Table of Contents
Inleiding..................................................................................................................................................2
Epidemiologie.........................................................................................................................................2
Anatomie/fysiologie...............................................................................................................................2
Etiologie..................................................................................................................................................3
Symptomatologie...................................................................................................................................3
onderzoek en diagnostiek.......................................................................................................................3
Therapie/ behandeling...........................................................................................................................4
prognose/ beloop...................................................................................................................................4
Complicaties...........................................................................................................................................4
Aandachtspunten pre operatieve zorg...................................................................................................5
,Inleiding
Diabetes is een ziekte waarbij het lichaam de bloedsuiker niet meer in evenwicht kan houden. Dat
komt doordat het lichaam te weinig van het hormoon insuline heeft. En ook reageert het lichaam
vaak niet meer goed op insuline. Of het maakt helemaal geen insuline meer. Insuline regelt de
bloedsuikerspiegel.
Epidemiologie
Ruim 1,2 miljoen Nederlanders hebben diabetes, dus 1 op de 14 Nederlanders. Iets
meer mannen dan vrouwen. Daarvan hebben 1,1 miljoen officieel de diagnose, de rest loopt
er ongemerkt mee rond.
In 2010 hadden zo’n 200.000 Nederlanders diabetes zonder dat ze het wisten. Het huidige
precieze aantal is niet bekend.
60.500 Nederlanders per jaar horen dat ze diabetes hebben. Dat zijn 1.163 mensen per
week, 166 per dag.
Negen op de tien mensen met diabetes hebben diabetes type 2.
750.000 Nederlanders lopen groot risico om diabetes te krijgen: ze hebben een verstoorde
suikerhuishouding. Van hen krijgt een derde binnen zes jaar diabetes.
1 op de 3 van de huidige volwassen Nederlanders krijgt diabetes type 2, berekenden
onderzoekers van het Erasmus MC.
Anatomie/fysiologie
De alvleesklier, ook wel pancreas genoemd, bevindt zich boven in je buikholte, onder de lever en
achter de maag. Het dunne uiteinde aan de linkerkant van de alvleesklier noem je de staart. Het
dikste deel aan de rechterkant noem je de kop. Van de kop naar de staart loopt de alvleesklierbuis.
Dit is een afvoergang die de pancreassappen, die de alvleesklier maakt, naar de twaalfvingerige darm
afvoert. Een kleinere afvoergang, de tweede alvleesklierbuis, vervoert ook pancreassap naar de
twaalfvingerige darm. De meeste cellen uit je alvleesklier produceren pancreassap. Deze cellen
vormen sapproducerende blaasjes die je accini noemt. Andere cellen uit de alvleesklier produceren
hormonen. Deze cellen liggen in groepjes en worden de eilandjes van Langerhans genoemd
Wij halen onze energie uit voedsel. Belangrijke voedingsstoffen zijn koolhydraten, vetten en eiwitten.
Deze voedingsstoffen worden tijdens je vertering onder andere omgezet in glucose.
Dit komt vervolgens vanuit je spijsverteringsstelsel in je bloed terecht. Je bloedsuikerspiegel stijgt
dan. Het is van belang dat je glucosespiegel altijd tussen de 4 en 8 milimol/liter ligt. Hier zorgen de
hormonen glucagon en insuline voor. Een stijgende glucosespiegel is een signaal voor de alvleesklier
om insuline af te geven aan het bloed. Insuline zorgt ervoor dat je lichaamscellen glucose uit je bloed
gaan opnemen. De glucosedeeltjes worden aan elkaar gekoppeld en vormen zo lange ketens. Deze
ketens noem je glycogeen. Glycogeen kan vervolgens worden opgeslagen in de lever en in de
spieren, als energiereserve. Je glucosespiegel daalt weer. Onder andere insuline zorgt er ook voor dat
je geen hongergevoel meer hebt. Wanneer je een tijdje niets gegeten hebt, daalt je glucosespiegel. Je
hebt nieuwe energie nodig. Je alvleesklier geeft dan het hormoon glucagon af aan het bloed. Dit
hormoon zorgt ervoor dat het glycogeen in de lever wordt afgebroken tot glucose en afgegeven aan
het bloed. Je glucosespiegel stijgt. Omdat glucagon en insuline een tegengestelde functie hebben,
, zorgen ze er samen voor dat de glucosespiegel in balans is. Als de alvleesklier geen insuline
aanmaakt, dan wordt de suikerspiegel in je bloed te hoog. Je hebt dan diabetes mellitus type 1.
Maakt de alvleesklier te weinig insuline aan of reageert het lichaam er onvoldoende op, dan heb je
diabetes type 2.
Etiologie.
Oorzaken diabetes type 1:
Virussen
Voeding
Erfelijkheid
Diabetes type 1 kun je niet voorkomen.
Oorzaken diabetes type 2:
Erfelijke aanleg
(Ernstig) overgewicht
Te weinig bewegen
Roken
Voeding
Symptomatologie
Diabetes type 1 wordt meestal snel ontdekt. Iemand met onbehandelde diabetes type 1 drinkt heel
veel, valt af en voelt zich in korte tijd zo ziek dat hij wel naar de huisarts gaat. Bij diabetes type 1 zijn
mogelijke klachten:
veel dorst en veel plassen
afvallen zonder dat daar een reden voor is
ziek en beroerd voelen
veel honger hebben, of juist helemaal niet
wazig zien
misselijk zijn of overgeven
Diabetes type 2 komt het meest voor en is het moeilijkst te herkennen. Aanwijzingen kunnen zijn:
vaak dorst en veel plassen
veel moe zijn
last van ogen, zoals rode en branderige ogen, wazig zien, dubbel zien of slecht zien
slecht genezende wondjes
kortademigheid of pijn in de benen bij het lopen
infecties die vaak terugkomen, zoals blaasontsteking
onderzoek en diagnostiek
de diagnose diabetes wordt officieel gesteld aan de hand van het meten van de bloedglucose.
Wanneer er sprake is van diabetes is deze te hoog. Dit zijn de volgende testen om te kijken of iemand
diabetes heeft:
vingerprik hierbij krijg je een prikje in je vinger en word het bloed opgenomen op het apparaatje.
Dit apparaatje kan de bloedglucosespiegel meten en weergeven. Wanneer de bloedglucose hoger is
dan 8 mmo/l wanneer je nog niets heb gegeten is er aanvullend onderzoek nodig.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kimzuijderduijn. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.77. You're not tied to anything after your purchase.