Samenvatting OPB Evidence Based Intervention 1- artikelen en boek
281 views 3 purchases
Course
Evidence based intervention
Institution
Rijksuniversiteit Groningen (RuG)
Uitgebreide samenvatting van alle artikelen behorend bij het vak Evidence Based Intervention 1, . Ook de hoofdstukken 1 tot 9 van het boek 'The transactional model of development' zijn inbegrepen.
Samenvattingen artikelen OPB1
Kilburn, M.R. & Karoly, L. A. (2008). The economics of Early Childhood
Policy. Pp. 50). Santa Moinca: RAND Corporation.
Hoofdstuk 1: Introduction
Onderzoeksbevindingen
Dit artikel helpt beslissers in publieke en private sector, hulpverleners en de
algemene bevolking bij het eigen maken van twee economische concepten die
betrekking hebben op ‘early childhood policy’. Doordat er steeds meer met
computers gedaan wordt, kan er steeds meer data verzameld worden over early
chidhood. Zo blijkt uit data dat veel kinderen in de U.S. risico lopen op slechte
(ontwikkelins)uitkomsten. Een tweede punt dat er voor heeft gezorgd dat er meer
aandacht kwam voor early childhood is dat in die periode de basis wordt gelegd
voor de fysieke, cognitieve en emotionele ontwikkeling in de kindertijd en de
uitkomst in het latere leven. Er zijn bijvoorbeeld interventies die de uitkomst van
de ontwikkeling van kind naar vroege volwassenheid kunnen verbeteren.
Onderzoek van de ‘Adverse Childhood Experiences’ (ACE) tonen aan dat veel
algemene stressvolle ervaringen in de kindertijd leiden naar slechte uitkomsten
in de volwassenheid. Denk hierbij aan misbruik, verwaarlozing, huiselijk geweld,
opgroeien met alcohol of drugs, mentale ziektes, conflict tussen ouders of
misdrijf in huis. Het voorkomen van deze ervaringen tijdens de kindertijd kan
helpen bij het verbeteren van het welzijn van individuen.
Onderzoeksbevindingen van de afgelopen jaren tonen het belang aan van het
leggen van een sterke fundering in de early childhood en dat er verschillende
programma’s zijn die kinderen helpen naar een positieve ontwikkeling en slechte
uitkomsten in de volwassenheid voorkomen.
Paradigma shift: van behandeling naar preventie
De meeste sociale dienst systemen zijn zo georganiseerd dat ze hulp geven aan
mensen die een slechte uitkomst hebben, zoals behandeling voor
middelenmisbruik, gevangenis en kinderbescherming. Gecombineerd met
resultaten van early chidlhood programma’s, die aantonen dat preventieve hulp
betere uitkomsten kent dat de behandelingprogramma’s, tonen een aantal
nieuwe studies aan dat deze benadering voordelen heeft voor de personen die
deze diensten moeten betalen. Preventie programma’s zoals ‘Home Instruction
for Parents of Preschool Youngsters’ (HIPPY) zouden zichzelf terugbetalen omdat
er minder behandelingen gegeven hoeven te worden. De preventieprogramma’s
worden gezien als investering.
Hoofdstuk 2: Human Capital Theory
Het gebruiken van eenvoudige wiskundige modellen zal niet de eerste insteek
zijn van sociale wetenschappers als het gaat om verklaren van complex en
moeilijk gedrag. Echter, een economisch model zoals ‘human capital theory’ is
een bruikbaar framewerk dat verschillende visies van de actuele gedachtegang
over early chidlhood beleid omvat, zoals:
- Latere vaardigheden bouwen voort op eerdere vaardigheden.
- Ontwikkeling bestaat uit verschillende fases.
- Ontwikkeling heeft betrekking op interactie van nature en nurture.
, - Menselijke capaciteiten, vaardigheden en mogelijkheden omvatten
meerdere dimensies.
‘Human capital theory’ levert een simpel framewerk dat overeenkomt met
observeringen over het ontwikkelen van vaardigheden, en dat helpt bij het
voorspellen hoe verschillende beleidsvormen het ontwikkelen van vaardigheden
beïnvloeden.
Een model van het ontwikkelen van vaardigheden
‘Human capital’ heeft betrekking op de productieve capaciteiten in mensen en
bevat kennis, gezondheid, ervaringen, vaardigheden en andere kenmerken.
De ‘human capital’ van een kind in een tweede periode (time period 2) is
getransformeerd door het proces van menselijke ontwikkeling dat gebaseerd is
op de ‘human capital’ van het kind in de voorgaande periode. Deze transformatie
van ‘human capital’ wordt ook wel ‘human captial-production process’ genoemd.
