1 geschiedenis
Ontdekking 18e eeuw: ontstaan van energie
- Suiker + zuurstof in het lichaam reageert oxiderend en tijdens dit
verbrandingsproces ontstaan energie, water en koolstofdioxide
- Ontdekt door: antoine lavoisier
- C 6 H 12O 6+6 O 2 →6 CO 2+6 H 20+ energie
1e grondlegger fotosynthese rond 18e eeuw
- Restproduct worden gebruikt door planten die met behulp van de zon
hier suiker en zuustof van gaan maken ( noodzakelijk alle organismes)
Ontdekking 19e eeuw: 1e routine analyse voor diervoeders => weende analyse
- 6 onderdelen: ruw eiwit, ruw vet, ruwe as, ruwe vezel, water, overige
koolyhydraten => fundamenten om voeding te splisten in onderdelen
- Ontdekker: wilhelm henneberg
- Nadeel: niet nauwkeurig
Ontdekking 20 e eeuw: 1e grond analyse vezels
- 3 onderdelen: NDF, ADF, ADL => voor planten eters
- Ondekker: peter van soest
2. rol dierenvoeding
Kern taak: voedingstoffen voorzien om aan de fysiologische behoeften van een dier
te voldoen => lichaam T op peil houden, produceren, groeien, bewegen, reproductie
Overige taak: voor het welzijn van dier
Voordbeelden:
- Graskuil: gemaald gras op een hoop sterk aangedrukt en verpact in plastich
waardoor geen zuustof + milieu fermenteren door bacterien die zuur produceert
hierdoor beter bewaartijd
slecht aflopen: bij niet volledig luchtdicht kunnen schimels ontstaan
met giftstioffen
- Rauwe voeding hond en kat: kan salmonella bevatten
- Pesticiden: dierentuinen krijgen soms groen van bomen in de stad maar hier kan
pesticiden op hangen
- Kostprijs: erg duur -> kwalitative met redelijke prijs zoeken
- Antibiotica: mag niet in vlees zitten
Rekeninhouden met dier: behalve energie en voedingstoffen ook….
- Spijsvertering stelsel functioneren
- Eetgedrag stimuleren
- Verzadigdheid gevoel
Staarbijten varken kan voorkopmen waneer dieren niet genoeg
verzadigd zijn -> komt door het type voeding dat ze geven
Leeuwen: elk dier krijgt elke dag vlees maar in het wild gaan ze een
hele grote prooi af en toe eten en dan Xdagen niets eten
- Structuur
Voordbeeld neushoorn: dieet aangepast van fruit/groenten/pellets
naar bladeren => er was een gebrek aan vezel en structuur
, Voordbeeld konijn: bij te weinig ruwvoer dus te weinig stuctuur en
hierdoor tandproblemen
- Mentale behoefte -> anders verveeld => dieren laten werken voor voeding
- Natuurlijk eetgedrag
Wilde dieren: veel tijd spenderen aan voedsel zoeken ( fourargeren)
Giraffe: zijn uren bezig met bladjes van de takken eten dus in gevang zie je
vaak sterotiep gedrag omdat ze dat hier niet kunnen doen
Piguins: in de zoo krijgen ze eten uit de hand en in het wild moeten ze dit
zelf zoeken in het water
Varkens in wild moeten ze zelf vroeten maar in gevang zitten ze op rooster
Sociale groep: in gevang elk 1 stuk vlees normaal is dit niet => oplossing is
een zipline met een dood dier aan zodat ze hun jachtgedrag kunnen
uitvoeren zoals teamwerk maar ook rangorde
- Opname capacitiet dieren: perfect dieet die voldoet aan alles kan ook soms teveel
zijn => voordbeeld drachtige kat heeft hoge behoefte aan energie maar heeft niet
zo veel plek in buik => geef voeding met hoge energie en dus een beetje minder
qua hoeveelheid
De 5 vrijheden van welfare:
