Dit is een uitgebreide samenvatting van de Physical Trainer cursus (Physical Coaching Academy) opgedeeld per lesdag en met extra informatie naast de slides.
Lesdag 1
Introductie
Intakegesprek:
• medische achtergrond (objectieve en subjectieve informatie)
bloedanalyse, VO2 Max -> meten door arts
Subjectieve informatie: nachtrust
• fysiologische data:
o grootte
o gewicht
o bloeddruk (120/80 mmHg = normale bloeddruk > 5 = hypertensie; systolische
bloeddruk = samenknijpen hart (hoogst), diastolische bloeddruk = ontspanning hart)
Mean arterial pressure: de hartcyclus bestaat 1/3 uit systole en 2/3 uit distole (gemiddelde = delen
door 3)
Bloeddruk = perifere weerstand (# tegendruk die de bloedvaten geven) -> diameter bloedvaten
(vasodilatatie vs. vasoconstrictie) x cardiac output (# bloed die hart per minuut uitpompt) -> hartslag
frequentie (hoe vaak klopt het hart per minuut) x slagvolume (hoeveelheid die met elke
hartsamentrekking wordt uitgepompt)
o hartslag: rest heart rate, waking heart rate (50-55) -> sporthart kan een lage WHR
hebben, bij lage WHR bij onsportieve mensen mss link met auto-immuunziekten,
antidepressiva, PCOS (30-40% minder kcal verbranden dus gewichtsverlies zeer
traag)
o HRV: heart rate variability: latentiewaarde tussen twee hartslagen
Een lage HRV: indicatie van meer nood aan recup/herstel (recuperatie van het zenuwstelsel) -> lager
dan 40 = nood aan herstel
Een hoge HRV: ideaal voor fight-flight-respons -> meer dan 60: GO TIME!
o Stoelgang: Bristol Stool chart (kleur, vorm, hardheid)
è Alle bovenstaande fysiologische gezondheidsindicatoren kunnen worden gemanaged door
cardiovasculaire training!
TIP: meet alles 7 opeenvolgende dagen, dan opvolging elke week/maandelijks (afhankelijk van
klant), consistent meten (tijdstip altijd hetzelfde)
Body transformation goals: vetpercentage, omtrek meten, vetvrije massa
• Screening: bewegingsscreening (vb. overhead squat om compensaties te zien van onder- en
overactieve spieren)
• Prestaties: prestatietests (VO2 max: liter zuurstof/min), one rep max test (maximum gewicht
bij krachttraining)
PAR-Q: Physical Activity Readiness Questionnaire + INFORMED CONSENT
STAPPENPLAN: 5 kinetic chain checkpoints
5. Hoofd en nek: dubbele kin moet zichtbaar zijn = gezond individu -> upper crossed syndrome
1
,4. Schoudergordel/thorax -> upper crossed syndrome (hyperkyfose vb. Quasimodo)
3. LPHC (lumbopelvic hip complex) vb. anteversie (hint: holle rug/visbokaal uitgieten), retroversie
van bekken -> lower crossed syndrome
2. knieën over tenen -> valgus = X-benen; O-benen = varus
1. voeten en enkels: tenen vooruit
-> Statisch en dynamisch observeren!
Spieren staan in voor de beweging vb. periformis (spier) zorgt voor exorotatie van heup.
