100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Fiscaliteit $14.62   Add to cart

Summary

Samenvatting Fiscaliteit

 4 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Dit is een samenvatting voor het vak Fiscaliteit in het eerste jaar Bedrijfsmanagement aan de Arteveldehogeschool. Alle te kennen theorie zit er volledig in verwerkt.

Preview 5 out of 39  pages

  • May 14, 2022
  • 39
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
FISCALITEIT
Deel I: Basisbeginselen
Hoofdstuk 1: Begrip en kenmerken van de belasting
Hoofdstuk 2: De situering van het belastingrecht
Hoofdstuk 5: Wie mag belasting heffen?
Hoofdstuk 6: Grondwettelijke beginselen van de belastingheffing
Hoofdstuk 8: De indeling van de belastingen

Deel II: Personenbelasting
Hoofdstuk 1: Inleidende begrippen
Hoofdstuk 2: Bepaling van het netto-inkomen
Hoofdstuk 3: Aftrekbare bestedingen
Hoofdstuk 4: Progressief tarief
Hoofdstuk 5: Belasting op de belastingvrije som
Hoofdstuk 8: Gewestelijke belastingverminderingen
Hoofdstuk 9: Federale belastingverminderingen

Deel III: Vennootschapsbelasting
Hoofdstuk 1: Basisbegrippen
Hoofdstuk 3: Verworpen uitgaven
Hoofdstuk 5: Uiteenzetting van de winst
Hoofdstuk 6: Tarief

Deel IV: Btw
Hoofdstuk 1: Inleiding
Hoofdstuk 2: Btw-belastingplichtigen
Hoofdstuk 3: De belastbare handelingen
Hoofdstuk 4: De maatstaf van heffing
Hoofdstuk 5: De btw-tarieven
Hoofdstuk 6: Vrijstellingen
Hoofdstuk 7: Het recht op aftrek van de voorbelasting
Hoofdstuk 11: Verplichtingen van de btw-belastingplichtigen

,DEEL I: BASISBEGINSELEN
HOOFDSTUK 1: BEGRIP EN KENMERKEN VAN DE BELASTING
1. Het begrip ‘belasting’
Er bestaat geen wettelijke definitie. Aan de hand van een aantal cassatiearresten komt men
in de rechtsleer tot de volgende juridische omschrijving: ‘De belasting is een bijdrage die
volgens bepaalde rechtsregels door de overheid wordt opgelegd met het oog op het
verzamelen van financiële middelen die nodig zijn om uitgaven te doen in het algemeen
belang en voor zover die bijdrage bij wet of decreet als belasting wordt erkend.’
2. Kenmerken van een belasting
2.1 Het financieel doel
Belastingen worden gebruikt voor het dekken van de overheidsuitgaven. Belastingen worden
geheven en aangewend ter financiering van diensten van openbaar nut. Concreet wil dit
zeggen dat er tegenover een belasting geen rechtstreekse en individuele tegenprestatie
bestaat (de betaler weet niet wat er exact met de door hem betaalde belastingen gebeurt).
Als een heffing bestemd is om een door de overheid verstrekte dienst rechtstreeks te laten
vergoeden door degene die de dienst heeft genoten, is er geen sprake van een belasting
maar wel van een retributie.
2.2 Het dwingend karakter
Belastingen worden eenzijdig door een overheid opgelegd. Dat gebeurt volgens bepaalde
rechtsregels die afdwingbaar zijn. De fiscale wet is van openbare orde. Bij niet-naleving van
de wettelijke verplichtingen zal de belastingplichtige dan ook gesanctioneerd kunnen
worden. Twee soorten van sancties zijn hierbij mogelijk, namelijk administratieve sancties en
strafrechtelijke sancties. De fiscale administraties zullen in elk concreet dossier de fraude
ofwel zelf aanpakken en beboeten, ofwel enkel de fiscale schuld vaststellen waarna de straf
via de strafrechtelijke weg wordt opgelegd.
2.3 Overheidsinkomsten die geen belastingen zijn
Om een belasting te zijn, moet aan beide bovenstaande kenmerken worden voldaan.
 De inkomsten die de overheid haalt uit de vervreemding, de verpachting of concessie
van openbare domeingoederen (bijvoorbeeld: inkomgelden van musea,
vaartrechten, houtkappingen...).
 Inkomsten uit het verstrekken van diensten aan burgers in sectoren waarin de
overheid in concurrentie treedt met de privésector (bijvoorbeeld de financiële sector
en het vervoer).
 De verplichte betalingen aan de overheid zonder financieel doel (strafrechtelijke
boeten, verbeurdverklaringen...).
 De retributies en de parafiscale heffingen.
2.4 Retributie versus bijzondere vormen van belastingen
Retributies zijn geen belastingen. Waar een belasting een verplichte betaling aan de
overheid is met het doel uitgaven van algemeen nut te financieren, is een retributie meer
een vergoeding voor een geïndividualiseerde dienstverlening vanwege de overheid die

