100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting SVAA: hoofdstukken spijsvertering en urogenitaal stelsel $11.41   Add to cart

Summary

Samenvatting SVAA: hoofdstukken spijsvertering en urogenitaal stelsel

 8 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting van 26 pagina's voor het vak SVAA aan de UGent (/)

Preview 3 out of 26  pages

  • May 14, 2022
  • 26
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Splanchnologie
1 VOEDING EN SPIJSVERTERING
Eerste indeling in de wijze van voedselkeuze en voedselverwerking:
Monofagen: één enkele specifieke voedselbron, hierbij hoort een spijsverteringsstelsel dat is
aangepast op deze specifieke voedselbron. (Vb. de koala)
Polyfagen: een gevarieerde voedselkeuze, spijsverteringsstelsel moet speciaal aangepast zijn om
overweg te kunnen met het diverse aanbod.
Intrinsieke hulpmiddelen voor het bemachtigen van voedsel: lichaamsonderdelen, in het speciaal de
tong.
Extrinsieke hulpmiddelen: werktuigen
Mechanische verwerking van voedsel
Kauwmechanisme komt voor bij de meeste zoogdieren en enkele reptielen. Alternatieven voor
kauwen: Karperachtigen hebben pharyngeale tanden (keeltanden), hagedissen/slangen/vogels hebben
een beweeglijke schedel: craniale kinese, vogels en krokodilachtigen hebben een spiermaag volgend
op de kliermaag.
Gebitstypes

Type Werking Komt voor bij
Inbeddingsplaats/ verankeringsplaats
acrodont Tanden bovenop ingeplant Straalvinnige vissen
pleurodont Leunen tegen labiale kam van het kraakbeen Slangen, leguanen, varanen
thecodont Tanden verankerd in tandkas Zoogdieren, krokodillen
Vormverschillen
homodont Alle tanden dezelfde vorm Niet zoogdieren
heterodont Verschillende tandtypes met elk een eigen zoogdieren
functie
Wisselingen
monophyodont nooit wisselen tandwalvissen
diphyodont Éénmaal wisselen zoogdieren
polyphyodont Continue vervanging Niet zoogdieren
Tandvorm
brachiodont Korte tand, groeit niet meer door na de Niet-herbivoren (behalve
vorming hoektand varken), snijtanden
herkauwers
hypsodont Balkvormige tand, groeit wel nog door en Herbivoren
wordt constant weggesleten

,Tandtypes
1. Incisivi (i): snijtanden
2. Caninus (c): hoektand
3. Premolaren (p): valse kiezen
4. Molaren (m): kiezen, komen niet in het melkgebit voor. Krijgen nog specifieke terminologieën
op vlak van de kamvorm in het occlusievlak:
Selenodont: halmaanvormige uitlenging van de tandpunten (herkauwers)
Iophodont: complexe structuren (paard en Rhodentia)
Ioxodont : wasbordpatron (apen van de Oude wereld)
De kammen van de kies staan dwars op de kauwrichting georiënteerd.
5. Dentes decidui: melktanden
6. Dentes permanentes: definitieve tanden
7. Wolfskiesje: P1 bij het paard
Specifieke adaptaties aan het gebit naargelang voedseltype

Carnivoren1 Uitgesproken conische tanden, daarom noemen we dit gebitstype ook: secodont. 4 de
(p) in de bovenkaak en 1ste (m) in de onderkaak zijn fors uitgebouwd = de
scheurkies
Katachtigen hebben een gedeeltelijk gereduceerd gebit.
Geen wangen (labii)
Insectivoren Voor de voeding van insecten met een pantser: scherpe mesvormige tanden van een
bijzonder nut. Mortier en stamper pricipe, talrijke kiezen van verschillende types

Zonder pantser: gebit heeft zijn functie verloren, gedegenereerde tanden
Piscivoren II-air opnieuw homodont geworden, kegelvormige tanden
Herbivoren (i) normaal gezien boven & onderkaak – bij herkauwers zijn de bovenste er niet. (c)
geen enkele functie in het verwerven van voedsel – bij het paard heeft enkel de
hengst deze nog als II-air mannelijk geslachtskenmerk – bij herkauwers word (c)
(i4)
Kiezen extreem gespecialiseerd met gekamde occlusievlakken (cfr. Selenodont,
iophodont, ioxodont)
Ruimte tussen (i) en (p) = diastema



1.1 ALGEMENE ORGANISATIE VAN DE MOND
Mondholte (Cavum Oris)
Aflijning: mondspleet tot keel
Indeling:
1. vestibulum oris (ruimte tussen tand en wang/lip)
2. cavum oris proprius
3. keelholte, overgang met cavum oris proprius: isthmus faucium
4. acus palatoglossus
5. gingiva: tandvlees




1
In definitie: dieren die andere dieren opeten

, lippen (labia)
Indeling:
1. boven en onderlip (superius et inferius)
2. lipspleet: rima oris
3. mondhoeken: anguli oris
4. verbinding lip met vestibilum oris (en deels ook ginigiva): frenulum labii
5. carnivoren/kl. Herkauwers mediane uitwendige lipgroeve: philtrum
6. lipspeekselkliertjes: gll. Labiales
7. tastharen: pili tactiles
8. mondkringspier: m. orbicularis oris
9. spier verantwoordelijk voor het naar binnen krullen: m. incisivus inferior/superior
10. spier verantwoordelijk voor het opkrullen van de bovenlip bij flehmen: m. levator labii
superioris
11. spier verantwoordelijk voor het naar buiten krullen van de onderlip: m. depressor labii
inferioris
12. spier verantwoordelijk voor het openkrullen van de mondhoek: m. zygomaticus
13. ondersteunende spieren: m. levator nasolabialis, m. caninus, m. depressor labii superioris en
m. mentalis
wangen
Indeling:
1. spierige as: m. buccinator
2. wangspeekselklieren: gl. Buccales
3. wangspeeklselklieren mediaal van de jukboog: gl. Zygomatica
harde gehemelte (palatum durum)
Indeling:
1. diepe groeve in de mediaanlijn: raphe palati
2. dwarse kammen: rugae palatinae
3. uitmonding ductus incisivus, caudaal van de bovenste snijtanden


1.2 TANDEN

Uitwendige bouw van een tand
1. Kroon: corona  bekleed met glazuur
2. Hals: cervix  vasthechting gingiva
3. Wortel: radix  ingebed in tandalveole
Bouw van een tand op doorsnede
1. Tandholte: cavum dentis, opgedeelt in een kroonholte: cavum coronale dentis en per wortel
een wortelkanaal: canalis radicis dentis. Opening ter hoogte van elke wortelpunt: foramen
apicis dentis  opgevuld met dentine.
Bij hypsodonte tanden: wortel wordt door dentine en cementvorming verlengd
2. Dentine/ivoor: kan na tanderuptie nog bijgevormd worden => II-aire dentine, als deze
verschijnt in het occlusievlak van afslijtende tanden wordt de verkleurde dentine aangeduid als
tandster.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kwintenrfmasureel. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $11.41. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67232 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$11.41
  • (0)
  Add to cart