Ook zijn er nog andere belangrijke invloeden op de ontwikkeling van ‘human
capital’, zoals de tijd die ouders spenderen met hun kinderen, de ‘human capital’
van de ouders zelf, de tijd die kinderen hebben met andere sociale figuren om
hen heen, de ‘human capital’ van deze figuren, materiële dingen, service input
etc (Figuur 1). In de modellen komt dus zowel nature (human capital in de eerste
levensperiode) als nurture (bijv. de human capital van ouders) terug.
Figuur 1
Deze figuren kan getransformeerd worden naar een meer wiskundige weergave
(Figuur 2). HCt=1 en HCt=2 staan voor ‘human capital’ eerste respectievelijk tweede
periode. P staat voor het ontwikkelingsproces. De ‘human capital’ van ouders en
anderen wordt weergeven met HCp en HCo. Tijd met ouders en tijd met anderen
wordt weergeven met respectievelijk T p en To. Materiële spullen met G en service
input met S.
,Figuur 2
Nu de termen in symbolen zijn weergeven kunnen we verder naar de wiskundige
weergave. We gebruiken een functie om de overgang van ‘human capital’ in de
eerste periode naar ‘human capital’ in de tweede periode weer te geven (Figuur
3).
Figuur 3
Dit proces gebeurd heel vaak in het leven van een persoon, als iemand 100 wordt
wel 100 keer (Figuur 4).
Figuur 4
In verschillende condities verschilt het belang van de input van de variabelen. Als
een persoon ouder wordt is de tijd die de persoon doorbrengt met de ouders
bijvoorbeeld minder belangrijk, terwijl service input (zoals afstuderen, training op
het werk) belangrijker wordt.
,Insight from the Human Capital Framework
Het model geeft verschillende dingen weer, zoals:
- Ontwikkeling van kinderen is een proces dat in meerdere periodes gebeurt.
- De vaardigheden ontwikkeld in de ene periode hebben invloed op de
vaardigheden die ontwikkeld gaan worden in de volgende periode.
- Zowel nature als nurture spelen een rol, ze vullen elkaar aan.
- ‘Human capabilities’ omvatten een set van productieve kenmerken, zoals
cognitieve en niet-cognitieve vaardigheden, ervaringen en gezondheid.
- Investeren in de vorming van ‘human capital’ vroeg in de levensloop is
waarschijnlijk effectiever dan het behandelen van nadelen op latere
leeftijd.
In het model komt de relatie tussen ‘toxic stress’ en de menselijke ontwikkeling
niet expliciet terug, hoewel de rol van andere factoren makkelijk toegevoegd kan
worden aan het model als andere input op het ‘human capital-production
process’.
De waarde van het economische model ligt niet alleen in het leveren van een
geïntegreerd framewerk voor het ontwikkelingsproces, maar helpt ook bij het
begrijpen van de consequentie van veranderingen, inclusief
beleidsveranderingen, op de ontwikkeling.
Samengevat, de ‘human capital theory’ suggereert dat investeringen in
productieve capaciteiten van individuen de potentie hebben de uitkomsten van
het individu te verbeteren en dat deze investeringen het meeste opleveren als ze
vroeg in de levensloop gedaan worden.
Hoofdstuk 3: Monetary Payoffs
De meest bekende kruising van economie en early childhood beleid is een
kosten-baten analyse van early childhood programma’s.
In dit hoofdstuk worden twee programma’s als voorbeeld gebruikt, namelijk
Integrated Health Services for Foster Care Children (IHSF) en Home Visiting for
New Families at Risk of Child Abuse and Neglect (HV). Hiermee wordt duidelijk
gemaakt hoe economische tools beleidsmakers kunnen helpen bij het beslissen
over early chidlhood initiatieven.
Kosten-baten analyse
De waarde van een programma wordt bepaald door de kosten van het
programma en de baten met elkaar te vergelijken en het vergelijken van
metingen afgeleid van de kosten en baten.
Programma evaluaties hebben aangetoond dat bijna 24 early childhood’
programma’s de uitkomsten van de kinderen verbeteren op korte termijn en bijna
een derde daarvan toonden verbeteringen op de lange termijn. Veel van de
positieve baten van deze programma’s representeren verminderingen in slechte
uitkomsten die erg kostbaar zijn voor de overheid, samenleving of beide: zoals
remedial education, misdaad, delinquentie etc. Ook laten verschillende review-
evaluaties zien dat veel early childhood programma’s in de toekomst kosten
besparend zijn voor de overheid, en de baten groter zijn voor de samenleving dan
de kosten van het programma.
