Sociologische Perspectieven Op De Lerende Samenleving
All documents for this subject (4)
Seller
Follow
struyfe
Reviews received
Content preview
Samenvatting: Sociologische perspectieven op de lerende samenleving
Voorwoord
• Lage landen = welvaartsstaat → dicht bevolkt – hoge welvaart – stabiele instituties –
verzorgingsstaat
o Alle talenten nodig om welvaartsniveau te behouden
o Onderwijs speelt een sleutelrol in behouden van welvaartstaat
• Onderwijs is ‘medevormgever ‘ van onze maatschappij →maar niet de enige vormgever, ook:
o Huiselijk milieu en directe sociale omgeving
o Massacommunicatie en sociale media
• Ingewikkeldere omstandigheden: individualisering, multiculturalisering
• Goed ontwikkelde kennisinfrastructuur belangrijk
o = samenwerkingsverbanden gericht op kennisontwikkeling
o De structurering van kennis verloopt via verschillende wegen:
▪ Disciplinair : pedagogiek, sociologie, onderwijskunde,..
▪ Toepassingsgerichtheid : fundamenteel, praktijkgericht, ontwerpend,.
▪ Financiering : eerste geldstroom ( = basisfinanciering van de Vlaamse
Overheid), contractonderzoek ( onderzoek door universiteiten in opdracht
van de overheid)
▪ Betrokkenheid : onafhankelijk, participatief
▪ Type data : kwalitatief, kwantitatief
• 3 hoofdthema’s in sociologische beschouwing van onderwijs:
o De kwalificatiefunctie: onderwijs bereidt inhoudelijk voor op een vervolgopleiding en
beroepsuitoefening
o De selectie-en allocatiefunctie: onderwijs bepaalt welke sociale positie mensen
innemen, wat hun maatschappelijk aanzien wordt
o De socialisatiefunctie: onderwijs maakt van LLN burgers, samenlevers, leert hoe met
elkaar om te gaan, welke normen en waarden te respecteren
Inleiding: hoofdlijnen van sociologisch denken over onderwijs
• Sociologie : bestudeert groepen mensen en hun gedrag in een sociale omgeving.
o
o Sociologie → samenleving en menselijk gedrag begrijpen
▪ Zoeken naar samenhang tussen de variabelen
▪ Zoeken naar oorzaak en gevolg
o Grondleggers: Durkheim, Weber, Marx
o Sterke empirische traditie → kwantitatief en kwalitatief sociologisch onderzoek
1
, • 3 hoofdthema’s
Selectie- en allocatiefunctie Socialisatiefunctie Kwalificatiefunctie
Onderwijs bepaalt welke Onderwijs maakt van LLN Onderwijs bereidt inhoudelijk
sociale positie mensen gaan burgers, samenlevers,… het voor op een vervolgopleiding en
innemen in de samenleving, leert mensen hoe ze met op beroepsuitoefening
wat hun maatschappelijk elkaar moeten omgaan, welke Getuigschriften- diploma’s,.. ‘
aanzien wordt waarden en normen ticket naar volgend niveau’
gerespecteerd moeten worden
Kritiek op het M-decreet. Nederlands op school? De lat hoger? Welke lat is hier
Invloed op gelijke kansen? Wat verwacht men? Vb. op tijd nodig( arbeidsmarkt/
Hervorming : Vb; impact op komen, beleefd zijn,.. vervolgonderwijs?) ? Wie
het watervalsysteem ( soms bepaalt die lat? Wat is er nodig
worden inkomstkenmerken om LLN voor te bereiden op een
versterkt) bepaald beroep/ studie?
Wie bepaalt de normen/regels die overgedragen worden via onderwijs? = Vraag voor sociologen
• Allocatiefunctie
o = de toedeling van individuen naar posities binnen één generatie.
o Het onderwijs = belangrijkste middel om te bereiken dat mensen maatschappelijke
posities kunnen verwerven zonder dat naar hun sociale herkomst wordt gekeken.
▪ Posities worden verdeeld op basis van kwalificaties en verdiensten.
▪ Door voortdurende specialisering is het belang van diploma’s toegenomen.
• Effecten → Onderwijs kan….
o Reproduceren: (on)gelijkheid behouden, nu wordt sociale ongelijkheid
gereproduceerd in onderwijs (PISA)
o Emanciperen: capaciteiten en competenties laten benutten
2
,H1: Onderwijs als ordevraagstuk
Inleiding
Sociale organisatie van leren
• = manier waarop leren in een samenleving wordt georganiseerd → mede bepaald door
maatschappelijke omstandigheden
o Maatschappelijke omstandigheden en evoluties: agrarische samenleving, pre-
industriële samenleving, industriële evolutie,…
o Leren op verschillende manieren → scholen, meester-gezel-LLNstelsels binnen
gilden, thuisonderwijs, leren door te werken,….