,daarbij over een juridisch of feitelijk monopolie beschikt. De rechtstreekse tegenprestatie
van de openbare instelling en het daaraan verbonden persoonlijk voordeel van de gebruiker
zijn substantiële kenmerken van de retributie.
Bv. havenrechten voor het gebruik van havenfaciliteiten; tolgelden voor het gebruik van
bruggen, tunnels en autowegen; taksen inzake uitvindingsoctrooien; de vergoeding voor het
verkrijgen van een kopie van een administratief document; parkeerretributies.
2.5 De parafiscale bijdragen
In België worden parafiscale bijdragen juridisch niet als belastingen beschouwd omdat de
opbrengst ervan niet in de rijksmiddelenbegroting terechtkomt. De sociale bijdragen
(waaronder voornamelijk de werknemers- en werkgeversbijdragen) worden rechtstreeks
ondergebracht bij de RSZ, die een van de staat onderscheiden rechtspersoonlijkheid heeft.
Vanuit deze optiek beogen sociale bijdragen niet de dekking van de algemene uitgaven van
de staat maar alleen specifieke uitgaven, met name de sociale uitgaven (bijvoorbeeld het
vervangen of aanvullen van een arbeidsinkomen). Vooral dit bestemmingscriterium laat een
onderscheid toe met belastingen.

HOOFDSTUK 2: DE SITUERING VAN HET BELASTINGRECHT
Het belastingrecht houdt zich niet bezig met de opportuniteit (rechtvaardigheid) van een
(nieuwe) belasting, maar krijgt wel een belangrijke taak toebedeeld van zodra de
noodzakelijke politieke beslissingen genomen zijn. Het belastingrecht zal dan onder meer
bepalen wie of wat aan de belasting wordt onderworpen, welk het toepasselijk tarief is, hoe
de belasting wordt gevestigd, hoe ze wordt geïnd, welke waarborgen aan de
belastingheffende overheid worden toegekend enz. In deze optiek behoort de studie van het
belastingrecht tot de rechtswetenschap. Het fiscaal recht valt onder het publiekrecht.
Andere wetenschappen kunnen zich eveneens bezighouden met het bestuderen van
mogelijke aspecten en effecten van de belastingheffing. Dat is bijvoorbeeld vaak het geval
voor de economie, de psychologie, de sociologie enz. Al deze wetenschappen die zich met de
studie van belastingen bezighouden, noemt men belastingwetenschappen. Zij kunnen op
aanleiding geven tot het formuleren van objectieven voor een fiscale overheidspolitiek.

HOOFDSTUK 5: WIE MAG BELASTING HEFFEN?
 De federale overheid.
 De lokale besturen: de gemeenten, provincies en de agglomeratie Brussel.
 De regionale besturen: de gewesten en de gemeenschappen.
 De publiekrechtelijke instellingen die belast zijn met een opdracht van algemeen
belang en waartoe de wet de burgers verplicht onder bepaalde voorwaarden aan te
sluiten. Hieronder vallen ook instellingen van openbaar nut en openbare centra voor
maatschappelijk welzijn.
 De supranationale overheden: er bestaan verschillende Europese belastingen. Hierbij
kan worden gedacht aan de douanerechten die aan de gemeenschappelijke
buitengrens worden geheven op de ingevoerde goederen en dit ten bate van de
eigen middelen van de Europese Unie. Elke lidstaat die deel uitmaakt van de
Europese Unie moet een deel van haar nationale btw-opbrengst aan de Unie afstaan.

,Hierbij geldt het principe van de fiscale autonomie. Het non bis in idem principe is een
algemeen rechtsbeginsel (niet in de grondwet) en betekent dat je niet tweemaal op dezelfde
grondslag kan worden belast. Regionale en lokale overheden kunnen geen belasting heffen
op federale bevoegdheden.

