Uitgebreide aantekeningen van wetenschapstheorie. Niet alleen informatie van de powerpoint slides is verwerkt, maar ook wat mondeling wordt verteld tijdens het college. Waar nodig zijn er plaatjes toegevoegd.
Wetenschapstheorie
College 1 - 21-04-2022 - Maarten Derksen
Tentamen: 55 meerkeuzevragen, 2 open vragen
1e Perusal opdracht is geopend van 19 tot 26 april. Annoteer het artikel met minstens 6
opmerkingen. 2e Perusall opdracht is geopend tot 17 mei. De deadline is verplaatst naar 19
mei 23.59 i.v.m. storing.
Wetenschap?
Wat is wetenschap?
Is zekere kennis mogelijk?
Is er vooruitgang in de wetenschap?
Is menswetenschap anders dan natuurwetenschap?
Hoe moet je wetenschap bedrijven?
Wat doen wetenschappers eigenlijk?
Wat is kennis?
Twee dimensies in de wetenschap
Normatief en descriptief
o ‘hoe hoort het’ en ‘hoe werkt het’
Weten en doen
o Wetenschap als kennis en wetenschap als praktijk
Tijdens de colleges zal er een aantal keer een casus centraal staan over replicatie. Dit is een
psychologisch onderzoek uit 1988, uitgevoerd door Fritsch Strak??? en Marten en
Sheperd?? over een verschijnsel; als je een gezichtsuitdrukking hebt die past bij een emotie,
dan voel je vanzelf die emotie. ‘Inhibiting and facilitating conditions of the human smile: A
nonobtrusive test of the facial feedback hypothesis’.
Het effect: ‘Feedback from facial expressions affects emotional experience and behavior’
Twee theorieën over de verklaring:
1. Het mechanisme is cognitief (gevolgtrekking uit zelfwaarneming, bewust proces)
2. Het mechanisme is onbewust en fysiologisch
Er worden hier twee theorieën tegenover elkaar gezet; er is geen sprake van verwerpen van
de nulhypothese en dus bewijs van de alternatieve hypothese. Als je twee substantiële
hypotheses tegenover elkaar zet, wordt dit strong inference genoemd. Je kan niet zomaar
een nulhypothese verwerpen.
Wat is wetenschap?
Popper’s demarcatiecriterium:
o Wetenschappelijke beweringen zijn falsifieerbaar…
o En wetenschappers proberen ze te toetsen…
o Anders is het ‘pseudo-wetenschap’.
psychoanalyse
marxistische geschiedtheorie
De praktijk is anders
wetenschappers geven hun theorie niet zomaar op
De wetenschap is divers
Gevolgtrekking (1 en 2)
Inductie
o Van specifiek naar algemeen
Alle zwanen die ik gezien heb waren wit
Dus zwanen zijn wit
Niet zeker, hoogstens waarschijnlijk.
, Data zijn in overeenstemming met theorie, dus de theorie is ‘juist’
Veel gebruikt in de wetenschap
Deductie
Van algemeen naar specifiek
Alle mensen zijn sterfelijk
Socrates is een mens
Dus Socrates is sterfelijk.
Waar als premissen waar zijn
Theorie voorspelt X
X treedt niet op
Dus: theorie is niet juist.
Basis van falsificatie.
Gevolgtrekking: Het inductieprobleem (3)
Inductie is niet rationeel te verwoorden
Inductie is niet redelijk, maar is een gewoonte
Waarom zou de wereld uniform zijn?
Gevolgtrekking
‘Inference to the best explanation’ (bayesiaanse statistiek) (4)
o Van data naar (beste, meest waarschijnlijke) theorie
o Parsimonie (spaarzaamheid) (maar: is de simpelste verklaring altijd de
beste?)
Voorbeeld: Darwin’s Origin of Species
Overtuiging als subjectieve werkelijkheid
gevolgtrekking: bijstellen van overtuiging op basis van data
Bayesiaanse statistiek (objectieve werkelijkheid → kans op 6 gooien bij een
dobbelsteen is 1/6e en subjectieve werkelijkheid → kans op nog steeds oorlog over
twee weken in Oekraïne is groot.
Verklaren
Hempel’s ‘covering law’ model:
Wat is verklarend? Volgens het ‘covering law’ model is verklaren een manier van
redeneren of gevolgtrekking (deductie). De deductie moet de volgende vorm hebben:
o één of meer wetmatigheden hebben
o specifieke feiten (premissen) waaruit je het verklarende fenomeen kan
afleiden.
Waarom worden mensen vrolijker als ze glimlachen? Als ze
glimlachen, is er een bepaald fysiologisch proces dat ervoor zorgt dat
iemand optimistischer wordt.
Altijd als het regent, wordt de straat nat. Het regent, dus wordt de
straat nat (deductie)
Verklaren
Waarom vond Rita de cartoon grappiger dan Kees?
Feedback from factial expressions affects emotional experience and behavior
(wetmatigheid)
Als je een pen tussen je tanden houdt glimlach je (wet?)
Rita had een pen tussen haar tanden toen ze de cartoon bekeek, Kees niet (feit)
Daardoor glimlachte ze op dat moment (feit)
Dat versterkte haar emotionele ervaring en daarom vond ze de cartoon grappiger
(conclusie).
Maar: verklaren is asymmetrisch… en de verklarende feiten moeten wel relevant zijn.
Betekent verklaren niet gewoon: weten wat de oorzaak is?
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller CD3V. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.78. You're not tied to anything after your purchase.