Dit is mijn samenvatting van ALLE boekjes voor het CE bedrijfseconomie VWO. De samenvatting is gebaseerd op het boek + aantekeningen van mijn docent. Daarnaast bevat het foto's en dikgedrukte begrippen om alles te verduidelijken!
B2b-marketing = business-to-business-marketing
- zakelijke markt
- markt: klein, orderwaarde hoger
- koopproces: lang → contractueel vastgelegd
- vakbeurzen
- onderhandelingen over prijs
- professionele inkopers
- rationele overwegingen
- relatiemarketing = creëren en in stand houden van langdurige relatie met
individuele afnemers
- content-marketing = informatie marketing
C2b-marketing = consumer-to-business-marketing
- affiliate marketing = commissie bij verkoop voor bedrijf
- crowdsourcing = grote groep individuen voor onderzoek
- co-creatie
H2: interne en externe bedrijfsomgeving
Marketingplan = beschrijft de doelstellingen die een organisatie in een bepaalde periode wil
bereiken en hoe dat moet gebeuren
- SWOT-analyse = strengths, weaknesses, opportunities en threats
- strengths / weaknesses = interne omgeving
- opportunities / threats = externe omgeving
- bedrijfstak = meso-omgeving = alle bedrijven die zich bezighouden met eenzelfde
soort productie
- macro-omgeving = factoren die buiten onderneming en bedrijfstak vallen
● demografische factoren = bvb. aandeel ouderen stijgt
● macro-economische factoren = hoe gaat het met de economie?
, ● sociaal-culturele factoren = hoe leeft men?
- micro-omgeving = onderneming zelf
Vijfkrachtenmodel van Porter
- macht van leveranciers
- machts van afnemers
- mate waarin substituten verkrijgbaar zijn
- dreiging van nieuwe toetreders
- interne bedrijfstak concurrentie
Franchising = samenwerking tussen particuliere ondernemer (franchisenemer) en een
grote onderneming (franchisegever) waarbij de particuliere ondernemer tegen betaling
gebruik maakt van de diensten/producten, naam en expertise van de grote onderneming
Marktonderzoek:
- veldonderzoek = verzamelen nieuwe gegevens
→ interviews, enquête en observaties
- deskresearch = secundaire data of gegevens
- kwantitatief onderzoek = harde cijfers, enquête
- kwalitatief onderzoek = interview
H3: Marketingstrategie
Klantwaarde = toegevoegde waarde
Klantwaardepropositie = klanten hechten niet alleen waarde aan kwaliteit van product,
maar stellen ook eisen aan leverende organisatie
- operational excellence = producten leveren voor zo laag mogelijke prijs
- product leadership = innovatieve producten
- customer intimacy = goede dienstverlening
Segmenteren = opdelen van afzetmarkt in segmenten
Segmenten = groep afnemers die op een aantal kenmerken / eigenschappen
overeenkomen
→ beter op wensen van klanten inspelen
- geconcentreerde marketing = op één marktsegment
- gedifferentieerde marketing = meerdere segmenten
- ongedifferentieerde marketing = zonder onderscheid
Positioneren = creëren van unieke positie voor je product op de markt
→ unique selling point = eigenschap van het product dat het onderscheidt van
vergelijkbare producten
H4: Marketingmix
Marketingmix = 4 P’s
,Marktaandeel = (afzet bedrijf / totale afzet branche) x 100%
= (omzet bedrijf / totale omzet branche) x 100%
Prijs:
- penetratiepolitiek = verkoopprijs zo laag mogelijk
→ toetreding voor nieuwe producenten onaantrekkelijk
- afroompolitiek = verkoopprijs hoog
→ Apple → trekt concurrenten aan
- rabat = korting bij aankoop van grote hoeveelheden
- omzet-bonus = krijgt winkelier indien hij boven bepaald bedrag inkoopt
- prijsdifferentiatie = voor hetzelfde product verschillende prijzen vragen
- prijsdiscriminatie = wanneer bij prijsdifferentiatie bepaalde kopersgroepen worden
uitgesloten of een andere prijs moeten betalen
Product:
- kwaliteit
- verpakking
- service
- garantie
- fabrikantenmerk = merk dat fabrikant meegeeft aan zijn producten
- detaillistenmerk / distrubiantenmerk = eigen merken van detaillisten om
meer winst te pakken → zelf reclame maken
Plaats:
- distributiekanaal = weg hoe producten bij klanten terecht moeten komen
→ distributiebeleid
- directe distributie = rechtstreeks, zonder tussenschakels
- indirecte distributie = met tussenschakels, groothandel, detailhandel, exporteur
- pullstrategie = trekt de consument naar zich toe, waardoor detaillist het product gaat
vragen bij fabrikant
- pushstrategie = fabrikant duwt door aantrekkelijke aanbiedingen zijn product als het
ware in de handen van de detaillist
Promotie:
- persoonlijke communicatie
- massacommunicatie
- individuele reclame = voor bepaald product
- collectieve reclame = voor groep ondernemers
- actiereclame = twee halen, één betalen
- themareclame = effect op lange termijn
- ideële reclame = met boodschapp
E-marketing = internetmarketing
, Onderneem-het-zelf
H1: Effectuation
Causation = het doel staat vast en er wordt gezocht naar middelen waarmee je dit doel kunt
bereiken
Effectuation = je begint niet met concrete doelen, maar gaat uit van de beschikbare
middelen die je hebt
- bird in hand = kijken welke middelen je hebt en gaat daarmee aan de slag
→ dynamisch
- affordable loss = wat je bereid bent om te verliezen
→ geld en tijd
- lemonade = je ziet toevallige gebeurtenissen als iets waar je mee te maken
krijgt en daar moet je gewoon mee aan de slag
→ als er toevallig citroenen op je pad komen, maak dan citroenlimonade
- crazy quilt = samenwerking met partners
→ co-creatie
- pilot in the plane = als je je toekomst zelf maakt, hoef je haar niet te
voorspellen
→ piloot zijn van een vliegtuig om zodoende alles daar zijn hand te kunnen
zetten
H2: Ondernemen met Effectuation
Waardepropositie canvas = aanbod waarmee een organisatie een probleem voor haar
klanten oplost
- klantdoel: wat wil de klant bereiken? Wat zijn de problemen en behoeften?
- pains (pijnpunten): hindernissen
- gains (voordelen)
Optimale product-market = klant heeft een probleem waar jij een oplossing voor weet in de
vorm van een product of dienst
- pain relievers
- gain creators = voordelen van je product/dienst
- producten / diensten
Oplossing realiseren door quilten = actief benaderen van mensen
Business Model Canvas = brengt alle aspecten van een organisatie op een overzichtelijke
en visuele manier in kaart
Verdienmodel = wijze waarop je als ondernemer geld gaat verdienen
Prijs van product bepalen:
- kostprijs = toegestane kosten per product
- prijsmeter van Peter van Westendorp:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nathaliej. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.39. You're not tied to anything after your purchase.