Literatuur
- C. van Raad, Studenteneditie 2015-2016, Cursus Belastingrecht (Internationaal
Belastingrecht), onderdeel 3.1.3, 3.2.0 t/m 3.2.2, 3.2.4.A.
- F.A. Engelen, Interpretation of Tax Treaties under International Law, hst. 10 (beschikbaar via
BB).
- F. Engelen, Some Observations on the Legal Status of the Commentaries on the OECD Model,
Bulletin for International Taxation March 2006, blz. 105-109;
- D.M. Broekhuijsen, A Modern Understanding of Article 31(3)(c) of the Vienna Convention
(1969): A New Haunt for the Commentaries to the OECD Model?, Bulletin for International
Taxation September 2013;
- F.A. Engelen, Fiscaal verdragsbeleid en het OESO modelverdrag, WFR 2011/6903, blz. 548-
553;
- F.P.G. Pötgens en H.M. Kappelle, Over conserverende aanslagen, belastingverdragen en
reparatiewetgeving: de geschiedenis lijkt zich te herhalen!, WFR 2010/6843, blz. 74-87;
Jurisprudentie
- HR 5 september 2003, BNB 2003/379 [fictief loon arrest]
- HR 5 september 2003, BNB 2003/380 [afkoop pensioen Singapore]
- HR 12 december 2003, BNB 2004/123 [kwalificatie inkoop aandelen]
- HR 18 juni 2004, BNB 2004/314 [fictieve rente]
- HR 9 juni 2006, BNB 2007/41 [kwalificatie liquidatie uitkering]
- HR 20 februari 2009, BNB 2009/260 [emigratie ab-houder België]
- HR 19 juni 2009, BNB 2009/263 [emigratie pensioen Frankrijk]
- HR 15 april 2011, BNB 2011/160. [emigratie pensioen België]
,Inleiding
Deze werkgroep gaat over het leerstuk van de verdragsinterpretatie. Gekeken zal voornamelijk
worden wat het effect van de goede trouw (opgenomen in artikel 31, lid 1 VWV1) is op het
heffingsrecht van Nederland. Er zullen daartoe vier relevante arresten worden behandeld, te weten:
BNB 2003/379, BNB 2009/260, BNB 2009/263 en BNB 2011/160.
Stel je neemt het verdrag tussen Nederland en Frankrijk. De artikelen 15 en 16 gaan over loon uit
niet-zelfstandige arbeid respectievelijk bestuurdersloon. Op enig moment loop je echter tegen de
vraag aan of een bepaald geval, bijvoorbeeld het naar Nederlands recht fictieve loon ex artikel 12a
Wet LB, geschaard kan worden onder bovengenoemde artikelen. Is fictief loon, loon als bedoeld in
de artikelen 15 en/of 16 van het verdrag NL-Frankrijk? Afgevraagd dient dus te worden waar je de
argumenten vandaan haalt om te bepalen of een bepaald artikel kan worden toegepast. Wanneer we
het over verdragsinterpretatie hebben, dan kennen we daarvoor verschillende vindplaatsen:
1. Verdrag
Allereerst wordt gekeken in het verdrag zelf. In artikel 3, lid 2 OESO-MV lezen we: “As regards the
application of the Convention at any time by a Contracting State, any term not defined therein shall,
unless the context otherwise requires, have the meaning that it has at that time [dynamische uitleg]
under the law of that State for the purposes of the taxes to which the Convention applies, any
meaning under the applicable tax laws of that State prevailing over a meaning given to the term
under other laws of that State.”
Op grond van artikel 3, lid 2 OESO-MV lezen we aldus dat, tenzij de context anders vereist, gekeken
dient te worden in de nationale wet om een bepaalde betekenis van een term op te kunnen sporen.
Hier hangt de gehele redenering van de goede trouw nauw mee samen.
2. OESO-Commentaar
Een andere bron vormt het Commentaar op de artikelen uit het OESO-MV. De verbinding tussen het
OESO-Commentaar en een specifiek verdrag, is dat het OESO-MV de basis is geweest voor het
specifieke verdrag.
3. Verdrag van Wenen (VWV)
Tot slot het Verdrag van Wenen. In artikel 31 VWV staat de algemene regel van verdragsuitlegging.
