College aantekeningen Bedrijfseconomie 3 (ENTJ1.Beco3) als je goed bent in BECO kan het dienen als samenvatting, ook als je zorgvuldig de opdrachten oefent.
Onderwerp 1 (15 vragen)
- Verbijzonderingsmethodes om indirecte kosten toe te wijzen aan een product/dienst
Delingsmethode
Equivalentiecijfermethode
Primitieve opslagmethode
Verfijnde opslagmethode
Nettowinstopslagmethode
Onderwerp 1 (8 vragen)
- Break-even analyse en veiligheidsmarge
, INFORMATIE
KOSTENSOORTEN
Standaard kostprijs: De kostprijs van een product geeft aan hoeveel het jou kost om één product te maken.
Constante kosten: Kosten waarvan het totaalbedrag niet afhankelijk is van de productieomvang. Zoals Huur.
Variabele kosten: Kosten die veranderen door een toename of afname van de productieomvang.
Directe kosten: Kosten zoals materiaal, grondstoffen en uren van direct personeel die eenvoudig zijn toe te
wijzen aan een product of dienst.
Indirecte kosten: Kosten die niet direct kunnen worden toegerekend aan een product. Zoals huur of
telefoonkosten. Dit wordt vaak overheadkosten genoemd.
START ONDERWERP
Kostengeoriënteerde prijsbepaling
Info: Meest gekozen manier om prijs te bepalen in Nederland.
Concurrenten: Indien kostengeoriënteerde prijsbepaling gehanteerd wordt zijn prijzen van concurrenten
minder van belang. Of de reacties van kopers.
Direct costing vs. integrale kostprijsberekening
Direct costing: Alleen de directe kosten worden toegerekend aan de kostprijs van het product. Hierbij
worden dus alleen de directe kosten én variabele kosten aan het product gerekend. Het is niet handig voor
het berekenen van je verkoopprijs, maar wel voor het berekenen van de break-even omzet, de
veiligheidsmarge of de benodigde afzet bij de gewenste winst.
Integrale kostprijsmethode (of absorption costing): Indien we de kostprijs willen berekenen en deze alle
kosten moet ‘dekken’ gebruik je deze.
LEGENDA
C = Totale Constante kosten
N = Normale afzet (gemiddeld over één jaar)
V = Totale Variabele kosten
W= Werkelijke afzet (of werkelijk verwachten te produceren over één jaar)
VVP = Vaste Verreken Prijs
BEO = Break-even omzet
BEA = Break-even afzet
p = Verkoopprijs per stuk
v = variabele kosten per product
DB = Dekkingsbijdrage (= p-v)
bw% = Brutowinstpercentage (= 100 – iwo)
vk% = Variabele kosten percentage
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ENT1042676. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.74. You're not tied to anything after your purchase.