Anatomie
Het zenuwstelsel
Neuron (zenuwcel): dendrieten (van lichaam naar neuron) + axonen (CZS naar lichaam)
Motorneuronen (efferent): zenuwimpulsen van CZS naar spieren (neuromusculaire respons)
Interneuronen: van neuron naar neuron
Sensorische neuronen (afferent): zenuwimpulsen van organen/lichaam naar CZS
CZS (brein + ruggenmerg) – Perifeer Zenuwstelsel
Somatisch en autonomisch (parasympathisch en sympathisch)
Mechanoreceptoren (sensorisch receptortype) in spieren, ligamenten, gewrichten, GPO,
spierspoeltjes -> voelen veranderingen in lichaamsweefsels
Het skeletsysteem
Kinetic chain: skeletstelsel, spierstelsel (functionele anatomie), zenuwstelsel, extra: fasciastelsel
(bindweefsel)
Functies van het skelet:
• Structurele steun voor het lichaam
• Beweging door hefboomwerking i.s.m. spieren (biomechanica)
• Bescherming interne organen (vb. schedel hersenen beschermen)
• Weerstand bieden aan fysieke krachten
• Opslag van mineralen (calcium, potassium, sodium)
• Rode beenmerg: bloedcellen aanmaak
Skeletstructuur:
• Axiaal skelet (80 beenderen): hoofd, nek en romp; grootste ondersteuning; bescherming
CZS; stabiel oppervlak inserties (aanhechting van de spieren); respiratoire beweging;
sagittale balans = evenwicht van het bovenlichaam (zwaartepunt uit balans door
kyfose/lardose onevenwicht vb. te grote bolling in bovenrug (hyperkyfose)
2
,Vertebrae: 7 cervicale wervels, 12 thoracale wervels, 5 lumbale wervels, sacrum/sacrale wervels
• Appendiculair skelet (126 beenderen): bovenste- en onderste ledematen, bekken- en
schoudergordel, grotere Range of Motion (ROM) = meer potentiële amplitude
Menselijke pelvisbotten (bekken):
1: sacrum
2: os illium (abdomen spieren)
3: os ischium (waar de hamstrings aan vastzitten)
4: os pubis
5: pubic symphisis (aanhechting buikspieren)
6: Acetabulum (hip joint)
8: Coccyx
3
, Soorten botten:
• Lange botten: grotere lengte dan breedte, lichte kromming (schokabsorptie), voornamelijk
ledematen/extremiteiten, ondersteunen gewicht, hefboomwerking
Voorbeelden: humerus, radius, ulna, femur, tibia, fibula
Radius ligt lateraal van de middenlijn, ulna ligt mediaal van de middenlijn (vanuit anatomische
positie = handpalmen open)
• Korte botten: even lang als breed, bieden stabiliteit, beperkte beweeglijkheid
Voorbeelden: carpalen in pols, tarsalen in enkel
• Platte botten: bescherming interne organen, grote hechtingsplaats voor de spieren
Voorbeelden: bekken, ribben, scapula, sternum
• Onregelmatige botten: variabel in vorm en structuur, bescherming interne organen,
hechtingsplaats voor spieren
Voorbeelden: wervelkolom, pubis, ilium, ischium
• Sesamoïde botten: kleine botten, omgeven door pezen, beschermen pezen tegen stress en
slijtage, zwevende botten
Voorbeeld: botjes in grote teen, patella
Soorten gewrichten (botverbindingen)
• Synarthrodiale (fibreuze) gewrichten: onbeweeglijk (syn = zonder; arthrodiaal = beweging),
omgeven door bindweefsel
Voorbeeld: schedel, sacrum, os coxae
• Amphiarthrodiale (kraakbeenachtige) gewrichten: beperke beweeglijkheid, multidirectionaal
Voorbeelden: wervelkolom, sacro-illiacaal gewricht, tibio-fibulair gewricht
• Diarthrodiale (synoviale) gewrichten: grote beweeglijkheid, multidirectionaal, meeste
gewrichten in ledematen, omgeven door kraakbeenkapsel en synoviaal vocht, gekenmerkt
door gewrichtskop (convex) en gewrichtskom (concaaf)
Voorbeelden: heupgewricht, shoudergewricht
VB. Het radio-ulnair gewricht staat in voor het draaien van de onderarm -> als je vuisten maakt en je
draait je radio-ulnair gewricht dan merk je dat je in sommige posities het moeilijker is om harde vuist
(grip) te maken = length tension relationship: spier heeft in bepaalde positie meer kracht dan een
andere
Mogelijke examenvraag: welke structuren stabiliseren een synoviaal gewricht?
1) Kraakbeen: absorbeert druk vb. meniscus in knie
2) Holte: biedt plaats voor synoviaal vocht
3) Synoviaal vocht: “smeermiddel”, zorgt voor schokdemping, minder wrijving en voeding van
kraakbeen -> opwarming = synoviaal vocht creëren
4) Gewrichtskapsel: binnenwand produceert synoviaal vocht, buitenwand is collageen
bindweefsel bestand tegen hoge trekkrachten
5) Ligamenten: intracapsulair, capsulair en extracapsulair (in gewrichtsruimte, versterking
gewrichtskapsel, en buiten het gewrichtskapsel) -> verbinden twee botstructuren met
elkaar en bieden stabiliteit en proprioceptie vb. kruisbanden in knie; ligamenten genezen
minder snel door lage bloedtoevoer!
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller danielle20. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.90. You're not tied to anything after your purchase.