= vrijheid van honger en normaal gedrag kunnen doen is basis dierenwelzijn
Hoofdstuk 1: chemische samenstelling en analyse van
voedermiddelen
Droge stof VS verse stof
= verschil in water gehalte in dierenvoeders => verse gras(80% water) vs hooi (10% water)
Water verdund voedingstoffen -> per eenheid minder energie, eiwit.. in voeder
Voorbeeld:
o Korrelvoeding kitten 100 gr => 7 % water + 24% vet
o Blikvoeding 100 gr => 79 % water + 6% vet
Doel: voldoende voedingstoffen en energie => compenseren met verdunningfactor
water
Via droge stof basis (= voeder waar al het water is uitgehaald)
Voorbeeld aanbeveling zebra
= Opname ruwvoeder: 2,5 % van lichaamsgewicht op droge stof basis
Berekening: zebra 260 kg -> per dag 6,6 kg ruwvoerder op droge stof nodig
Soorten ruwvoeder: verse stof
Hooi: 10% water + 90 % droge stof
Voordroog: 40 % water + 60 % droge stof
Beide is niet 100 % droge stof -> berekenen (= 6,5: droge stof x 100)
7,2 kg hooi voederen
11 kg voordroog voederen
De weende analyse: 6 fracties
, De 6 fractaties -> de soms hiervan is steeds 100 (optellen) + alles behalve vocht is droge
stof
Niet vermeld op verpakking: droge of verste stof => het is dan verse stof
1. Vocht
= 100 – droge stof => dit is u watergehalte
- Wetelijk: waneer vocht minder dan 14 % is dan moet dit niet verplicht op de
verpakking staan
- Regels: kat is 7 % vocht, hond is 9 %, andere dieren 10 % vocht -> als het niet op het
etiket staat
2. Ruw eiwit (= RE) OF crude protein (CP)
3. Ruw vet (= RV) of ether extract ( ee)
4. Ruwe celstof ( = RC) of crude fibre ( cf)
= behoren tot de koolhydraten -> verteld iets over harde plantenvezels -> moeilijk
verteerdbaar door enzymen ( bij planteneters verteeld door micorbiole flora)
- Onoplosbare vezels
5. Ruwe as (= RA) of cruse ash (ca)
= mineralen -> hierbij word niet gezegd welke minderalen enkel hoeveel intotaal
6. Overige koolydraten (= OK, OKH) of nitrogen free extract ( nfe) of stikfstofvrij extract
( nve)
= zelf te berekenen => 100 - ( vocht % + RE % + RV % + RC % + RA %)
- Mineralen -> vertels iets over suikers en zetmelen en oplosbare vezels ( pectine)
Het verloop van de analyse
- Elk voedemiddel eerst droge en malen -> naar droge stof ( DS)
- Of via de berekening “ 100 – droge stof => dit is u watergehalte “
De van soest analyse
= analyse over -> ndf, adf, adl => oplosbare vezels oplossen maar
verschil in zuurtegraad( ph)
1. Neutrale detergent vezel
2. Acid detergent veze
3. Acid detergent lignine OF lignine
Belangerijk voor planteneters -> verhouding tussen de 3
= belang werking spijsverterling stelsel
Vb. okapi ( blaadjes eter) kunnen niet tegen gras
- NDF: fractie grashooi is hoger dan dried black beryy
- Adl: hoger bij dried blackberry dan grashooi
- Besluit: hebben moeite met verterling grashooi
Analyse waarde Voeders vergelijken
= via droge stof analyseren
Voordbeeld: kittenvoeder
Korrel 100 GR: 7 % water + 24 % vet.
Natvoeding 100 GR: 79 % water + 6 vet.
We gaan zoeken met diegene met minste vet -> je denk nu wrsh nat maar dit is verse stof ->
kitten gaat meer opnemen vet via natvoeding om aan alle andere voedingstoffen te komen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller MerytBulinckx2001. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.