100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Bestuursrecht $13.02   Add to cart

Summary

Samenvatting Bestuursrecht

2 reviews
 596 views  47 purchases
  • Course
  • Institution

Dit is mijn samenvatting van het vak Bestuursrecht, gegeven door Prof. Steven Lierman. Ik studeerde enkel uit dit document en behaalde een 13/20 in eerste zit!

Preview 4 out of 82  pages

  • May 15, 2022
  • 82
  • 2021/2022
  • Summary

2  reviews

review-writer-avatar

By: bruersemilie • 5 months ago

review-writer-avatar

By: louisevanbever • 1 year ago

avatar-seller
Samenvatting Bestuursrecht

Deel I. Publiekrecht in perspectief

Hoofdstuk 1: Het bestuur: basisbegrippen en centrale thema’s

I. Begrip en evolutie van het bestuur

 Publiekrecht: organisatie en optreden v/d OH, regelt verhoudingen tss burgers & OH
 Gelaagde rechtsprde: elke burger maakt deel uit van verschillende overheidsverbanden:
gemeente, provincie, gemeenschap, gewest, federale staat, EU, internationale
organisaties...

 Goed bestuur: beginselen waren er al lang (zie wandschildering van Lorenzetti in
stadhuis van Siena)
Bv. rechtszekerheid, zorgvuldigheid, gematigdheid…

 Trias politica en het principe van de machtenscheiding (UM, WM, RM – Montesqieu)
 Bestuur = organen en instellingen van de uitvoerende macht (vooral een taak van
tenuitvoerlegging)
● Maar:
○ Ook lokale besturen vallen onder bestuursbegrip (bv. gemeenten en provincies)
○ Bepaalde bestuurlijke handelingen hebben een materieel wetgevende inhoud
 Bv. politiereglementen, personeelsstatuut…
○ Bestuurlijke rechtscolleges (gerekend tot de uitvoerende macht) oefenen een
rechtsprekende functie uit en zijn geen besturen: bv. RvS
 WM doet soms aan tenuitvoerlegging, RM neemt soms ook bestuurlijke
beslissingen

 In de 2e helft 19e E is overheid steeds meer taken gaan opnemen (sterke uitbouw
OH-apparaat). Burgers en ondernemingen komen dagelijks in contact met OH-
administratie: openbaar vervoer, burgerlijke stand, gezondheidszorg, onderwijs,
pensioenen, sociale zekerheid, fiscaliteit, …
Het bestuur vervult normerende (materieel-wetgevende of verordenende) en
uitvoerende en/of rechtsprekende bevoegdheden
 Max Weber (grondlegger v/d sociologie), bracht kenmerken van moderne administratie
naar voren = bureaucratiemodel van Max Weber (19e-20e E)
 Primaat van de politiek  Depersonalisering van onderlinge
 Administratie als een soort verhoudingen (m.a.w. geen
willoze machine die de instructies vriendjespolitiek)
(het beleid) vorm geeft  Strike hiërarchie
 Onderworpen aan formele regels  Niet ambtenaar maar minister moet
& procedures zich verantwoorden in parlement

 Vandaag de dag wordt ‘bureaucratie’ geassocieerd met log, duur, niet flexibel &
1

, gebruiksonvriendelijk
 “Government is not the solution of the problem; government is the problem” (Ronald
Reagan, 1981)
 Oplossing is niet het bestuursapparaat uitbreiden
o Er moet gezorgd worden dat de kerntaken worden uitgevoerd

 Overheidsapparaat is steeds verder uitgebouwd, in meest uiteenlopende
aangelegenheden
 Opkomst van nieuwe organisatievormen en werkmethodes:
○ Modernisering naar het beeld van private ondernemerneming
 Bv. rationele besteding van middelen, resultaatgericht, klantvriendelijk
○ Verzelfstandiging: OH doet beroep op gespecialiseerde diensten en instellingen
die beschikken over een zekere autonomie t.o.v. centrale gezag
 Bv. private gevangenissen, asiel in handen van private onderneming
(Griekenland)
○ Kerntakendebat en privatisering van overheidstaken
 Publieke functies in handen van de private sector

 Verschuiving van besturende OH (reguleert, heeft zelf touwtjes in handen) naar
studerende overheid (steeds belangrijker door op te treden als regelgever)


II. Besturen in de gelaagde rechtsorde: decentralisatie en
federalisme

 Recht kan niet tot één bestuurslaag worden herleid (gelaagde rechtsorde):
 Burger maakt deel uit van verschillende overheidsverbanden, van het lokale tot het
internationale niveau
 Verhoudingen tussen de verschillende bestuursniveaus met eigen bevoegdheden en
administratie
 Technieken van verticale machtenscheiding: decentralisatie & federalisme
 Decentralisatie: centrale overheid kent bepaalde taken toe aan ondergeschikte
(lokale) besturen
 Federalisme: spreiding van bevoegdheden tussen verschillende autonome
rechtsordes
o Deelstaten kunnen zelf regels uitvaardigen die kracht van wet hebben, hun
decreten zijn niet ondergeschikt aan de federale wetgeving
o Gelaagde rechtsorde is fundamenteel
= Decentralisatie en federalisme zijn complementaire staatsvormen: in een federale
structuur is er dus ook decentralisatie: bv. België: de organieke OH wordt vaak
overgeheveld naar de deelstaten
 Eenheidsstaat: de soevereiniteit of Kompetenz-Kompetenz berust onverdeeld bij het
niveau/de centrale overheid
 Gecentraliseerde eenheidsstaat: alle OH-functies (wetgeving, rechtspraak & bestuur)
worden uitgeoefend door instellingen/organen die behoren tot eenzelfde centrale
bestuur, bv. Romeinse rijk

