Visie op de behandeling Visie op mensen en middelen.
Verschillende oorzaken van een psychiatrische stoornis: (vaak een combinatie)
- Sociale factoren ( bv; Dat anderen angstig op iemand reageren)
- Psychische factoren (bv; kan aan de basis liggen van andere gedragsmoeilijkheden)
- Lichamelijke factoren (bv; De hersenfunctiestoornis)
Somatische, psychische en sociale facetten hangen onlosmakelijk samen.
Het lichamelijke gezichtspunt;
(voorbeelden: dementie, syndroom van Korsakov, epilepsie, posttraumatische stoornissen)
Het lichamelijke gezichtspunt zal weer samenhangen met psychisch en sociaal functioneren. Hierop
zal een geschikt therapeutisch milieu op uitgezogd worden. (Bijvoorbeeld vaste oriëntatiepunten,
medische behandeling, aandacht vangen met zinvolle activiteiten.)
Het sociale gezichtspunt:
Patiënten die vastlopen in hun leven door veranderingen door bijvoorbeeld, werkeloosheid, kinderen
die het huis verlaten, verlies van geliefden, oorlogen en natuurrampen.
Voorbeelden van een geschikt therapeutisch milieu zouden kunnen zijn; Leren omgaan met
veranderingen, gesprekken met medepatiënten, een leefgroep waarin iemand verschillende sociale
rollen kan spelen, aandacht voor lichamelijk functioneren (spanning en stress verwerken, medicatie).
Het psychische gezichtspunt:
Door dat ze spanningen etc. binnen zichzelf ervarencie voor henzelf onverklaarbaar zijn. Dit kan zich
uiten in bijvoorbeeld in de war raken, stemmen horen, boos zijn, zien van dingen die er niet zijn en
het uitspreken van vreemde gedachten. Geschikte therpeutische milieus die hierbij zouden kunnen
passen zijn bijvoorbeeld; structuur en steun om contact met de realiteit te bevorderen, een goede
relatie opbouwen.
IV hoofdstuk 239-246
In een groep wordt bijvoorbeeld aan sociale vaardigheid training gedaan. Er kunnen ook aan elkaar
adviezen worden gegeven over het omgaan met de neiging psychotisch te reageren of te auto-
mutileren. Voor de ander heeft de groep een betekenis van een oefenterrein waarin
adaptatiepatronen uitgeprobeerd kunnen worden.
Het hangt van de doelstelling van een groep af waar deze zich bevindt. Groepen die een versteviging
van de structuur van de persoonlijkheid tot doel hebben, zullen zich ophouden in ruimten die iets
uitstralen van veiligheid en steun. Deze ruimte zijn vooral ingericht voor verschillende therapieën
(muziek), om samenhang te creëren.
,Een ruimte voor psychotherapeutische groepsgesprekken zal juist comfort uitstralen. Zodat ze
uitgenodigd worden tot delen en reflectie.
Is de behandeling gericht op externa adaptatie, dan kan de ruimte waarin de groep bij elkaar komt
soms onoverzichtelijk zijn. De ruimte roept de groep op tot ordenen en structureren.
Groepen kunnen ingedeeld worden op activiteiten. Er kan worden gesteld dat supportieve
behandelingsvormen groepen kennen die het individu ondersteunen in het bereiken van een
versteviging of verbetering van de structuur van de persoonlijkheid.
Bij het reconstructieve model zal de psychotherapie centraal staan. De activiteit zal de
psychotherapie ondersteunen. Hier komt vooral creatieve en psychomotorische therapie voor,
hierbij wordt het opheffen van afweermechanismen tewerkgesteld die bijvoorbeeld aanleiding
waren voor neurotische symptomen.
Bij het sociaal-therapeutische principe zullen activiteiten in groepen worden gedaan die gericht zijn
op sociale analyse, op ontdekken, op inzien hoe men met elkaar omgaat en waar en op welke manier
verandering daarin kan worden bereikt.
De behandelingsfilosofie bepaalt het doel van een groep. Bij het reconstructieve model is
psychotherapie het belangrijkste, hier gaat het voornamelijk om de verandering van interne
adaptatie.
