Dit is een samenvatting van het vak doelgroepen 2. Dit vak wordt gegeven in de 4e periode van het 1e jaar orthopedagogie aan KDG. Ik was erdoor met deze samenvatting.
Deel 1. Personen met een visuele beperking P. 1
1. Terminologie P. 1
2. Etiologie P. 3
3. Prevalentie P. 3
4. Ondersteuning op verschillende levensdomeinen P. 4
5. Orthopedagogische vraag en aanbod bij visuele beperking P. 4
6. Overige tips P. 6
Deel 2. Personen met een auditieve beperking P. 7
1. Terminologie P. 7
2. Etiologie P. 9
3. Prevalentie P. 10
4. Geschiedenis van de visies op begeleiding P. 10
5. Mogelijke hulpmiddelen voor personen met een auditieve beperking P. 11
6. Ondersteuning op verschillende levensdomeinen P. 12
7. Orthopedagogische vraag en aanbod bij auditieve beperking P. 13
8. Tendensen en actualiteit P. 14
Deel 3. Personen met een meervoudige zintuiglijke beperking P. 15
1. Terminologie P. 15
2. Etiologie P. 15
3. Prevalentie P. 15
4. Ondersteuning op verschillende domeinen P. 16
5. Orthopedagogische vraag en aanbod bij meervoudige zintuiglijke beperking P. 16
Deel 4. Personen met dementie P. 18
1. Terminologie P. 18
2. Diagnostisch onderzoek P. 20
3. Prevalentie P. 20
4. Ondersteuning op verschillende levensdomeinen P. 20
5. Ortho-agogische vraag en aanbod P. 21
Deel 5. Niet-begeleide minderjarigen P. 25
1. Terminologie P. 25
2. Etiologie P. 25
3. Prevalentie P. 26
4. Ondersteuning op verschillende levensdomeinen P. 26
5. Asielprocedure en opvangtraject P. 29
6. Orthopedagogische vraag en aanbod P. 31
Doelgroepen 2
,Deel 1. Personen met een visuele beperking
1 Terminologie
Vooral gezichtsscherpte en gezichtsveld spelen een belangrijke rol bij de oftalmologische
indeling
De etiologische indeling is gebaseerd op de lokalisatie en aard van de visuele aandoening
De oftalmologische en etiologische indeling gaan uit van een stoornis
De functionele indeling gaat uit van een beperking
Oftalmologische indeling
= de oogheelkundige of medische definiëring
Gebaseerd op het vaststellen of meten van het visuele waarnemingsvermogen
o Gezichtsscherpte en gezichtsveld zijn hier belangrijk
Beperkingen van visuele functies kunnen gevolgen hebben voor de ontwikkeling en beleving
van een persoon
Gezichtsscherpte of visus
Laat toe bijzonderheden en vormen van voorwerpen te onderscheiden
Men bepaalt de gezichtsscherpte door de grootte van het kleinste voorwerp dat op een
bepaalde afstand duidelijk gezien kan worden
o Kan gemeten worden voor het veraf en dichtbij zien
E-figuren of onderbroken cirkels worden gebruikt als screeningsinstrument voor het veraf
zien
o Worden in alle richtingen gedraaid
o De patiënt moet met de hand de stand aangeven van de figuur
o De tekens hebben bepaalde groottes die theoretisch door een normaal
functionerend oog herkend moeten worden
Vb. iemand die een letter met waarde 6 op 6 meter afstand herkent heeft
een visus van 6/6 of 1
Vb. iemand die de letter met waarde 36 pas op 6 meter afstand herkent
heeft een visus van 6/36
De gezichtsscherpte voor het dichtbij zien wordt gemeten met leeskaarten met letters en
cijfers die men op 30 cm van het oog houdt
o Resultaten zijn minder betrouwbaar -> voorzichtig interpreteren
Voor het meten van de visus bij jonge kinderen of kinderen met een meervoudige beperking
wordt een geautomatiseerd auto-en photorefractometer gebruikt
o Leidt tot een benaderende waarde die een aanduiding geeft van de ernst van de
problemen
Bij kleuters worden leeskaarten met figuurtjes gebruikt
In België en Nederland volgt men de indeling van WGO
1
, o Iemand wordt als blind beschouwd als de gezichtsscherpte van het beste oog, met
correctie van lens of bril, op afstand minder is dan 1/20
o Zwaar slechtziend: hoger dan 1/20maar lager of gelijk aan 3/10
o Matig tot licht slechtzien: meer dan 3/10 maar minder dan het normale
gezichtsvermogen
o Iemand die met correctie van bril of lenzen optimaal ziet wordt niet als slechtziend
beschouwd
Gezichtsveld
Het gezichtsveld = het totale gebied dat overzien kan worden als men het hoofd en de ogen
volkomen stil houdt
We zien enkel scherp in het centrale gezichtsveld d.m.v. de gele vlek (bevat de kegeltjes)
Met de rest van ons netvlies zien we onscherp = perifeer gezichtsveld
o Rol van waarschuwingsapparaat en voor oriëntering
Het meten van het gezichtsveld gebeurt met een perimeter
o Koepel met centraal een spiegeltje
o Er beweegt een lichtje door de koepel
o De persoon geeft aan wanneer hij het lichtje waarneemt
o Vraagt concentratie en een goede medewerking -> pas vanaf 6 jaar
Jongere leeftijd: aantrekkelijk voorwerp
Normaal is het gezichtsveld in de horizontale projectie 160° en in de verticale 130°. Het
gezichtsveld van 1 gezond oog is 140° en van de 2 ogen 180°
o Blind: gezichtsveld van 10° of minder
o Zwaar slechtziend: 10°-20°
o Matig of licht slechtziend: minder dan het optimale, maar meer dan 20°
In België wordt een persoon als blind beschouwd wanneer die een gezichtsscherpte heeft
van 0 of minder dan 1/20 voor het beste oog en/of als het gezichtsveld gereduceerd is tot
10° of minder
Indeling volgens lokalisatie van het letsel
Visuele stoornissen kunnen ingedeeld worden naar de plaats waar de stoornis zich voordoet
Het optische systeem bestaat uit beide ogen, de gezichtsbanen en het optisch centrum
Er wordt een onderscheid gemaakt tussen stoornissen aan de ogen (= oculaire stoornissen
(OVS)) en stoornissen aan de gezichtsbanen of optisch centrum (= cerebrale
visusstoornissen (CVS) = cerebrale visuele inperking (CVI)).
o CVS komt steeds vaker voor bij personen met meervoudige beperkingen
2
, Functionele indeling
Een functionele diagnostische benadering geeft meer aangrijpingspunten en baseert zch op
het resterend gezichtsvermogen
Onderscheid tussen:
o Personen die geen enkele visuele reactie vertonen
o Personen met minimale visuele reacties
o Personen die zich visueel kunnen oriënteren en toch stoornissen vertonen
2 Etiologie
Voor de oorzaken van blindheid en slechtziendheid is het belangrijk te kijken naar de
lokalisatie of andere oorzaken
o Erfelijke factoren
o Problemen tijdens de zwangerschap
o Problemen rond de geboorte
o Verwonding en vergiftiging
o Chronische ziekten
o Tumoren in het netvlies
o Neurologische ziekten
o Hersenletsel na trauma
o Veroudering
3 Prevalentie
Het is moeilijk een juist beeld te krijgen -> de registratie van het aantal personen met een
functiebeperking verloopt via verschillende instanties en worden dus verspreid geregistreerd
Oorzaken van blindheid
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller chloepeeters1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.