- Vooruitzicht HC 2
o Het BVerfG: De EU als “Statenverbond”
- Contextualisering van dit college:
o De EU: Een unie? Europees?
o Juridische concretisering van deze vraag: de constitutionalisering van de Verdragen.
o Rechtstreekse werking en de voorrang van Europees recht
o De verdragen als “constitutioneel handvest” van de EU
o De EU als “sui generis” gemeenschap: de naam voor een probleem, zowel theoretisch als
praktisch, géén oplossing daarvoor!
o DL: helder dat je een constitutie hebt die geldig is voor de gehele gemeenschap. Je kunt wel
vragen hebben of bevoegdheden bij de deelstaten of bij de federale overheid liggen.
Dit kun je aan de hoogste Duitse rechter vragen, hij beslist voor het Duitse volk
o In de statenbond: er is geen “wij” de Europeanen dussss waarom zegt Hof dat het directe
werking heeft en het hof zegt dat we niet alleen verbonden zijn aan de verdragen, maar het
hof verbindt daar ook nog betekenis aan.
Europese rechter kan helemaal niet beslissen voor het Europese volk want dat
is er niet.
- Strategie:
o Laten zien waarom de consitutionalisering van de verdragen een juridisch probleem oproept
dat niet wordt opgelost door te verwijzen naar de EU als “sui generis” gemeenschap
o Want niet genoeg om te zeggen wat de EU niet is; een positieve beschrijving van wat
specifiek daaraan is moet er ook zijn!
o Het Maastricht-arrest van het BVerfG legt de vinger op de zere plek: bij gebrek aan een
positieve beschrijving valt de EU onder een van de twee bestaande categorieën om
rechtsordes te beschrijven ofwel is de EU een bondstaat ofwel is het een statenverbond.
o De stelling van het BVerfG komt op het volgende neer:
a) Er is geen Europees volk dat een grondwet tot stand heeft gebracht,
dus geen sprake van een “constitutioneel handvest” van de EU,
dus de EU kan geen bondstaat zijn.
b) Dus de EU is niets anders dan een statenverbond, dus een internationale
organisatie onder een reguliere internationaal verdrag.
, c) Geen sprake van een “sui generis” gemeenschap
- Kern van het argument:
o Democratie is zelf(grond)wetgeving door een volk
o Er is geen Europees volk, wel Europese volkeren
o Het Europees parlement is geen parlement in democratische zin.
(parlement beslist over wetgeving voor het volk, maar EU heeft geen volk en je
kunt niet beslissen over iets wat er niet is)
o Het Europees recht ontleent zijn gelding en legitimiteit aan de volkeren van de lidstaten.
o Het zijn de nationale parlementen, als vertegenwoordigende organen van de lidstaten, die
het Europees recht geldig en legitimiteit verschaffen.
o Geen sprake van een “nieuwe” en “eigen” rechtsorde, in tegenstelling tot Van Gend & Loos
en Costa v. ENEL
o Dus ook geen overdracht van soevereine rechten naar de EU; een delegatie van rechten
omwille van samenwerking.
- Terug naar de kernvragen van de cursus
o De kritiek van het Maastricht-arrest heeft directe betrekking op de kernvragen van de cursus
a) In welke zin een unie: Juridisch? Economisch? Politiek?
b) In welke zin Europees: is er überhaupt zoiets als een Europese identiteit die ons in
staat stelt om te spreken over een Europees volk?
o Het Maastricht-arrest als “scharnier” tussen de rechtspraktijk en de rechtsdogmatiek en de
rechts- en politieke filosofie.
o Rechtsfilosofische problemen steken in rechts dogmatische oplossingen voor
maatschappelijke problemen.
o De rechtspraktijk als rechts- en politieke filosofie: het HvJEU en het BVerfG (stilzwijgende)
rechtsfilosofen!
- Waarom rechtsfilosofie in de rechtspraktijk?
o Indirecte roepen Van Gend & Loos, Costa V. ENEL, Les Verts en het Maastricht-Urteil vragen
op over:
a) Een “nieuwe” en “eigen” rechtsorde
b) Identiteit en verschil
c) Volk
d) Representatie
e) Democratie
f) Legaliteit en legitimiteit
g) Verhouding tussen recht en politiek
o Praktische implicaties van impliciete rechtsfilosofische standpunten
o Expliciteren en kritische doordenking van die standpunten omwille van een betere
rechtspraktijk.