o Vorm van onderwijs staat niet vast → sociale organisatie van leren
• Vertoont een gelijkenis met de dominante economische modus van de productie
(=onderliggende principes bij productie van goederen en diensten)
o Veranderingen in maatschappelijke ontwikkelingen = veranderingen in economische
modus = veranderingen in sociale organisatie van het leren
o Vb. verschuiving van producten- naar diensteconomie + individualisering: individuele
wensen van klanten worden belangrijk → oude organisatieprincipes van
massaproductie maken plaats voor nieuwe principes
• Huidige samenleving: ontwikkeling richting kennissamenleving
o Bij productie van goederen en diensten rijst de vraag: hoe kun je maatwerk leveren
en toch net zo efficiënt zijn als massaproductie?
o In onderwijs spelen vragen rond ‘onderwijs-op-maat’, aansluiten bij individuele
behoeften van LLN en gepersonaliseerd leren met gelijkblijvende bekostiging
Sociale ordes
• Sociale organisatie van leren → essentie: drie vragen
o WAT moet er onderwezen worden?
▪ = Curriculum, nieuwe ET, Welke impact op LLN?
▪ De overheid moeit zich met het WAT- sociale orde?
o HOE moet er onderwezen worden?
▪ = Inrichting van het onderwijsproces, bv: centrale examens? Hoe kwaliteit
meten?
▪ Zeer complex in Vlaanderen (vrijheid onderwijs)
o Voor WIE is WELKE vorm van leren?
▪ = selectie en verdeling van onderwijskansen; M-decreet, hervormingen
secundair onderwijs,..
o Sociologen stellen ook de vraag: WIE beantwoordt die vragen? = vraagstuk van
governance
• Groninger OMOP-model
o Coördinatiemechanismen in samenleving (geldt voor alle maatschappelijke thema’s)
▪ Doel = beter begrijpen van functioneren van de samenleving
o 4 sociale ordes: overheid, markt, organisatie en primaire sociale orde (pso)
, o Een sociale orde biedt mogelijkheden om bepaalde doelen te realiseren, maar stelt
ook beperkingen
o Binnen elke orde gedragen mensen zich anders t.o.v. elkaar
o Sociale ordes onderscheiden zich van elkaar door de aard van de onderlinge relaties
▪ Spontane ordes: ontstaan ongepland en zijn optelsom van een veelheid aan
onderlinge interacties
• Pso: de interactie tussen mensen wordt gekenmerkt door
persoonlijke onderlinge relaties, met een affectieve component
• Markt: onpersoonlijke interacties o.b.v. ruil
▪ Geconstrueerde ordes: speciaal in het leven geroepen om bepaalde doelen
te verwezenlijken
• Overheid: interacties o.b.v. alomvattend gezag, tussen overheid en
burgers
• Organisatie: alle soorten en vormen van verbanden die met een
specifiek doel zijn gevormd en waar mensen zich ten dele mee
verbinden
o Gekenmerkt door specifiek gezag in een specifieke context
o Interacties tussen mensen worden veelal door meerdere ordes tegelijkertijd
beïnvloed
• Sociale orde = abstracte entiteit = sociale constructie → veranderlijk
o Relatieve belang kan verschillen naar tijd en plaats
Onderwijs als ordevraagstuk
• Sociale ordes bieden ook een bril om naar het onderwijs te kijken
o Binnen scholen: verschillende ordes naast elkaar werkzaam, soms in een lastige
verhouding
• Sociale ordes zijn ook tegelijk werkzaam en staan in een specifieke verhouding tot elkaar op
niveau van de samenleving
o Het relatieve belang van sociale orde is afhankelijk van de maatschappelijke
omstandigheden
• In theorie kunnen de 4 sociale ordes elk apart de kernvragen van de sociale organisatie van
leren (wat, hoe, voor wie?) beantwoorden
<-> in praktijk worden sociale ordes met elkaar gecombineerd
o Elke orde heeft specifieke sterke en zwakke kanten
o Omstandigheden bepalen de juiste combinatie van orde
▪ Pso → scoort hoog op stabiliteit en continuïteit, maar laag op
aanpassingsvermogen
▪ Overheid → kan grote veranderingen inzetten en desnoods afdwingen, maar
is minder geschikt als mensen en hun wensen onderling sterk verschillen
▪ Markt → floreert bij verscheidenheid en heeft hoog aanpassingsvermogen
• Vragen voor de onderwijssociologie
o 1) Welke orde(s) hebben heeft voldoende legitimiteit om de kernvragen van de
sociale organisatie van leren te beantwoorden (Wat, hoe en voor wie?)?
o 2) Onder invloed van welke maatschappelijke ontwikkelingen verandert de
legitimiteit van de verschillende ordes?
o 3) Hoe worden sociale ordes in de praktijk gecombineerd en welke effecten heeft
dat?
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller struyfe. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $17.88. You're not tied to anything after your purchase.