samenleving. Een ander nadeel van de interne
markt is dat Nederlandse bedrijven nu moeten concurreren met bedrijven uit andere lidstaten (oneerlijke
concurrentie). Voor de productie van goederen zijn tenslotte lidstaten met een kenniseconomie (zoals
Nederland) afhankelijk van andere landen.


Beginselen


Beginsel Betekenis Voorbeeld Artikel
Loyale samenwerking Lidstaten doen niets Nederland is Art. 4 lid 3 VEU.
wat strijdig is met het verplicht om
verdrag en voeren uitvoering te geven
trouw alle aan de afspraken uit
verplichtingen uit die een Richtlijn
uit Europees recht betreffende de
voortvloeien. vermindering van de
effecten van
bepaalde
kunststofproducten
op het milieu.
Attributiebeginsel De EU is alleen Art. 38 VEU geeft de Art. 5 lid 2 VEU.
bevoegd als EU de mogelijkheid
daarvoor een om beleid op het
grondslag bestaat in gebied van landbouw
het verdrag. te ontwikkelen.
Subsidiariteitsbeginsel De lidstaten bepalen Het effect van regels Art. 5 lid 3 VEU.
zo veel mogelijk zelf. tegen
Pas als het beter luchtverontreiniging
gezamenlijk geregeld is groter als de EU
kan worden, is de EU deze opstelt, dan als

, bevoegd. Nederland dit doen.
Evenredigheidsbeginsel Voor het bereiken De Nederlandse Art. 5 lid 4 VEU.
van een doel moet overheid mag een
altijd het minst product niet
ingrijpende middel verbieden, maar mag
worden gekozen. wel verplichten dat er
een waarschuwing
op het etiket komt.
Gelijkheidsbeginsel Discriminatie op De Nederlandse Art. 18 VEU.
grond van overheid mag
nationaliteit is personen uit andere
verboden. lidstaten niet anders
behandelen dan
Nederlanders.


Het idee achter het discriminatieverbod is dat door het verbieden van onderscheid op grond van
nationaliteit, de interne markt optimaal kan functioneren en aan iedereen dezelfde kansen en
mogelijkheden worden geboden.


De Nederlandse overheid heeft de plicht om zich te onthouden van maatregelen die de interne markt
kunnen schaden. Zij mag voor producten bijvoorbeeld geen invoerquotum instellen of op die producten
extra belasting heffen. Dit zou in strijd zijn met het vrije verkeer van goederen. Alle goederen binnen de EU,
ongeacht het land van herkomst, moeten gelijk worden behandeld.


Het evenredigheidsbeginsel wordt ook wel het proportionaliteitsbeginsel genoemd. Het houdt in dat
altijd het minst belemmerende alternatief gebruikt moet worden om het doel te bereiken.


Hoofdstuk 2
De Europese Raad
De hoogste instelling binnen de EU is de Europese Raad. De Europese Raad sluit verdragen: de
belangrijkste vorm van het Europees recht. De rechtsbasis voor de samenstelling en taken van de
Europese Raad vind je in art. 15 VEU.


Staatshoofden en regeringsleiders van de lidstaten hebben zitting in de Europese Raad, samen met de
voorzitter van de Europese Commissie. Nederland wordt vertegenwoordigd door de minister-president.
De Europese Raad komt over het algemeen twee keer per half jaar bij elkaar en vergadert dan over de
hoofdlijnen van het Europees beleid. De Europees is bovendien als enige bevoegd om verdragen op te
stellen of te wijzigen. Daarnaast heeft de Europese Raad als taak beleidsdoelstellingen voor de toekomst
vast te stellen.


De Europese Commissie
De belangen van de EU worden behartigd door de Europese Commissie. De verdragen worden opgesteld
door de Europese Raad, maar de uitvoering ervan wordt overgelaten aan de Europese Commissie, samen
met andere instellingen. De Europese Commissie bestaat uit een voorzitter (Ursula Von Der Leyen) en
commissarissen die ieder een eigen Directoraat-Generaal hebben. De Europese Commissie heeft
momenteel uit elke lidstaat een afgevaardigd lid. Ook al hebben de commissarissen de nationaliteit van
een lidstaat, zij moeten altijd de doelstellingen van de EU nastreven. Het belang van de Unie botst weleens
met het belang van een lidstaat. Het is dan de taak van de Commissie om ervoor te zorgen dat er

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller madelon00. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.91. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

56326 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.91
  • (0)
Add to cart
Added