Hoofdstuk 1 Algemene inleiding
De rechtshandeling
In de wet staat geen omschrijving van het begrip rechtshandeling. Het ontbreken van een
begripsomschrijving neemt niet weg dat de wet aanwijzingen bevat over datgene wat de wetgever zich bij
het verschijnsel rechtshandeling heeft voorgesteld. Art. 3:33 BW geeft aan wat voor een rechtshandeling
nodig is: een rechtshandeling vereist een op rechtsgevolg gerichte wil, die zich door een verklaring heeft
geopenbaard. In de literatuur wordt de rechtshandeling dan ook vaak gedefinieerd als een handeling die
op rechtsgevolg is gericht of als een handeling waarmee rechtsgevolg wordt beoogd.
Het gegeven dat zij op het intreden van rechtsgevolg moet zijn gericht, onderscheidt de rechtshandeling
van gewone handelingen. Rechtshandelingen zijn uitsluiten de handelingen die, naar hun aard, gericht
zijn op een of meer bepaalde rechtsgevolgen. Voorbeelden zijn het sluiten van een koop- of
arbeidsovereenkomst en het opzeggen van een huurcontract. Een onrechtmatige handeling is geen
rechtshandeling.
Meerzijdige en enkelzijdige rechtshandelingen: titel 3.2, art. 3:32-59 BW
De rubriek van de rechtshandelingen kan worden ontleend in meerzijdige en eenzijdige
rechtshandelingen.
- De Meerzijdige rechtshandeling laat zich omschrijven als een rechtshandeling- dus een op
rechtsgevolg gerichte handeling- die door meer dan één persoon wordt verricht. (de
overeenkomst)
- De eenzijdige rechtshandeling wordt door slechts één persoon tot stand gebracht. Voor de
geldigheid van veel van deze eenzijdige rechtshandelingen is vereist, dat de bewuste handeling
tot een bepaalde andere persoon wordt gericht. Die andere persoon brengt de handeling niet zelf
mede tot stand, maar hij fungeert als ontvanger van de verklaring, als geadresseerde.
(vernietiging van een koopovereenkomst, opzegging huurcontract)
Naast deze ‘eenzijdige gerichte’ kent het recht ‘eenzijdige niet-gerichte’ rechtshandelingen; voor
de totstandkoming hiervan is noch instemming van een ander persoon, noch de ontvangst door
een bepaalde andere persoon noodzakelijk. (maken testament)
Rechtshandelingen buiten het vermogensrecht
Titel 3.2 (rechtshandelingen) maakt deel uit van Boek 3; gezien deze plaatsing zijn de erin vervatte
bepalingen geschreven voor rechtshandelingen van vermogensrechtelijke aard. De schakelbepaling van
art. 3:59: de regels van de rechtshandelingentitel vinden buiten het vermogensrecht overeenkomstige
toepassing, voor zover de aard van de rechtshandeling of van de rechtsbetrekking zich daartegen niet
verzet.
De (obligatoire) overeenkomst
Dit begrip wordt wel in de wet omschreven: een overeenkomst in de zin van art. 6.5 is een meerzijdige
rechtshandeling, waarbij een of meer partijen jegens een of meer andere een verbintenis aangaan (art.
6:213 lid 1 BW). Iedere overeenkomst is een rechtshandeling. In verreweg de meeste gevallen wordt de
overeenkomst gesloten door en tussen twee partijen. Volgens de omschrijving van art. 6:213 lid 1 wordt
de overeenkomst gekenmerkt door haar verbintenisscheppende- vaak wordt gesproken van obligatoire-
karakter. Zo schept een koopovereenkomst voor de verkoperde verbintenis om de zaak te geven, en voor
,de koper de verbintenis om daarvoor de prijs in geld te betalen (art. 7:1).
Maar het recht kent ook overeenkomsten tussen meer dan twee partijen, de
meerpartijenovereenkomsten 6:213 lid 2 BW.. Voorbeelden: driehoeksruil en het aanvaarde
derdenbeding. Sommige overeenkomsten zijn in Boek 7 of 7A van een nadere wettelijke uitwerking
voorzien. Die overeenkomsttypen noemt men bijzondere overeenkomsten.