- Kernbegrippen van HC2:
o Volk
o Soevereiniteit
o Grondwet
o Democratie
o Representatie
o Legitimiteit
o Eenheid/pluraliteit
o Homogeniteit/heterogeniteit
, WC2
Eigen meerkeuze vraag
Wat is het verschil tussen een statenbond en een bondsstaat?
1. Een bondsstaat is gebaseerd op een verdrag en in een statenbond is de basis een constitutie
2. Een statenbond bestaat uit verschillende soevereine staten en een bondsstaat bestaat uit
zelfstandige deelstaten
3. In een statenbond is sprake van veelal exclusieve bevoegdheden en in een bondsstaat is sprake
van een centrale coördinerende instantie
Open vraag
Waarom weerspreekt het Bundesverfassungsgericht dat de EU een rechtsstaat is?
In het Maastricht-arrest heeft het Bundesverfassungsgericht vastgesteld dat de Europese Unie geen
autonome rechtsorde is en daarmee geen rechtsstaat kan zijn. Volgens het BVerfG hebben lidstaten geen
bevoegdheden aan de EU overgedragen, maar enkel delegatie van bevoegdheden.
Volgens het BVerfG is het volk de hoogste macht in een democratische rechtsstaat en dus soeverein. Het is
de politieke eenheid van een autonome rechtsorde. Echter, het BVerfG geeft aan dat er geen sprake is van
één Europees volk, maar van Europese volkeren. In het VEU wordt ook aangegeven dat er sprake is van
volkeren van Europa.
Doordat er niet zo iets is als een Europees volk, kan de EU geen autonome rechtsorde zijn en dus ook geen
rechtsstaat.
Mijn antwoord: De EU is geen rechtsorde omdat het niet over een volk (een politieke eenheid) beschikt. Als
een volk zich als een volk begrijpt, en een grondwet uitbrengt, dan is dat een handeling van politieke
zelfbeschikking. Een constitutie veronderstelt een handeling van politieke zelfbeschikking van een volk, en
dat is er niet je hebt dus niet een constitutie, maar een verdrag: statenverbond (want je hebt meerdere
volkeren). (dus HvJEU zit fout). Dus: Als je geen volk hebt, heb je geen handeling van politieke
zelfbeschikking, dus ook geen juridische constitutie, en dus ook geen politieke constitutie. En dat is het
democratisch tekort van de EU.
- Poll 1
o Het Bundesverfassungsgericht maakt een onderscheid tussen een statenverbond en een
bondstaat. Waarom is dit onderscheid belangrijk vanuit zijn kritiek op de autonomie van
het Europees recht bezien? Omdat het Bundesverfassungsgericht hiermee aangeeft dat:
De EU een interstatelijke rechtsgemeenschap is
Het Europarlement samen moet werken met nationale parlementen
De lidstaten alleen in beperkte mate soevereine rechten aan de Eu hebben
overgedragen
- Poll 2
o Op welke gronden argumenteert het Bundesverfassungsgericht dat de EU geen constitutie
heeft?
De EU heeft geen volk
De EU heeft geen grondwet
De EU heeft geen volwaardige legaliteitscontrole
- Poll 3
o Het Bundesverfassungsgericht spreekt over de EU als een statenverbond en niet als een
bondstaat. Wat is het verschil tussen een statenverbond en een bondstaat?
, In een bondstaat ligt de soevereiniteit bij een centrale overheid, bij een
statenverbond is dat niet zo
In een statenverbond ligt de soevereiniteit bij een centrale overheid, bij een
bondstaat is dat niet zo
Bij een statenverbond, zoals de EU is volgens het BVerfG, staat het Europees volk
bovenaan en is daardoor de grondwetgever.
- Open vraag 1
maar aanscherping:
rechtsstatelijkheid staat
naast democratie, maar valt
daarmee niet samen
- Open vraag 2
Voorbeschouwing HC3
- Contextualiseren van het hoorcollege
o De 2 centrale vragen van de cursus
o HC1: het HvJEU en de stelling dat de EU een autonome rechtsgemeenschap is
Impliciete antwoord op de beide vragen
Een politieke unie
Een Europese identiteit en volk!
Het verdrag is een ‘constitutioneel handvest’
- HC2: het BVerfG: de EU als statenverbond
o Kritiek op de stellingen van het HvJEU
o Geen Europees volk noch identiteit die een autonome rechtsorde kan dragen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller christinapeters. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.04. You're not tied to anything after your purchase.