100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
TOE Samenvatting $16.10   Add to cart

Summary

TOE Samenvatting

 145 views  7 purchases
  • Course
  • Institution

Relevante informatie van TOE in één document. Er is gebruik gemaakt van tabellen om het nog overzichtelijker te maken.

Preview 4 out of 32  pages

  • May 13, 2022
  • 32
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
HC: Correlationeel onderzoek
Gegevens worden op verschillende manieren gegenereerd: incidenteel/organisch (kant-en-klaar)
versus doelbewust (op maat gemaakt) ontworpen.
o Doelbewust ontworpen: experiment, survey, administratief (bv. belastingdienst).
o Incidenteel/organisch: aspirationeel (bv. Facebook), transactioneel (bv. Jumbo kaart).

Wij ontwerpen een studie en verzamelen gegevens om de sociale realiteit te beschrijven, (causale)
verbanden te bestuderen en te generaliseren naar de doelpopulatie (inferentie). Inferentiedoelen:
- Beschrijving
- Oorzakelijkheid
- Voorspelling

Survey manieren:
- Face-to-face
- Mail
- Telefoon
- Internet
- Mixed-modes

Verschillen tussen de manieren:
- Mate van betrokkenheid van de interviewer
- Mate van interactie met de respondent
- Mate van privacy
- Communicatiekanalen (visueel, auditief)
- Technologiegebruik (high-tech versus low-tech)


Face-to-face Mail Telefoon Internet
Prijs Hoog Laag Matig Laag
Responspercentag Hoog Laag Hoog Matig
e respondenten
Controle van de Hoog Laag Matig Matig
onderzoeker over
de interviews
Interviewer Hoog Laag Matig Laag
effecten

Survey manieren in Nederland:
- Bevolkingsregister en meer dan 90% internetgebruik
o Telefonische surveys (nummers met willekeurige cijfers) worden niet op grote schaal
gebruikt
- Methoden mix
o Post met uitnodigingen voor internet surveys
o Telefooncomponent indien nummers bekend zijn
- Marktonderzoekers gebruiken zowel kansberekening als niet-kansberekening online panels
- Mixed-device surveys (computer/mobiele telefoon)

Soorten mixed-mode ontwerpen:
- Eén modus voor sommige respondenten, een andere methode voor anderen. Bv. een online
survey met een postcomponent voor degenen zonder internet.
- Eén modus voor de werving, een andere voor de administratie van de survey. Bv. uitnodiging
per post voor een online survey.
- Eén modus voor gegevensverzameling, een andere voor herinneringen (follow-up). Bv.
telefonische herinneringen voor een online survey.
- Eén modus voor het belangrijkste deel van het interview, een andere voor een deelverzameling
van antwoorden. Bv. gevoelige items, zelfafhandeling per telefoon en audiocomputer (ACASI).

Cross-sectionele surveys zijn gebaseerd op een steekproef van de betrokken populatie die op één
tijdstip wordt getrokken. Panel surveys daarentegen volgen de betrokken populatie over een langere
1

,periode en zijn gericht op het meten van veranderingen in de tijd voor de analyse-eenheden binnen de
populatie (de inhoud is meestal hetzelfde, maar kan verschillen).

Voordelen van panel surveys:
- Toegang tot veranderingen binnen de persoon en causaliteit
- Kunnen leeftijds-, periode- en cohorte-effecten ontwarren

Nadelen van panel surveys:
- Uitval (drop-out of opeenvolgende golf-nonrespons)
- Panelconditionering (leereffecten)

Survey cyclus:
Meting Representatie

Construct Doelgroep
Coverage error
(dekkingsfout)

Meting Steekproefkader
Measurement
error Sampling error
(steekproeffout)
Respons Steekproef

Processing Non-response
error error
Bewerkt Respondenten
respons
Adjustment
error
Postsurvey
aanpassingen
Survey statistiek



Er is sprake van een dekkingsfout als niet alle leden van de populatie een bekende, niet-nulkans
hebben om in de steekproef te worden opgenomen, en als de personen die in het steekproefkader zijn
opgenomen, verschillen van de personen die wel in de steekproef zijn opgenomen. Er is sprake van
undercoverage wanneer leden van de doelpopulatie worden uitgesloten. Overcoverage doet zich voor
wanneer eenheden ten onrechte worden opgenomen.

