In dit document tref je al mijn college aantekeningen voor het vak verbintenissenrecht. Deze aantekeningen zijn gemaakt d.m.v. web- en hoorcolleges. Ook staan er uitgewerkte leerdoelen in, n.a.v. het boek verbintenissenrecht begrepen. Met enkel het leren van deze aantekeningen heb ik een acht behaa...
COLLEGE AANTEKENINGEN VERBINTENISSENRECHT
WEEK 0 INTRODUCTIE
EEN VERBINTENIS IS..
De vermogensrechtelijke relatie tussen
Twee of meer partijen
Waarbij de ene partij verplicht is
Tot een (op geld waardeerbare) prestatie waarop de andere partij recht heeft
RECHTSSUBJECTEN
Drager van rechten en plichten
o Natuurlijke personen
o Rechtspersonen
Goederenrecht= relatie tussen persoon en goed
Verbintenissenrecht= relatie tussen personen
BRONNEN VAN VERBINTENISSEN
I. Overeenkomst
II. Wet
o Onrechtmatige daad
o Rechtmatige daad
▪ Zaakwaarneming art. 6:198 BW
Zaakwaarneming is het zich willens en wetens en op redelijke grond inlaten met
de behartiging van eens anders belang, zonder de bevoegdheid daartoe aan een
rechtshandeling of een elders in de wet geregelde rechtsverhouding te ontlenen.
▪ Onverschuldigde betaling art. 6:203 BW
Je maakt bijvoorbeeld per ongeluk geld over naar de verkeerde bankrekening. Je
betaalt, terwijl je niet verschuldigd bent. Andere persoon is wel verschuldigd
bedrag terug te betalen
▪ Ongerechtvaardigde verrijking art. 6:212 BW
Waardevermeerdering. Bijvoorbeeld de rente over het bedrag wat je
onverschuldigd is ontvangen
o Overige verbintenissen uit de wet
RECHTSFEITEN
, Feiten met een juridisch gevolg
Verschil feit en rechtsfeit: feiten hebben geen juridische consequenties
Soorten rechtsfeiten:
I. Bloot rechtsfeit
o Er ligt geen menselijk handelen aan ten grondslag. Bijvoorbeeld
schade door een storm, of een wild dier die voor schade zorgt. Er zijn
juridische consequenties, maar het wordt niet veroorzaakt door
menselijk handelen
II. Menselijk handelen
o Kun je onderverdelen in een feitelijke handeling en rechtshandeling
• Feitelijke handeling: is een vorm van menselijk handelen
waarbij je de juridische consequenties niet beoogt
▪ Rechtmatige daad: het mag wel
▪ Onrechtmatige daad: het mag niet
• Rechtshandeling: een vorm van menselijk handelen waarbij je
de juridische consequentie wél beoogt. Er verandert iets aan je
rechtspositie. Je moet bijvoorbeeld een bepaald bedrag
betalen. art. 3:33 BW ‘een rechtshandeling vereist een op een
rechtsgevolg gerichte (vw 1) wil (vw 2) die zich door een
verklaring heeft geopenbaard (vw 3)’ rechtshandeling
getoetst > je toetst nog art. 3:35 BW= beschermt de aanbieder.
Kon je gerechtvaardigd vertrouwen op het aanbod? Zo niet, er
is geen rechtshandeling en er komt dus geen overeenkomst tot
stand. Voorbeeld: fout in het aanbodbedrag. Er is geen sprake
van een aanbod
▪ Eenzijdige rechtshandeling: bijvoorbeeld het doen van
een huwelijksaanzoek. Je wil een gevolg in het recht
veroorzaken. Vanuit één persoon
▪ Meerzijdige rechtshandeling: twee eenzijdige
rechtshandelingen wordt één meerzijdige
rechtshandeling. Meeste zijn overeenkomsten
OBJECTIEF VS. SUBJECTIEF RECHT
Objectief recht
o Een rechtsregel of een verplichting die voor iedereen in de samenleving geldt
Subjectief recht
o Een recht of plicht die alleen voor een specifiek individu of een bepaalbare
groep mensen geldt
BEGINSELEN EN UITGANGSPUNTEN VAN HET PRIVAATRECHT
, I. Contractsvrijheid: partijen zijn vrij om overeen te komen wat zij willen, zolang dit
niet expliciet verboden is of in strijd komt met de openbare orde of de goede zeden
II. Pacta sunt servanda: overeenkomsten moeten worden nagekomen. Belofte maakt
schuld
III. Vormvrijheid: zolang de wetgever niet expliciet anders bepaalt, geldt er geen
speciale vorm waarin handelingen verricht moeten worden. Ook hier geldt dus als
uitgangspunt: alles mag op de manier zoals partijen dat willen, tenzij de wetgever
hiervan expliciet afwijkt. Dwingend recht: er mag niet van worden afgeweken.
Regelend/aanvullend recht: partijen mogen hiervan afwijken als ze dat willen.
Spreken ze niets af, dan vult de aanvullende rechtsregel het gat op
IV. Redelijkheid en billijkheid: partijen zijn verplicht zich naar elkaar redelijk en billijk te
gedragen. Art. 6:2 BW. Redelijkheid verwijst naar het verstand, de billijkheid naar het
rechtsgevoel
V. Bijzonder gaat voor algemeen: hoofdregel. Situatie waarin twee rechtsregels op één
situatie betrekking hebben, bijzondere regel gaat voor
WEEK I
TOTSTANDKOMING OVEREENKOMST: HET AANBOD
Art. 6:217 jo art. 3:37 lid 5 BW IN KANTLIJN ZETTEN!!!!!!
Een overeenkomst komt tot stand door:
o Een aanbod en
o de aanvaarding daarvan.
Aanbod
o Art. 6:213 BW: ‘een overeenkomst is een meerzijdige rechtshandeling’
o Art. 6:221 lid 1 BW: ‘een mondeling aanbod vervalt, wanneer het niet
onmiddellijk wordt aanvaard, een schriftelijk aanbod, wanneer het niet
binnen een redelijke tijd wordt aanvaard.’
o Een geldig aanbod is
▪ Een tot een of meer personen gerichte (art. 3:37 lid 3 BW) het aanbod
moet je tot iemand richten
▪ Wilsverklaring tot sluiten van een overeenkomst (art. 3:33 jo 3:37 lid 1
BW) mondeling of schriftelijk. Soms bepaalt de wet dat het schriftelijk
moet. Er moet ook wil zijn. Die wil moet gericht zijn op het
rechtsgevolg dat er verbintenissen gaan ontstaan. Betalen en
ontvangen van een product. Wil en verklaring moeten
overeenstemmen. Het moet duidelijk zijn wat er geruild wordt
▪ Waarbij de kernbedingen voldoende bepaalbaar zijn (art. 6:227 BW)
Het moet voldoende bepaald zijn, waar het om gaat. Voldoende
bepaalbaar. Om welk product gaat het?
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ilkayersintepe. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.51. You're not tied to anything after your purchase.