Skelet zorgt voor stevigheid en bescherming, biedt aanhechtingsplaatsen voor myogene
structuren
Collageen + botkalk: stevigheid
Type bot en samenstelling hangt af van de functie:
- Massief bot: corticaal bot / compacta -> bieden weerstand tegen vervorming bij
grote inwerkende krachten, zoals de schacht van het femur ( het lange deel van het
femur )
- Sponsachtig bot: trabeculair bot / spongiosa -> bieden weerstand tegen druk
( botblakjes ), zoals de vertebrae en gewrichtsuiteinden van de lange pijpbeenderen
Beenmerg: in holle pijpbeenderen en in holte spongiosa: bestaat uit rode en witte
bloedcellen
Wet van Wolff: kracht op bot bepaalt de vorm en de sterkte: functionele adaptatie
4 typen botcellen: bepalen met zn 4 en de botkwaliteit
- Bone linning cels: rustige cellen, liggen aan de botoppervlakte
- Osteoblasten: botbouwers
- Osteocyten: mechanosensoren, houden de kwaliteit van het bot goed in de gate
- Osteoclasten: botafbrekers
Balans tussen de activiteit tussen de osteoblasten en osteoclasten is belangrijk
Osteoporose is niet hetzelfde als artrose:
- Is een skeletaandoening
- Lage botmineraaldichtheid ( BMD )
- Verstoring van de samenhang van het bot
- Bot wordt brozer, daardoor vergroot de fractuurrisico ( hangt af van de
samenwerking van de osteoblasten en osteoclasten )
WHO gradaties:
- Geen osteoporse, BMD is vergelijkbaar met botdichtheid van jongvolwassenen
- Osteopenie ( voorstadium van osteoporose ): BMD is verminderd en ligt onder de
gemiddelde botdichtheid van jongvolwassenen ( 1 – 2,5 SD )
- Osteoporose: BMD ligt verder onder gemiddelde botdichtheid van jongevolwassenen
( meer dan 2,5 SD )
- Ernstige osteoporose: gaat gepaard met osteoporotische fracturen
, Risicofactoren van osteoporose:
- Ouderdom en vrouwelijk geslacht belangrijkste risicofactoren
- Vrouwen rond de menopauze versneld proces botverlies ( 3 – 5% ) door afname van
oestrogeen en progesteron ( hebben een werking op de osteoblasten )
- Genetische factoren
- Voeding en laag lichaamsgewicht
- Roken
- Lichaamsbeweging ( weinig )
- Vanaf 40e levensjaar neemt afbraak toe: mannen 20-30 % en vrouwen 40-50% verlies
botmassa
Primaire en secundaire osteoporose:
Primaire osteoporose:
- Botverlies volgens het normale verouderingsproces
- Botafbraak is meer dan botaanmaak
- Abnormaliteit koppelingsmechanisme botaanmaak – botafbraak
- Postmenopauzale osteoporose: 51 – 61 jaar. Verlies van trabeculair botweefsel ->
wervelfractuur
- Ouderdomsporose: mannen en vrouwen: vanaf 65 jaar, verlies van trabeculair en
corticaal botweefsel -> heupfracturen en wervelinzakkingen
Secundaire osteoporose:
- Botverlies met aanwijsbare oorzaak b.v.:
- Inflammatoire darmziekten: ontsteking in de darmen waardoor de voedingsstoffen
minder goed verwerkt worden
- Gebruik corticosteroiden
Risico voor fracturen:
- Vrouwen meer risico dan mannen
- Al eerdere fractuur gehad = verhoogd risico
- Laag lichaamsgewicht
- Beperkte lichaamsbeweging -> Nederlandse beweegnorm
- Ouderen: verhoogd fractuurrisico vanwege hoger risico op vallen:
- Balansstoornissen
- Mindere spierkracht
- Afname mobiliteit onderste extremiteiten
- Vissusstoornissen ( minder goed kunnen zien )
- Medicatie met sedatieve werking ( wat suffer worden )
Axiale belasting is goed voor de aanmaak van botweefsel
Probleemgebieden bij osteoporose:
( dreigende ) immobiliteit:
- Afname BMD ( botmineraaldichtheid )