Juridische thema’s
Het tentamen bestaat uit twee onderdelen: ondernemingsrecht (15 punten & aantekeningen)
en intellectuele eigendommen (35 punten & boek).
Vertegenwoordiging
Definitie:
A -> B -> C
A = rijk en druk.
B = het neefje van A en wil graag werken bij A.
A zegt tegen B: koop namens mij een kast van C voor €30.000,-
B koopt de kast namens A van C.
Koopcontract: handtekeningen van B & C.
Ovk: tussen A & C. B valt er tussen uit.
Er komt een deal tot stand tussen A & C.
Alleen C krijgt zijn geld niet. Tegen wie moet hij procederen?
Als C naar B gaat, heeft B er niets mee te maken. B is trouwens 11 jaar, rookt en kan geel
deal sluiten. Dat doet B ook niet, want B valt er tussen uit. De deal is tot stand gekomen
tussen A & C.
Elementen:
- B verricht een rechtshandeling (ovk)
- Het moet in de naam van A zijn
- B moet bevoegd zijn.
Hoe wordt B bevoegd?
1. Op de grond van de wet:
A. A is handelingsonbekwaam (kinderen B dan de ouders & gekken)
B. A is failliet (curator)
C. A is een rechtspersoon (B = management, bestuur, directeur / A is bv. een
BV)!
D. A is V.O.F.
2. Vrijwillig -> op grond van een ovk.
Volmacht – art. 3:60 BW (definitie)
Wil jij dit voor mij regelen?
Gevolg – art. 3:66 lid 1 BW!
A = volmachtgever -> B = gevolmachtigde -> C = derde
Ontstaan – art. 3:61 lid 1 BW
a. stilzwijgend (deze volmacht is meestal onderdeel van een andere overeenkomst, namelijk
arbeid)
b. uitdrukkelijk:
- ‘’losse’’ volmacht (B heeft niet de plicht om de ovk / opdracht uit te voeren.
- Lastgeving art. 7:414 BW (B heeft de plicht om de ovk / opdracht uit te voeren)
,Voorbeelden:
Situatie 1:
A zegt tegen B verkoop mijn huis. B verkoopt het huis aan zichzelf.
Art. 3:68 BW ‘’Selbsteintritt’’. Dit mag niet als er botsing van belangen kan ontstaan
(verlangen verstrengelingen).
Huis goedkoop verkocht én geen moeite gedaan om er meer voor te krijgen.
Situatie 1 mag niet.
Situatie 2:
A zegt tegen B verkoop mijn huis voor minimaal €650.000,-. B koopt in de avond het huis
voor dat geld. A is niet blij want A wou meer dan dat bedrag.
Situatie 2 mag niet, want A wilt zo’n hoog mogelijk bedrag krijgen en is nu niet blij.
Situatie 3:
A zegt tegen B je moet mijn huis verkopen, want ik moet er van af. Ik wil er €650.000,- voor
hebben. B koop het huis voor dat bedrag.
Geen botsing van belangen dus dit mag wel. Beide partijen tevreden.
Stel: B was niet bevoegd.
A houdt van auto’s restaureren, want dat is zijn hobby. A zegt tegen B koop de auto van C
voor max. €25.000,- namens mij. B komt bij C aan en ziet dat de auto helemaal mooi
gerestaureerd is en veel meer waard is. B kan de auto meekrijgen voor €30.000,-.
B sluit ovk namens A voor €30.000,-.
Hoofdregel: art. 3:66 BW
Geen OVK tussen B en C, want hij heeft het namens A gekocht.
Geen OVK tussen A en C
o 2 uitzonderingen (dan wel ovk tussen A en C)
Art. 3:69 BW = bekrachtiging (hij betaalt gewoon want wilt hem)
Art. 3:61 BW = er komt toch een ovk tot stand tussen A en C, als C
erop mocht vertrouwen dat B wel bevoegd is. Let op: dit vertrouwen
moet zijn veroorzaakt door A.
Opdracht huis (zie groepsapp):
A) B was niet bevoegd, boven zijn bevoegd uit. 3:66 BW. Bedrag boven het max bedrag.
B) art. 3:61 mocht C erop vertrouwen dat B bevoegd was, is veroorzaakt door A door de
brief. Wel een deal tussen a en c voor 285
, Inleiding IER !
Welke intellectuele eigendomsrechten zijn er?
Object: wat wordt er precies beschermd door deze rechten?
Hoe verkrijg je deze rechten?
Hoe lang is de maximum beschermingsduur?
Ondernemen
- Elke ondernemer heeft te maken met concurrenten.
- Een onderneming onderscheidt zich van zijn concurrenten o.a. door zijn naam en zijn
(creatieve) prestaties.
- Hoe beschermt een ondernemer:
o De naam van zijn bedrijf (Daimler)
o De naam van zijn producten (Mercedes Benz)
o De logo’s
o Zijn creatieve ideeën
o Het design, de technische details van zijn producten
4 formats / stappenplannen uit je hoofd leren -> Reader.
Het mededingingsrecht reguleert deze concurrentiestrijd
a) publiekrechtelijk -> hier treedt de overheid op (gebeurt bijna nooit!)
b) privaatrechtelijk -> hier moet de ondernemer zelf in actie komen bij oneerlijke
concurrentie:
- Via art. 6:162 BW -> onrechtmatige daad (gebeurt niet op tentamen!)
- Via één van de 9 intellectuele eigendomsrechten:
o Auteursrecht (27 BW):
Kunst; schilderijen, muziek, boeken, beeldhouwerij,
gebruiksvoorwerpen (schoenen, tafel, stoel, horloge) etc.
Kunst is alleen kunst als het origineel is.
Moet het er zo uit te zien? Nee, dan kunst.
o Naburige rechten
Geeft een alleenrecht aan:
De uitvoerende kunstenaar: iemand die tekst, muziek of
dans van een ander uitvoert.
De producenten van geluidsdrager
Omroeporganisaties
Componisten: Buma Stemra
Uitvoerende artiesten: SENA
o Chipsrecht (slap wetje)
Regelen inzake de bescherming van topografieën van
halfgeleidersproducten
o Octooirecht
Geeft alleenrecht aan de uitvinder van een nieuw(e), op terrein van
techniek:
Voortbrengsel: Air Max, typemachine, BlackBerry, Lego,
Game Boy.
Stof (onderdeel van ‘medicijn’): Zendium
Werkwijze: kleuren van een potplant, Gilette.
o Handelsnaamrecht (de naam van een winkel van een bedrijf)!
Geeft het alleenrecht aan iemand die een onderneming drijft op het
gebruik van een bepaalde handelsnaam.
o Merkenrecht (de naam van het product of dienst) (ook de klank!)
o Modellenrecht
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ElisabethO. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.