Vanuit het perspectief van de overheid, of meer collectief, elk individu die
belasting betaald, wordt gekeken of de kosten die gedragen worden door de
publieke sector om een bepaald programma te leveren opwegen tegen de baten,
namelijk het voordeel van de publieke veranderingen die ontstaan door het
programma. Dit wordt ‘cost-saving analysis’ genoemd.
‘Cost-saving analysis’ vergelijken de kosten van het programma met de
besparing van de overheid, terwijl ‘cost-benefit analysis’ (=kosten-baten analyse)
de kosten van het programma vergelijkt met zowel de besparing van de overheid
, als de besparing van individuen in de maatschappij. Welk type analyse het meest
relevant is, ‘cost-saving’ of ‘cost-benefit’, is afhankelijk van de omstandigheden
en de reden van de economische analyse.
Uitgeven aan programma’s gebeurd direct, terwijl de baten pas in de toekomst
zichtbaar worden. Ook is een dollar in de toekomst minder waard dan op het
moment zelf. Dus als er twee programma’s zijn waarvan de één early chidlhood
programma is en de ander een programma voor kinderen van 15 jaar en de beide
programma’s hebben dezelfde uitkomst op de kinderen en dezelfde kosten-baten
analyse, dan zal gekozen worden voor het programma voor kinderen van 15 jaar.
Dit programma levert namelijk dezelfde baten, maar in een kortere tijd.
Investering die zich terugbetalen (in baten) in een kortere tijd hebben dus de
voorkeur. Dit in tegenstelling tot wat de ‘human capital theory’ zegt, namelijk dat
investeringen vroeg in de levensloop van de individu betere resultaten opleveren.
Er zijn verschillende belangrijke overkoepelende lessen die we kunnen trekken uit
de onderzoeken die gedaan zijn naar kosten-baten analyses van early childhood
programma’s. Ten eerste wordt duidelijk dat veel early childhood programma’s
hun kosten compenseren met de baten, maar dat doen ze niet allemaal. Ten
tweede verschillen de resultaten van sommige kosten-baten ratio’s door de
verschillen in lengte van de programma-evaluaties. Ten derde laten de resultaten
zien dat een spectrum van de early childhood programma’s zich uitbetalen voor
de samenleving. Zowel hele dure en intensieve programma’s als de minder dure
programma’s kunnen zich terugbetalen. Ten vierde is er bewijs dat de winst van
early childhood programma’s kan verminderen door bepaalde omstandigheden.
Er kan bijvoorbeeld verschil zijn in de kosten-baten analyse tussen moeders met
een hoog risico en moeders met een laag risico in een bepaald programma. Ook
kan de winst afhankelijk zijn van de lengte van het programma: hoe langer het
programma hoe minder de baten zijn in vergelijking met de kosten. Dus
bijvoorbeeld het twee jaar volgen van een bepaald programma levert niet een
verdubbeling van de resultaten op na één jaar volgen van het programma.
Return on Investment
Naast een kosten-baten analyse kan het feit of een programma zichzelf
terugbetaald ook geanalyseerd worden met een ‘internal rate of return’ (IRR). IRR
wordt berekend als de valuta van de opbrengst dat de kosten en baten gelijk
trekt, het kan gezien worden als de effectieve opbrengst op jaarbasis dat een
programma produceert gegeven de baten. Twee programma’s kunnen dezelfde
baten hebben, maar verschillende IRRs als het patroon van kosten en baten
verschilt door de tijd.
Kosten-baten analyses en IRR bevindingen hebben ook zwakke punten. Zo zijn de
resultaten van kosten-baten analyses gevoelig voor verschillende
methodologische keuzes, ook zijn de analyses gemaakt door verschillende
onderzoekgroepen daardoor vaak niet vergelijkbaar. Verder kunnen niet alle
baten uitgedrukt worden in een valuta. Verder gaan de meeste evaluaties van
programma’s niet lang genoeg door om ook de lange termijn effecten te meten,
deze worden daardoor niet meegenomen in de kosten-baten analyse.
Quality Versus Quantity Trade-Offs
Er is steeds meer erkenning in early childhood beleid dat baten in de ontwikkeling
van het kind door ‘early childhood services’ afhankelijk zijn van de ‘services’
(instituten/organsaties). In het veld van early childhood is kwaliteit verdeeld in
twee typen: ‘structural quality’ en ‘process quality’. ‘Structural quality’ verwijst
naar kenmerken van de kwaliteit die kwantitatief geteld of gemeten kunnen
worden. ‘Process quality’ verwijst naar meer kwalitatieve kenmerken, zoals
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Johanna1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.