Er is sprake van een steekproeffout als slechts enkele, in plaats van alle, leden van de betrokken
populatie worden ondervraagd.
- Onzekerheid
- We hebben statistieken nodig om deze onzekerheid te kwantificeren
Er treedt een non-responsfout op wanneer voor een survey geselecteerde personen die niet
antwoorden, voor relevante variabelen verschillen van degenen die wel antwoorden.
- Unit-nonrespons: wanneer voor de steekproef geselecteerde personen weigeren volledig aan
het survey verzoek mee te werken
- Item-nonrespons: wanneer personen die voor de steekproef zijn geselecteerd, weigeren een
bepaalde vraag te beantwoorden

Redenen voor nonrespons:
- Technische moeilijkheden
- Gebrek aan motivatie/interesse
- Gebrek aan vertrouwen in gevoelige vragen

Gevaar nonrespons: non-response bias = systematische verschillen tussen respondenten en non-
respondenten over belangrijke onderzoeksvariabelen.



2

,Aanpassingsfout treedt op als gevolg van dekking en nonrespons. Statistieken op basis van
respondenten kunnen afwijken van die van de doelpopulatie. bv. ondervertegenwoordiging van
bepaalde groepen (stedelijke respons is lager dan plattelandsrespons).

Nieuwe huishoudens/nieuwe werkgevers in het kader. Aanpassing: weging van de
ondervertegenwoordigden.
o Voorbeeld: item-nonrespons, aanpassing: imputatie = het proces waarbij ontbrekende
gegevens worden vervangen door vervangende waarden

Meetfouten treden op als respondenten onnauwkeurige antwoorden geven als gevolg van effecten op
de survey modus, slechte vraagformulering of aspecten van hun gedrag.

Betrouwbare meting: de meting varieert niet als gevolg van kenmerken van de manier waarop er is
gemeten of van het meetinstrument (precisie, consistentie).
- Test-hertest: mate van consistentie in de tijd
- Interrater: mate van overeenstemming tussen verschillende beoordelaars
- Intern: consistentie van verschillende resultaten van verschillende items in een test

Validiteit van de meting: hoe goed de meting overeenkomt met het betrokken begrip
(juistheid/correctheid).
- Indruk: komt de meting goed over?
- Inhoud: meet de meting alle aspecten van het construct?
- Convergent: correleert de meting met een andere meting van hetzelfde construct?
- Divergent: correleert het niet met iets dat iets anders meet?
- Criterium: voorspelt het een uitkomst?

Survey metingen zijn niet betrouwbaar (berusten op recall en schattingen), en problemen met
constructvaliditeit. Verschillen tussen mensen?

Observaties in een laboratorium nadelen:
- Mensen gedragen zich anders dan normaal (Hawthorne-effect/reactiviteit)
- Slechts een momentopname (moeilijk om mensen 24 uur te laten blijven)
- Problemen met de externe validiteit

Foto's (bv. zeven weken boodschappen) nadelen: lage construct validiteit; lage betrouwbaarheid; geeft
je wel veel context.

Voedseldagboek (op papier) nadelen:
- Nonrespons (doen mensen het echt?)
- Recall (herinneren mensen zich precies wat en hoeveel ze hebben gegeten?)
- Lage betrouwbaarheid
- Underreporting (probleem bij recall)
- Lage validiteit

Dagboek (mobiele telefoon) nadelen: nonrespons en dekkingsfout.

Een groot deel van de sociale wetenschappen is gewijd aan het verbeteren van wat en hoe we meten.