Uitleg vindt plaats met inachtneming van elk van deze vier elementen:
• Tekst (gewone betekenis)
• Voorwerp en doel
• Context
• Goede trouw
Het startpunt zal altijd de tekst van het verdrag zijn. De tekst is de ‘meest authentieke’ weergave van
de bedoelingen van partijen.
1
Dit artikel over de uitlegging van verdragen vinden we terug in de Bundel 2014/2015 op p. 2211.
,In figuur (bron: hoorcollege 2)
Problematiek van de dynamische uitleg (artikel 3, lid 2 OESO-MV)
Nederland zal in sommige gevallen het heffingsrecht, door middel van bijvoorbeeld nationale ficties,
naar zichzelf toetrekken door artikel 3, lid 2 OESO-MV dynamisch toe te passen.
Stel een belastingverdrag is gesloten in 1970. Ten tijde van het sluiten van het verdrag waren de
Staten die tegenover elkaar zaten op de hoogte van elkaars wetgeving die op dat moment bestond.
Er bestaat echter een reden om tóch dynamisch toe te passen, en dus niet de wet uit 1970, maar de
wet die op het moment van verdragstoepassing geldt te gebruiken om een verdragsterm uit te
leggen. Die reden is dat er nieuwe inzichten mee kunnen schuiven. Een belastingverdrag moet je zien
in het licht van de huidige opvattingen van het recht.
De centrale vraag is dus: Hoever reikt de dynamische uitleg? Een van de grenzen is de goede trouw.
De goede trouw ziet op het door de Staten recht doen aan de betekenis van een verdragsterm door
niet anders dan afgesproken uit te leggen.
OESO-Commentaar en de dynamische uitleg
Het spanningsveld betreffende de dynamische uitleg als neergelegd in artikel 3, lid 2 OESO-MV wordt
eveneens omschreven in het OESO-Commentaar in de Bundel 2014/2015 op p. 1308. We lezen in
paragraaf 13: “Consequently, the wording of paragraph 2 provides a satisfactory balance between,
on the one hand, the need to ensure permanency of commitments entered into by States when
signing a convention (since a State should not be allowed to make a convention partially inoperative
by amending afterwards in its domestic law the scope of terms not defined in the Convention) and,
on the other hand, […].” Een staat mag dus, ondanks de dynamische uitleg, niet te kwader trouw het
verdrag onwerkbaar maken.
,Opgave 4
Meneer Sichaar is woonachtig in Frankrijk. Hij is directeur en tevens enig aandeelhouder in Tabak BV,
een vennootschap die is gevestigd in Utrecht. Zijn vader, een gepensioneerde belastingadviseur,
heeft hem aangeraden zich geen loon uit te laten uitkeren. Op die manier is de enige belasting die
verschuldigd is de vennootschapsbelasting in Nederland over de winst aldaar behaald.
a. De inspecteur is het niet eens met de gang van zaken en wil de heer Sichaar elk jaar in de
inkomstenbelasting betrekken. Is dit mogelijk? Behandel zowel stap 1 als stap 2. Ga bij de
beantwoording van de vraag gedetailleerd in op de jurisprudentie.
Frankrijk Tabak BV Nederland
DGA
géén loon
(= fictief loon)
In de werkgroep werd ervoor gekozen om te beginnen met opgave 4. Het gaat om het spanningsveld
tussen de dynamische uitleg en de goede trouw. Het fictief loon-arrest BNB 2003/379, waar deze
opgave over gaat, was één van de eerste arresten waarin dit spanningsveld nader werd ingekleed.
Stap 1: Wil Nederland heffen?
Inkomstenbelasting (fictief loon)
Sichaar is een natuurlijke persoon die niet in Nederland woont. We moeten aldus onderzoeken of hij
buitenlands belastingplichtig is. Geniet hij inkomen in de zin van Hoofdstuk 7? Meneer Sichaar laat
géén loon aan zichzelf uitkeren. In artikel 12a Wet LB is echter bepaald dat een directeur-groot
aandeelhouder als Sichaar wel degelijk fictief loon zal ontvangen. Dit, om te voorkomen dat alle
winst wordt opgepot in de BV, en belasting oneindig lang wordt uitgesteld. In artikel 7.2, lid 7 Wet IB
staat vervolgens iets geregeld omtrent bestuurderslonen. De buiten Nederland vervulde functie van
bestuurder wordt steeds geacht in Nederland te zijn vervuld. Lid 7 geeft aldus een fictie. Het maakt
niet uit dat de heer Sichaar slechts in Frankrijk is. Fictief wordt hij geacht al zijn werk in Nederland te
doen, en ontvangt hij fictief loon ex artikel 12a Wet LB als heffingsobject.