2

, o Mogelijkheid tot deconcentratie (intern & extern): overdragen van bepaalde taken
vanuit centrale bestuur naar lagere instanties of ambten (bv. belastingsdienst)
 Hebben geen rechtspersoonlijkheid
 Staan onder hiërarchisch toezicht
 Maken deel uit centrale niveau
 Gedecentraliseerde eenheidsstaat: onderschikte besturen die geen onderdeel
uitmaken van de centrale overheid:
o Hebben eigen rechtspersoonlijkheid (bv. De Lijn, NMBS…)
o Staan onder bestuurlijk/administratief toezicht = minder verregaande vorm van
toezicht (i.p.v. hiërarchisch toezicht)
o Niet volledig autonoom bij uitoefening van bevoegdheden!
 Blijven immers aan de wetten van het centrale niveau onderworpen en hun
regels hebben zelf geen kracht van wet >< deelstaten
- Territoriale decentralisatie: algemeen omschreven bevoegdheden worden
toegekend aan overheden die democratisch zijn verkozen voor een bepaald
grondgebied
 Bv. gemeenten & provincies = laagste niveau van democratische inspraak
 Zijn publiekrechtelijke lichamen, gesteund op politieke vertegenwoordiging
Bv. gemeenteraad
- Functionele decentralisatie: specifiek omschreven bevoegdheden worden
toegekend aan overheidsdiensten, die in bepaald beleidsdomein over
expertise beschikken, bv. vervoer (NMBS, De Lijn), radio & cultuur (VRT)
 Doel: besluitvorming op efficiënte wijze + onafhankelijk van politieke
instellingen
 Hebben organieke autonomie, niet gesteund op politieke
vertegenwoordiging
 Staat niet in de grondwet!
 Dubbele betekenis van het begrip “centralisatie” en “centrale overheid”:
 Gezagsstructuur binnen een staat, met concentratie van de bevoegdheden bij 1 of
meer centrale organen: WM, RM & UM vormen de centrale overheid
 Organisatiebeginsel binnen een bestuurslaag van de gedecentraliseerde staat.
Ook de gemeenten & provincies zijn centraal georganiseerd, naast WM, RM & UM
 Evolutie naar meer verzelfstandiging op alle bestuursniveau
 Federalisme: hierin hebben geografisch afgebakende deelgebieden van een groter
federaal geheel, autonome bevoegdheden
 Onderscheid tussen:
o Federale staat
 Naast het centrale niveau deelstaten die gezag uitoefenen over een bepaald
deel van het grondgebied
 Deelstaten = autonoom
o Federale unie
 Gehanteerd om federale samenwerkingsverbanden te omschrijven die zich
situeren tussen twee uitersten van de federale staat en de confederatie
o Confederatie
 Internationaal samenwerkingsverband van soevereine staten
3

, III. Verhouding tussen regering en administratie

 Het begrip bestuur wordt in beginsel voorbehouden voor de organen en instellingen die
vallen onder de UM, met uitsluiting van de organen van de WM en de RM dus
 Negatieve omschrijving schiet tekort:
o Lokale besturen vallen ook onder het bestuursbegrip, hoewel ze niet ressorteren
onder de UM
o Deze definitie wekt de indruk dat het bestuur uitsluitend taken van
tenuitvoerlegging vervult
 Hoewel de uitvoerende taken een belangrijke opdracht zijn van het bestuur, hebben
bepaalde bestuurshandelingen (bv: gemeentelijk politiereglement) ook een normatieve
inhoud (= materieel-wetgevend)
 Terwijl bestuurlijke rechtscolleges traditioneel worden gerekend tot de UM, oefenen
zij dan weer een rechtsprekende functie uit en zijn ze dus geen besturen
 Naarmate de overheid in onze westerse samenleving in de tweede helft van de 19e E
meer taken is gaan opnemen, is ook het overheidsapparaat steeds sterker uitgebouwd
 Elk bestuursniveau staat in verhouding tot de andere bestuursniveaus die net als zij zelf
exclusieve; gedeelde of concurrende bevoegdheden hebben. Voor de uitoefening
daarvan beschikt elk van deze niveaus over een eigen administratie

A. Voorrang van de politiek

 In overeenstemming met de principes van Weber: de overheidsdiensten zijn hiërarchisch
gestructureerd met aan het hoofd een topambtenaar die onder gezag staat van minister:

Veelbeschreven spanningsveld in politieke wetenschap tussen politieke gezagsdragers
& administratie:
 Politisering van de ambtenarij: grote gespecialiseerde equipes drukken stempel op
het beleid, ministers zijn afhankelijk van de informatie die zij via hun administratie
verwerven
 Politieke verantwoordelijkheid rust bij minister (wanneer er iets fout gaat), minister is
verantwoording verschuldigd aan het parlement, ook voor handelingen v/d
administratie
○ Motie van wantrouwen mogelijk (= bij gebrek aan politieke steun, minister tot
ontslag dwingen)
 Bv. eind jaren ’90: ontsnapping Dutroux: ontslag van minister van justitie of
dioxinecrisis: ontslag minister van landbouw en volksgezondheid
○ Ontslag van minister
○ Politieke verantwoordelijkheid minister >< afhankelijkheid minister
 Departementen/ministeries: de centrale administratie bestaat uit een variërend aantal
van 10 tot 25 overheidsdiensten
 Een zelfde taakverdeling vinden we ook terug bij de regering, waarin de
verschillende ministers bevoegdheden die aansluiten bij 1 of meer van deze
4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Studen2002. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $13.02. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

78998 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$13.02  47x  sold
  • (2)
  Add to cart