De obligatoire overeenkomsten kunnen aan de hand van diverse criteria op diverse wijzen worden
onderverdeeld:
- Tweepartijen- tegenover meerpartijenovereenkomsten
- Bijzondere overeenkomsten tegen niet-bijzondere overeenkomsten
- Wederkerige overeenkomsten tegenover eenzijdige overeenkomsten. Een overeenkomst is
wederkerig indien elk van beide partijen een verbintenis op zich neemt ter verkrijging van de
prestatie waartoe de wederpartij zich daartegenover jegens haar verbindt.
- Overeenkomsten onder bezwarende titel tegenover overeenkomsten om niet. Een
contractspartij gaat een overeenkomst aan onder bezwarende titel, indien de door haar
toegezegd prestatie in verband staat met een bepaalde prestatie van de wederpartij.
- Consensuele overeenkomsten tegenover formele overeenkomsten. Vormvrije overeenkomsten
noemt men consensuele overeenkomsten. Als er toch een vormvereiste geldt dan noemt men
dat formele overeenkomsten.
- Kortstondige overeenkomsten tegenover duurovereenkomsten
Grondbeginselen van contractenrecht
Het recht betreffende de obligatoire overeenkomst wordt beheerst door een drietal grondbeginselen: de
contractsvrijheid, de vormvrijheid en de verbindende kracht van de overeenkomst.
1. Contractsvrijheid; het grondbeginsel van de contractsvrijheid houdt in, dat het partijen vrijstaat
een overeenkomst te sluiten met wie zij wensen, met de inhoud die zij wensen en op het
moment dat zij wensen. De contractsvrijheid vindt haar grens, waar de uitoefening ervan in een
concrete situatie in conflict komt met een belang van hogere orde. Dan verschijnt art. 3:40 BW
ten tonele, dat de overeenkomst nietig verklaart in geval van strijd met een dwingende
wetsbepaling, met de goede zeden of met de openbare orde.
2. De vormvrijheid; het tweede grondbeginsel is voor alle rechtshandelingen neergelegd in art. 3:37
lid 1: tenzij anders is bepaald, kunnen verklaringen in iedere vorm geschieden, en kunnen zij in
een of meer gedragingen besloten liggen.
3. De verbindende kracht van de overeenkomst; het derde grondbeginsel wordt vaak weergegeven
als ‘pacta sunt servanda’. (Belofte maakt schuld)
Partijen en hun hoedanigheid
Gedurende de laatste decennia heeft zich in de rechtspraak en literatuur op verschillende terreinen een
tendens afgetekend om naar de hoedanigheid van partijen te differentiëren:
- Een eerste gebied vormt de uitleg van de overeenkomst. In diverse arresten heeft de HR
uitgemaakt dat als een door een professionele contractant opgesteld beding onduidelijkheden
bevat, het voor de hand ligt dit beding in het voordeel van diens (leek)wederpartij uit te leggen.
En in het bekende Haviltex-arrest overwoog de HR ten aanzien van de contractsuitleg in het
, algemeen, dat daarbij van belang kan zijn tot welke maatschappelijke kring partijen behoren en
welke rechtskennis van zodanige partijen mag worden verwacht.
- In de tweede plaats valt te wijzen op het gewicht dat in het kader van een beroep op dwaling
pleegt te worden toegekend aan de over en weer aanwezig gebleken deskundigheid.
- In de derde plaats is te denken aan de resultaten waartoe de toetsing aan redelijkheid en
billijkheid aanleiding kan geven.
Kenbronnen
Kenbronnen van het burgerlijk recht- en dus ook van het rechtshandelingen en overeenkomstenrecht-
zijn de wet, de rechtspraak en de literatuur. Nog een belangrijke bron is de parlementaire geschiedenis.
Wat de jurisprudentie betreft komt uiteraard een groot gezag toe aan de uitspraken van de HR der
Nederlanden.
Europese richtlijnen
Tegenwoordig is de ontwikkeling van wetgeving geen louter nationale aangelegenheid. De organen van
de Europese Unie stellen geregeld richtlijnen vast die voor het burgerlijk recht relevant zijn.
Internationaal privaatrecht
Soms staat de rechter voor de keuze om uit te maken door welke nationaal recht een bepaald relatie
wordt beheerst. De keuze tussen deze mogelijkheden is het werkterrein van een afzonderlijk gedeelte
van het privaatrecht, het zogenaamde internationaal privaatrecht.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller MvanRijn. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.83. You're not tied to anything after your purchase.