Economie samenvatting module 1
Hoofdstuk 1 paragraaf 1
Behoefte = wens die iemand vervuld wil zien
Middel = product en/of dienst die in een behoefte kan voorzien/bevredigen
Schaarste = spanningsveld tussen onbegrensde behoeften en beperkt aanwezige middelen
Alternatief aanwendbaar = feit dat een middel op verschillende manieren gebruikt kan
worden, je kan je hetzelfde middel in verschillende behoeften voorzien
Aanwendingsrichting = manier waarop een middel gebruikt kan worden
Voorkeur = gewenste aanwendingsrichting van een middel
- De behoeften die iemand heeft, hangen af van de voorkeuren van iemand
Op welke manier wordt een middel gebruikt? = Wat is de beste aanwendingsrichting van een
middel?
1. Bepaal alle mogelijke aanwendingsrichtingen van het middel
2. Bereken voor iedere aanwendingsrichting de kosten en opbrengsten
3. Kies de aanwendingsrichting waar bij de opbrengsten het meest uitstijgen boven de
kosten
Baten = opbrengst van het gebruik van een middel
Kosten = geldwaarde van het gebruik of gebruik van productiefactoren
Nettobaten = baten – kosten
Hoe beren je de baten van bijv. een paar schoenen? Of van een zaterdagochtend uitslapen?
wat is dat paar nieuwe schoenen? Hoeveel euro heb je ervoor over om zaterdagochtend
te mogen uitslapen?
Om de totale kosten te bepalen, moet je de volgende vraag beantwoorden hoeveel euro
heb je ervoor over om niet te hoeven werken bij de supermarkt als je daar zonder loon zou
moeten werken? Is dit bijvoorbeeld 10 euro? Dan moet je die kosten optellen bij de
benzinekosten
Opofferingskosten = nettobaten van de best denkbare alternatieve aanwending
- Het gene dat je misloopt omdat je een bepaalde keuze maakt
- Het verwaarlozen van opofferingskosten kan grote gevolgen hebben de
gecorrigeerde nettobaten worden dan verkeerd berekend
Hoofdstuk 1 paragraaf 2
Budget = hoeveelheid middelen waarover iemand beschikt
, Bij het budget of bestedingsruimte wordt onderscheid gemaakt tussen 2 soorten middelen:
1. Tastbare middelen: alle goederen en geld waarover iemand beschikt, geld en
middelen zijn immers inwisselbaar, daarom wordt het budget meestal uitgedrukt in
geld
2. Tijd
Productcombinaties = mandje van goederen en/of diensten waar het budget aan besteed
wordt
- Voorbeelden: uitslapen en daarna sporten, een hamburger en een blikje frisdrank
Omdat het budget de keuzes beperkt, moet je achterhalen welke productcombinaties met
een bepaald budget gekocht kunnen worden
Budgetlijn = lijn van alle mogelijke productcombinaties die maximaal kunnen worden
gekocht van een gegeven budget
- Laat zien welke productiecombinaties binnen een budget passen en welke niet
Vergelijking van de budgetlijn = wiskundige formule van de budgetlijn
- B = p1q1 + p2q2
Wanneer verschuift de budgetlijn?
1. Als het budget verandert
2. Als één of meer prijzen veranderen de helling (richtingscoëfficiënt) van de
budgetlijn
Als de beide prijzen in verhouding stijgen of dalen, verandert de helling van de budgetlijn
niet, maar verschuift de budgetlijn evenwijdig
Waar hangt de productiecombinatie die iemand kiest vanaf?
1. Zijn voorkeuren
2. De opofferingskosten voor iemand met een hoger uurloon zijn de
opofferingskosten van vrije tijd hoger
3. Een aanwendingsrichting
Hoofdstuk 2 paragraaf 1
Ruilen = uitwisseling van middelen
Wederzijds voordeel = voordeel dat tot stand komt bij een ruil, beide partijen hebben er
baat bij
Bij een ruil zijn ten minste twee middelen betrokken: de middelen die geruild worden
Aanbieder = partij die een middel aanbiedt bij de ruil
Vrager = partij die een middel vraagt bij een ruil
Bij een ruil van twee middelen is iedere partij zowel vrager als aanbieder
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller amyvansluijs. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.47. You're not tied to anything after your purchase.