Psychopathologie
Hoofdstuk 12: Genderdysforie en persoonlijkheidsstoornis
Doelstellingen:
Te kennen
- Powerpoint Genderdysforie. Het bestand ‘Genderdysforie tekst handboek’ dient als
achtergrond bij dit onderdeel waarbij enkel de zaken die ook in de Powerpoint aan
bod komen dienen gekend te zijn
- Powerpoint Persoonlijkheid en persoonlijkheidsstoornissen
- Powerpoint Borderline persoonlijkheidsstoornis
Te kunnen
- Genderdysforie
o Onderscheid maken tussen belangrijke begrippen (sekse, geslacht,
genderidentiteit)
o Fasen in de genderidenteitsontwikkeling
o Kenmerken van de DSM-5 kunnen toepassen op een casus
o Belangrijke elementen van behandeling kennen voor zowel kinderen als
adolescenten
- Persoonlijkheidsstoornisen
o Verschil tussen temperament en persoonlijkheid
o Kenmerken van de cluster A, cluster B en cluster C
persoonlijkheidsstoornissen kennen
o Algemene kenmerken van een persoonlijkheidsstoornis
- Borderline persoonlijkheidsstoornis
o Symptomen kunnen herkennen in een casus: kunnen benoemen tot welke
psychische stoornis deze symptomen kunnen behoren (classificatie) en
kunnen aangeven aan welke classificatie je nog hebt gedacht maar hebt
uitgesloten (= differentiële diagnose geven). Het casusmateriaal zal duidelijk
zijn.
o Comorbiditeit, suïcide en de verschillende levensdomeinen waarop personen
met borderline problemen ondervinden
o Welke risicofactoren spelen rol bij het ontstaan van een borderline
persoonlijkheidsstoornis?
o Behandeling van borderline: wat zijn kenmerken van de behandeling, welke
behandeling bestaat er (dialectische gedragstherapie, systeem therapie,
medicatie)
, Sekse, gender en genderidentiteit
Sekse: biologische aspecten, bij de geboorte toegewezen geslacht.
Gender: psychologische en sociale aspecten, sociaal construct.
Genderidentiteit: persoonlijke beleving van je gender
Genderrol: observeerbaar gedrag dat volgens de maatschappij hoort bij een bepaald
geslacht.
Het geslacht:
0 – 2 jaar: stemmen en uiterlijke kenmerken, geen besef van jongen-meisje. Ze leren dus
door uiterlijke kenmerken en stemmen wat een man of vrouw is. Ze gaan ouders niet als
jongen/meisje gaan benoemen.
2 – 3 jaar: genderlabeling: benoemen van eigen geslacht en dat van anderen.
3 – 7 jaar: geslacht is stabiel, systematisch onderscheid tussen man en vrouw. Besef is er ook
dat als een vrouw mannenkleren aandoet, de vrouw nog steeds vrouw blijft.
Gender:
Genderschema’s: alle informatie wordt opgeslagen in schema’s. Een kind heeft dus kennis
over de genderstereotypen/gedragingen, alles kan in hokjes gezet worden.
Kennis over gender beïnvloed waarneming van de wereld en gedrag.
Omgeving:
Emotionele betekenis en waarden. Omgeving speelt dus ook een rol. Vanaf de leeftijd van 6
jaar zien we dat ze minder met het ander geslacht gaan spelen.
Bepaalde gedragingen kunnen door omgeving bestraft worden.
Jongens wenen niet.
Genderdysforie
Genderidentiteitsstoornis: gevoel van onbehagen dat een persoon ervaart bij de stereotypen
rol dat bij het eigen geslacht pas en ook de eigen lichamelijke geslachtskenmerken.
Genderdysforie staat in de DSM-5, zo verkrijgen ze toegang tot de jeugdhulp. De nadruk ligt
op het lijden.
- Er wordt een onderscheid gemaakt tussen genderdysforie bij kinderen en
volwassenen. Bij kinderen moet dit zich minstens zes maanden uiten, met minstens 6
kenmerken:
o Een sterk verlangen om van het andere gender te zijn of volhouden tot het
andere gender te behoren.
o Het dragen van kleding van het andere geslacht.
o Een sterke voorkeur voor rollen van het andere gender tijdens het doen-alsof
spel of fantasiespel.
o Een sterke voorkeur voor speelgoed, spelletjes, activiteiten die steeds door
het andere gender worden gebruikt of uitgevoerd.
o Een sterke voorkeur voor speelkameraadjes van het andere gender.
o Een sterk afwijzen van typisch meisjesspeelgoed of jongensspeelgoed.
o Een sterke afkeer van eigen lichamelijke kenmerken.
o Een sterk verlangen om primaire/secundaire geslachtskenmerken te hebben
van de andere gender.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jokelienwuyts. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.