Inleiding in de statistiek voor de gedragswetenschappen
Een volledige samenvatting van statistiek (jaar ), gegeven door Sam Willems. Alle theorie staat er goed in uitgelegd en ook oefeningen zijn uitgewerkten uitgelegd in deze samenvatting. Ik behaalde een 14/20
in eerste zit.
,Hoofdstuk 1: De statistiek in het onderzoek
Doel: illustratie van statistiek binnen de gedragswetenschappelijke praktijk;
Wat is statistiek?
Voorbeelden:
- Eensgezindheid in een ontwenningskliniek:
Bachelorproef in samenwerking met instelling voor verslaafden, ze hanteren 6 principes over hoe ze
met die mensen aan de slag zullen gaan. Worden deze 6 principes effectief toegepast door de
medewerkers/ werknemers? d.m.v. vragenlijsten
Niet alles werd even hard als belangrijk beschouwd of even nauw opgevolgd
Waar komt statistiek aan bod in het verhaal? Belang van de 6 principes bij de werkgevers uitdrukken
in statistische gegevens Bijv. percentages uitdrukken wat er in de praktijk gaande is.
Statistiek = verzamelen, classificeren, samenvatten, organiseren, analyseren, interpreteren van
gegevens
Statistiek als onderzoekshulpmiddel
2 vormen van statistiek:
1. Beschrijvende statistiek = formules omtoveren tot zaken in de praktijk bijv. hoe kan ik de
ontwenningskliniek verder helpen? Uitspraken zijn beperkt tot klein groepje dat bevraagd is
(steekproef), verzamelde gegevens samenvatten in kengetallen bijv. De bevraagde TP-studenten
waren gemotiveerd om het vak Statistiek te studeren.
2. Inductieve statistiek = d.m.v. klein groepje (steekproef) een veralgemening doen voor grotere
populatie
bvb. Belgische TP-student is gemiddeld genomen gemotiveerd om het vak Statistiek te studeren. (je
hebt natuurlijk niet alle Belgische TP-studenten ondervraagd maar een kleinere groep en deze
uitkomst doorgetrokken naar een grotere populatie.
Wat is onderzoek?
Waarom gaan we iets observeren/ waarnemen?
Zodat we uitspraken kunnen doen die zinvol zijn voor de theorievorming, en die zinvol zijn voor de
psychologische praktijk
Wie gaan we waarnemen? Wie is de doelgroep?
Populatie = doelgroep waarin je geïnteresseerd bent en iets van wil onderzoeken
Steekproef = kleine groep getrokken uit de populatie, groep die je populatie zal vertegenwoordigen,
gebruiken in onderzoek om dan te veralgemenen naar de populatie toe.
Wat gaan we waarnemen?
Variabelen = eigenschappen van onze deelnemers of eigenschappen via onze deelnemers (kennis die
ze hiervan hebben)
,Statistiek = patronen beschrijven van gemeten kenmerken
Hoe doet mijn groep het gemiddeld genomen, hoe verschillen de deelnemers van elkaar?
- Centrale tendens: bijv. hoeveel punten worden er gemiddeld behaald in klasgroep 08_10A?
- Spreiding: bijv. Zijn er verschillen tss TP-studenten op het examen?
- Verbanden/Associaties bijv. scoren de mensen met meer uren wiskunde in de vooropleiding meer
dan de mensen met minder? Is er een verband?
Kritisch zijn!! In hoeverre mag ik veralgemenen en een gevonden resultaat doortrekken? Bijv. Het is
niet omdat de mensen met maar 3u wiskunde in de vooropleiding gemiddeld minder scoren op het
examen, dat heel die groep bijles moet nemen. Er zullen sws uitschieters zijn.
Vervanging p. 13/14 in het handboek!! (want te theoretisch uitgelegd)
Statistiek = waarnemingen omvormen tot ware (gebaseerd op waarnemingen verkregen door
steekproef) en algemene uitspraken
- uitspraken die veralgemenen naar volledige steekproef of populatie
- twee soorten uitspraken:
Deterministische uitspraken = uitspraken die 100 % zeker zijn, zekerheden en
wetmatigheden (zelden tot nooit in ons veld, gedragswetenschappen)
Probabilistische uitspraken = uitspraken de niet 100% zeker zijn, onzekerheden,
waarschijnlijkheden/kansen (bijna altijd bij gedragswetenschappen! Altijd te maken met
onzekerheden) = wees kritisch!
Centrale tendens= groep proberen samen te vatten in 1 enkel getal.
Soorten onderzoek
Kwaliteitscriteria van onderzoek/ de 4 gouden regels voor elk onderzoek
- objectief
Eigen gedachten en eigen ideeën mogen geen rol spelen, zonder enig vooroordeel te werk gaan
- controleerbaarheid
Procedure waarbij onderzoeker controle heeft, je weet perfect wat er gaande is wat er kan
mislopen, vragen en bijvragen stellen,
- herhaalbaarheid
Procedure die feilloos te herhalen valt (bvb. een andere onderzoeker kan met identiek dezelfde
resultaten afkomen door jouw procedure te volgen! met mss kleine logische meetfoutjes)
- systematiek
Procedure waarbij logische stappen gezet worden
, vb. slaapimpact meten: eerste stap = slapen
Deze criteria onderscheiden ‘echte’ onderzoekers van de onderzoekers van de Flair bvb.
Verschillende soorten van onderzoek
1. Het experiment
Hier werken we met een onafhankelijke variabele, dat zijn dingen die jij als onderzoek onder controle
hebt. Bijv. Wat gaan verschillende types ontbijt doen met iemand zijn cognitieve vermogens?
Onafhankelijke variabele = ontbijt (kan gemanipuleerd worden)
Wat we hierover gaan meten = afhankelijke variabele (kan niet gemanipuleerd worden)
Indeling in groepen:
1e groep krijgt een ijsje
2e groep krijgt een glas water
3e groep krijgt geen ontbijt
We laten alle groepen bijv. denkoefeningen doen op de computer. We gaan meten hoe snel de
mensen deze oefeningen oplossen (afhankelijke variabele 1) en hoe juist ze deze maken (afhankelijke
variabele 2)
Meten hoe de manipulaties (onafhankelijke variabelen) een effect gaan hebben op de afhankelijke
variabelen
Verschil met experiment: bij correlationeel onderzoek ga je niets manipuleren maar alleen een
verband zoeken tussen twee variabelen die je niet onder controle hebt als onderzoeker.
Bijv. a/d deelnemers vragen wat ze als ontbijt (variabele 1) gegeten hebben (coderen volgens
voedingswaarden fruit=5, croissant=1) dit in verband stellen met mentale vaardigheden
(variabele 2) via IQ-test
Positief verband: hoe beter/gezonder het ontbijt, hoe beter de scores op de mentale vaardigheden.
Maar: Kan in meerdere richtingen gaan, bvb. slimmere mensen kiezen automatisch ook voor
gezonder ontbijt. Of komt dit misschien door opvoeding (achterliggende variabele, dus niet één van
de twee variabele die je onderzocht, maar een derde die de plots de kop opsteekt) die je hebt
gekregen (is dus ook een mogelijkheid)
Er zijn dus verschillende interpretaties van verbanden
Soorten interpretaties van verbanden
X = onafhankelijke variabele
Y= afhankelijke variabele
- Direct causaal (vaak bij experiment, maar niet altijd bij psychologsich experiment!!)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nelethys. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.51. You're not tied to anything after your purchase.