Conclusie: Nederland wil inkomstenbelasting heffen over het fictieve loon.
Het spanningsveld: raakt men de grens van de goede trouw?
We weten dat er in dit geval niet daadwerkelijk loon is uitgekeerd. Omwille van voorkoming van
belastinguitstel is artikel 12a Wet LB in de nationale wet opgenomen. We weten ook dat artikel 12a
Wet LB in 1997 is ingevoerd. Dit, terwijl het verdrag tussen Nederland en Frankrijk is gemaakt in
1973.
De centrale is dus wederom: Hoever reikt de dynamische uitleg? Kan het verdrag NL-Frankrijk zo
worden uitgelegd, dat (het nieuwere) artikel 12a Wet LB kan worden gebruikt bij de uitleg van dat
verdrag?
, Nederland doet iets wat niet duidelijk was ten tijde van het sluiten van het verdrag. Wordt de grens
van de goede trouw geraakt? Probeert Nederland door een slimme truc inkomen naar zich toe te
halen, dat potentieel (naar de aard van het inkomensbestanddeel) zou toebehoren aan Frankrijk?
Stap 2: Mag Nederland heffen?
Het onderzoek: wegdenken van artikel 12a Wet LB
Stel nu dat artikel 12a Wet LB niet zou bestaan. Dan kunnen we onderzoeken wat de heer Sichaar
ook had kunnen doen:
- (ten koste van de winstreserves:) dividend uitkeren
- (ten koste van de winstreserves:) aandelen verkopen
Het fictief laten uitkeren van loon op grond van artikel 12a Wet LB gaat dus ten koste van de
winstreserves, waarmee de heer Sichaar ook dividend had kunnen laten uitkeren, of aandelen mee
had kunnen verkopen. Op twee gronden probeert Nederland in dit geval iets naar zichzelf toe te
trekken. Iets dat potentieel had kunnen toebehoren aan een ander land op grond van artikel 10
respectievelijk 13 van het verdrag, wordt door een slimme truc naar Nederland getrokken.
Artikel 10 en 13 van het verdrag: NL beperkt/géén heffingsrecht
We zien in artikel 10 van het verdrag dat bronland Nederland slechts voor een klein gedeelte
heffingsrecht (lid 2, onder b: 15%) krijgt toegewezen. Op grond van artikel 13 van het verdrag krijgt
Frankrijk zelfs het exclusieve heffingsrecht.
Artikel 15 en 16 van het verdrag: NL volledig heffingsrecht
Door artikel 12a Wet LB doet Nederland net alsof er loon is gegenereerd! Door een dynamische
uitleg op grond van artikel 3, lid 2 OESO-MV probeert Nederland aldus het fictieve loon te schuiven
onder artikel 15 of artikel 16, alwaar Nederland een volledig heffingsrecht verkrijgt.
Fictief loon-arrest
Probeert Nederland hier door een slimme truc inkomen naar zich toe te halen, dat potentieel (naar
de aard van het inkomensbestanddeel) zou toebehoren aan Frankrijk? Gekeken wordt in BNB
2003/379, beter bekend als het fictief loon-arrest. In r.o. 3.4.1 lezen we:
Indien bepaalde inkomsten naar hun aard, zoals die bepaald
wordt door de bron waaruit zij ontstaan, aan Nederland ter
heffing zijn toegewezen, laat artikel 3, § 2, van het Verdrag
Nederland de ruimte om, onder de voorbehouden welke in die
bepaling worden genoemd, in verhoudingen welke door het
Verdrag worden bestreken die inkomsten te belasten volgens
Nederlandse wettelijke bepalingen met betrekking tot de wijze
van heffing, de bepaling van het tijdstip waarop die
inkomsten in aanmerking worden genomen, de bepaling van hun
omvang en de wijze van hun berekening.
In beginsel is er voor Nederland aldus ruimte voor de werking van ficties. Maar, in r.o. 3.4.2 en 3.4.3
lezen we dat, wanneer de uitleg potentieel een verschuiving teweeg brengt in de
heffingsbevoegdheid, er dan geen ruimte voor ficties (en forfaits) is.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller AmbertjeToorn. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.