Binnen het supportieve model staat de verbetering van de structuur van de persoonlijkheid voorop
of het leren leven met de beperkingen ervan.
Vanuit het sociaal therapeutische principe zal het doel zijn dat men tot betere externe adaptatie
stijlen komt.
Elke groep kan op twee niveaus worden beoordeeld: oppervlaktestructuur en dieptestructuur.
Oppervlakte structuur van een groep moet worden opgevat als en bepaalde structurele en
functionele ordening, die tot stand is gekomen met het oog op de doel van de groep. Kortom
structureel heeft te maken met de activiteiten en de doel van de groep. De oppervlaktestructuur van
de groep heeft te maken met de mate waarin externe adaptatiestijlen worden bepaald. Oftewel de
mate waarin men in staat is doelgericht te werken.
De dieptestructuur van de groep verwijst naar hoe persoonlijke factoren een bepaalde structurele en
functionele ordening binnen een groep bepalen. Het betreft zaken als haat, concurrentie en angst.
Dieptestructuur ven een groep volgt de resultante van interne adaptatiestijlen van mensen. Deze
stijlen verraden zichzelf door groepsconfiguraties.
Deze twee structuren kunnen elkaar beïnvloeden, positief (congruentie) of negatief (incongruentie).
(Blz. 111-143)
Behandelingen kunnen gericht zijn op;
- verandering / verbetering
- Begeleiding
, - Behoudt van functies
- Voorkomen van verdere aftakeling
Adaptatie: Betekend ‘aanpassing’en omvat het geheel van voelen, denken en gedrag van de mens.
De wisselwerking van kind en moeder kan op vier manieren worden opgevat: (Pine 1990)
- Het kind streeft naar lustbevrediging, het kind dat hongerig is verlangt zich naar de
moederborst. Het voelt zich tevreden en voldaan wanneer de honger is gestild.
- Wisselwerking, in dit proces leert het kind streven naar behoeftebevrediging uit te stellen en
op een latere fase uit te stellen. Leid tot afstemming van gevoelens waarbij het kind leert op
gevoelens te reguleren.
- De wijze waarop het object (de moeder) met het kind omgaat is bepalend hoe het kind
zichzelf voelt en in een latere fasen ziet en opvat.
- Een wisselwerking een beleving van zichzelf als ik.
Deze vier gezichtspunten verwijzen naar vier modellen, deze modellen hebben betrekking op de
ontwikkeling en structuur van de volgende persoonlijkheidsaspecten:
- De drift of emotionele huishouding van een mens in samenhang met motivatie
- Het ego van de mens
- De objectrelaties van een mens.
- Het ‘zelf’van een mens. De mogelijkheid zichzelf te beleven en zich te gedragen als
onderscheiden van anderen.
Binnenwereld: driften, behoeften en gevoelens (duwende krachten).
Buitenwereld: van anderen mensen, het gezin, de maatschappij met verboden, geboden normen en
waarden (trekkende krachten).
Het ego is op te vatten als dat deel van de mens dat bemiddelt tussen deze duwende en trekkende
krachten, binnen het ego zijn er drie systemen te onderscheiden;
- Interne adaptatie : het defensief of verdedigend systeem
- De structuur van de persoonlijkheid: het executief of het uitvoerend systeem
- Externe adaptatie: Het adaptief of aanpassend systeem.
Interne adaptatie (het defensief systeem)
Interne adaptie is veelal het censureren van gevoelens. (waar en wanneer mag een mens toegeven
aan eetlust, aan het bevredigen van seksuele behoeften, uiten van woede, vreugde en verdriet).
Deze aangeleerde mechanismen worden defensie of afweermechanismen genoemd, het zijn
onbewuste maatregelen die een persoon neemt om zichzelf te beschermen tegen pijnlijke gevoelens
die verbonden zijn aan onaangename situaties.
Afweermechanismen zijn noodzakelijk voor de aanpassing aan de werkelijkheid.
Vroege of primitieve defensiemechanismen beschermen het ego tegen twee elementen;
1. Het overspoeld worden door eigen instinctieve krachten en daar mee samenhangende
heftige emoties.
2. Het vernietigd worden door belangrijke anderen in de omgeving, zoals de moeder.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nvandermars. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.27. You're not tied to anything after your purchase.