Deel 1. Celleer P. 1
1. Bouw en functie van de cel P. 1
2. Celmembraan P. 3
3. Erfelijk materiaal P. 5
4. Celdeling: mitose en meiose P. 7
Deel 2. Erfelijkheidsleer P. 11
1. Erfelijkheidsmateriaal P. 11
2. Erfelijke aandoeningen P. 12
Deel 3. Zenuwstelsel P. 13
1. Indeling van het zenuwstelsel P. 13
2. Ontwikkeling van het zenuwstelsel P. 13
3. Bouw van het zenuwstelsel P. 14
4. Functie en werking van het zenuwstelsel P. 19
5. Prikkeloverdracht P. 20
6. Neurologische aandoeningen P. 21
Deel 4. Het hormoonstelsel P. 25
1. Functie van hormonen P. 25
2. Werking van hormonen P. 25
3. Welke hormoonklieren zijn er? P. 25
4. De hypofyse met zijn hormonen P. 29
5. De regelkringen P. 31
6. Aandoeningen P. 31
Deel 5. Zintuigen: het oog P. 35
1. Bouw van het oog P. 35
2. Werking van het oog P. 37
3. Oogaandoeningen P. 38
Deel 5. Zintuigen: het oor P. 43
1. Bouw van het oor P. 43
2. Functie en werking van het oor P. 44
3. Gehoorafwijkingen P. 46
Deel 6. Omgaan met medicatie P. 49
1. Medicatie: definitie, oorsprong en indeling P. 49
2. Farmacokinetiek P. 50
3. Farmacodynamiek P. 52
4. Het first-pass effect P. 52
5. Nevenwerkingen en gevaren van geneesmiddelen P. 53
6. Beïnvloedende factoren van geneesmiddelen P. 54
7. Lokale of systematische werking van medicatie P. 55
8. Enterale of parenterale toediening P. 56
9. Therapietrouw P. 56
10. Verpakking en bewaren van geneesmiddelen P. 57
11. Vaccinatie P. 58
,Deel 1. Celleer
1 Bouw en functie van de cel
1.1. Bouw
o Cellen met dezelfde vorm en functie liggen bij
elkaar in een weefsel
o Elk organenstelsel heeft een eigen taak
o Organellen liggen in het cytoplasma
o Cytoplasma bestaat uit grondplasma
1.2. Celschema
o Cellen hebben een algemeen bouwplan MAAR ook
een paar verschillen -> wijst op hun functie
o Een cel bevat cytoplasma en celmembraan
o Het cytoplasma bestaat uit grondplasma en
celorganellen
1
,1.3. Celorganellen en hun functie
Celkern
o Meercellig = eukaryoot -> bevat celkern
o Ééncellig = prokaryoot
o Chromosomen worden gekopieerd en doorgegeven
aan de dochtercellen. Ze zijn verantwoordelijk voor
de erfelijke eigenschappen en bestaat uit DNA &
eiwitten
o De nucleolus zorgt voor de aanmaak van ribosomen
Mitochondriën
o Energie van voedsel => ATP (fungeert als opgeladen cel)
o ATP moleculen worden gemaakt in mitochondriën
(daarom naam kerncentrale)
o Mitochondriën bestaat uit dubbelmembraan,
grondplasma, DNA en enzymen. Het bevat de
grondstoffen voor ATP, namelijk ADP
(adenosinedifosfaat) en P (fosfaat)
Ribosomen en ER
o Ribosomen zijn zelf een eiwit en bevat dus eiwitten en
een celkern met informatie. Ze vertalen de informatie
uit hun celkern in eiwitten (gebeurt in het cytoplasma)
o ER = endoplasmatisch reticulum
o In het cytoplasma komen de ribosomen voor als losse bolletjes gebonden aan ER
o ER staat in verbinding met andere celorganellen en zorgt voor de transport van stoffen
binnen de cel
2
, Golgi-apparaat
o Bestaat uit gestapelde membranen => blaasjes
o Blaasjes zorgen voor het transport van stoffen = exocytose (= inhoud afgeven)
o Bewerkt stoffen en slaagt ze op
o Lysosomen = blaasjes met enzymen die stoffen afbreken. Ze kunnen versmelten met
voedselvacuolen
Cytoskelet
o Bestaat uit eiwitdraden die vastzitten aan de celmembraan en celorganellen
o Eiwitdraden maken cellen lang vb. zenuwcel
o Zorgt voor vorm en bewegelijkheid
1.4. Functie van de cellen
o De functie van de cel is af te lezen aan het uiterlijk
2 Celmembraan
o Vormt de grens tussen cytoplasma en de buitenwereld
o Via het celmembraan staan cellen in contact => cellen kunnen op elkaar reageren
o Bevat veel eiwitten en cholesterol
o Er is voortdurende uitwisseling van stoffen tussen grondplasma en de omgeving
o Membraan houdt ook stoffen tegen
2.1. Dubbele fosfolipidenlaag =
plasmamembraan
o Fosfolipiden bestaan uit een
clycerolmolecuul met 2 vetzuren,
een fosfaatgroep en een aminozuur
(= choline)
o De choline en fosfaat zijn hydrofiel =
trekken water aan en stoten vet af
o De vetzuren zijn hydrofoob = stoten
water af en trekken vet aan
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller chloepeeters1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.