Problemen met metingen:
- Externe validiteit: dekking; nonrespons; reactiviteit (Hawthorne-effect)
- Construct validiteit
- Recall: underreporting en schatting (betrouwbaarheid)
o Schatting van ingrediënten/hoeveelheden
o Schatting respondent (dagboek) of schatting onderzoeker (foto's)?

Wat het beste werkt hangt af van de populatie en middelen. Smartphone-apps kunnen werken voor
jongeren, maar zullen waarschijnlijk niet werken voor ouderen.

Vereisten? App bouwen door een specialist en coderen door onderzoeker.

- Feiten: secundaire gegevens, vraag specialist
3

, - Gedrag: observeer/vraag het de persoon
- Meningen: vraag het de persoon

We stellen mensen vaak vragen: survey. Het is moeilijk om foutloze (valide en betrouwbare) metingen
te verkrijgen in surveys, vanwege dit antwoordproces:


Comprehension Retrieval Judgement Response
(begrip) (ophalen) (oordelen) (antwoord)


1. Begrip - Begrijpen van de vraag
2. Ophalen - Weet je nog? Ophalen informatie
3. Oordelen - Kun je nauwkeurig schatten? Gedachten, ideeën, meningen, ervaringen en
herinneringen in het hoofd van de respondent
4. Antwoord - Ben je bereid te antwoorden? Deze gedachten, ideeën, meningen, ervaringen en
herinneringen worden geverbaliseerd tot antwoorden

Herinneringsproblemen leiden tot onder- of overschatting. Beiden zijn een vorm van vertekening.

Bias (question bias) kan ook ontstaan door vraagformulering, leidende vragen, dubbelzinnige vragen,
volgorde-effecten, telescopische effecten en gevoelige vragen.

Order effecten beïnvloeden het ophalen, het oordeel en de respons. Sociale wenselijkheid leidt tot
validiteitspriming.

Response bias: we gaan ervan uit dat respondenten ijverig de stappen doorlopen (optimizing), maar ze
kunnen shortcuts nemen (satisficing) = sociale wenselijkheid; acquiescence (iets accepteren zonder
protest); primacy/recency effecten; fence sitting (middelste keuze) of straightlining/nondifferentiatie.

Een variabele creëren
- Optie 1: som van itemscores
 Waarom hebben somscores niet de voorkeur? Antwoord missers?
- Optie 2: gemiddelde van alle itemscores - kan nog steeds worden berekend met een paar
ontbrekende waarden
- (Optie 3: gewogen gemiddelde van itemscores)

Let op! In veel surveys komen we omgekeerd geformuleerde items tegen. Deze omgekeerd
geformuleerde items moeten omgekeerd worden gecodeerd (hercodering), waarna een schaalscore kan
worden berekend.

Betrouwbaarheid:
- Chronbach’s alpha meet de interne consistentie

In welke mate correleren de items in een survey? (Ingewikkelde berekeningen met de computer)
Opmerking: om betrouwbaarheidsanalyses te gebruiken, moeten alle items in dezelfde richting worden
gecodeerd.

In het algemeen is de Chronbach’s alpha lager dan 0.7 = slecht en een alpha hoger dan 0.8 goed,
maar dit is afhankelijk van het gebruik van de survey.

Betrouwbaarheidsanalyse/verbetering van de schaal:
- Controleer de correlaties tussen individuele items en de schaal zonder het item
o "Item rest correlatie" of "item-totaal correlatie"
o Vuistregel: r(it) < ±0.2, item mag verwijderd worden
- Controleer bovendien wat er gebeurt met Chronbach’s alpha als de schaal zou worden gemaakt
zonder dat specifieke item
o Chronbach’s alpha als item verwijderd wordt. Vuistregel: alpha neemt het meest
toe, item mag verwijderd worden


4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller wy21. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $16.10. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

72841 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$16.10  7x  sold
  • (0)
  Add to cart