HOOFDSTUK 6: GRONDWETTELIJKE BEGINSELEN VAN DE BELASTINGHEFFING
1. Het legaliteitsbeginsel
Geen belasting ten behoeve van de Staat kan worden ingevoerd dan door een wet.
 Alles is vrij van belasting, tenzij de wet anders bepaald.
 Daaruit volgt een strikte interpretatie van de fiscale wet: het verbod op analogische
toepassing en het principe in dubio contra fiscus. De wet moet in het geval van een
dubbelzinnigheid tegen de fiscus worden uitgelegd.
 Gebonden bevoegdheid van de administratie: zij moet de fiscale wetten toepassen
zoals zij zijn.
 Vrije keuze van de minst belaste weg (zgn. Brepolsleer).
 De belastingsplichtige mag belastingen ontwijken op een legale manier. Hij mag geen
wettelijke verplichtingen schenden. Men mag bijvoorbeeld een vennootschap
oprichten in plaats van zelfstandige te zijn. Belastingontduiking, zoals fraude,
zwartwerk of valse facturen, is echter niet toegelaten.
2. Het annualiteitsbeginsel ofwel het eenjarigheidsbeginsel
Over de belastingen ten behoeve van de Staat, de gemeenschap en het gewest wordt
jaarlijks gestemd. De regelen die ze invoeren, zijn slechts voor een jaar van kracht indien zijn
niet worden vernieuwd.
 Elk jaar een nieuwe aangifte.
 Beroepskosten zijn enkel aftrekbaar in het belastbaar tijdperk waarin zij zijn
gedaan/gedragen.
 Jaarlijkse indexatie van de fiscale bedragen.
3. Het gelijkheidsbeginsel
Er is in de Staat geen onderscheid van standen. De Belgen zijn gelijk voor de wet; zij alleen
zijn tot de burgerlijke en militaire bediendingen benoembaar.
Inzake belastingen kunnen geen voorrechten worden ingevoerd. Geen vrijstelling of
vermindering van belasting kan worden ingevoerd door een wet.
 Elke fiscale wet kan door het Grondwettelijk Hof worden getoetst aan het
grondwettelijk gelijkheidsbeginsel.
 Verschillen zijn enkel mogelijk op basis van een objectief criterium dat redelijk
verantwoord is.

, HOOFDSTUK 8: DE INDELING VAN DE BELASTINGEN
1. Naar de wijze van vereffening van de belasting
1.1 Vaste belastingen
Het bedrag van een vaste belasting is steeds hetzelfde, ongeacht de omvang van het
belastbare feit. Bijvoorbeeld het algemeen vast registratierecht van 50 EUR.
1.2 Evenredige belastingen
Het bedrag van een evenredige belasting is een vast percentage op een veranderlijke
grondslag. Bijvoorbeeld de vennootschapsbelasting, de registratiebelasting bij verkoop van
een onroerend goed of de omzetbelasting.
1.3 Progressieve belastingen
Het percentage van de belastingen stijgt naargelang de grondslag toeneemt. Bijvoorbeeld de
personenbelasting. Het tarief van de belasting stijgt naarmate het inkomen groter wordt.
2. Naar de drager van de belasting
2.1 Directe belasting
De schuldenaar is ook de drager van de belasting. Directe belastingen betreffen een
aanhoudende of permanente toestand.
Inkomstenbelastingen:
 Personenbelasting
 Vennootschapsbelasting
 Rechtspersonenbelasting
 Belasting van niet-inwoners die de Belgische inkomsten treft van natuurlijk en
rechtspersonen waarvan het fiscale domicilie in het buitenland ligt
Inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen
 Verkeersbelasting
 Belasting op de spelen en weddenschappen
 Belasting op de automatische ontspanningstoestellen
 Belasting op de inverkeerstelling
 Kilometerheffing voor zware vrachtwagens in België
 Belasting op de deelname van de werknemers in de winst of het kapitaal van de
vennootschap
2.2 Indirecte belastingen
De schuldenaar is niet noodzakelijk de drager van de belasting. Indirecte belastingen zijn
belastingen die geheven worden naar aanleiding van toevallige of voorbijgaande
gebeurtenissen (materiële feiten of juridische handelingen), zonder dat daarbij de persoon
van de belastingplichtige zelf in acht wordt genomen.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller alinedeclercq. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $14.62. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

60281 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$14.62
  • (0)
  Add to cart