100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Migratie, integratie en diversiteit (1007CPGVKA) $11.33   Add to cart

Summary

Samenvatting Migratie, integratie en diversiteit (1007CPGVKA)

1 review
 269 views  15 purchases
  • Course
  • Institution

VOLLEDIGE samenvatting van het vak migratie, integratie en diversiteit gebaseerd op de powerpoints, eigen notities en de kennisclips.

Preview 4 out of 81  pages

  • May 16, 2022
  • 81
  • 2021/2022
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: elhsofia • 2 year ago

avatar-seller
Migratie, integratie en diversiteit
1. Inleiding
1.1 Kernbegrippen:
→ veel verschillende visies, maar gaan hier toch definities geven van het IOM (=International
organization for migration) zodat er eenzelfde idee is tijdens deze lessen.
MIGRATIE
 Migratie: (tijdelijke) verplaatsing van de ene plaats naar de andere.
 Migrant: een persoon die verhuist of verhuisd is over een internationale grens of
binnen een staat/land weg van zijn/haar woonplaats, ongeacht:
o (1) de legale status van de persoon
o (2) of het een vrijwillige verhuis is of niet → wordt soms gebruikt om te kijken
of je door politieke conflicten, klimaatsveranderingen,… gepusht werd om te
verhuizen. Zien zo soms dat mensen vaker onvrijwillig verhuizen omwille van
economische redenen. Maar dus allemaal onder dezelfde noemer als
‘migrant’.
o (3) de oorzaak van de verhuis
o (4) de duur van het verblijf
o In deze gaat het over mensen die gemigreerd zijn, dus niet kinderen van
migranten
o Defintie verwijst naar de staat en internationale grenzen.
The Absence of Paths = artistiek project in Venetië → idee om soort immigratiedienst te
creëren op de ‘bienale’ waar je een ‘freeza’ kon krijgen: destination en origing = unknown.
Idee van project: mensen zouden vrijwillig naar verschillende landen,… moeten kunnen
gaan.
MAAR is in realiteit niet zo: niet altijd makkelijk om een grens over te steken -> Obstakels
omdat landen het recht hebben om de grenzen te sluiten. Landen kunnen dmv hun
soevereiniteit beslissen wie er toegang heeft tot dat land adhv visum verplichtingen
Paspoorten:
 Variëren in prijs.
o Vb. goedkoopste paspoort ter wereld in VAE (= Verenigde Arabische
Emiraten)
→ moet dus al een bepaalde hoeveelheid geld hebben om een grens te
kunnen oversteken.
 Variëren in waarde (sterke en zwakke).
o Vb. Duitsland heeft het sterkste paspoort: kan naar 176 in de wereld reizen
zonder visum!
→ Voor veel landen: paspoort én visum nodig (wordt in paspoort
gestempeld)! Dit visum heeft ook nog een prijs.
o Vb. slechtste/zwakste paspoort in Afghanistan: kan maar naar 24 landen
zonder visum.
Voor welke landen moet je een visum aankopen?
→ wordt bepaald door het land waar je naartoe wilt.
Vb. in Marokko geen visum nodig en in Tunesië wel, in Cuba visum nodig en in Argentinië
niet, Verenigde staten hanteert een zwarte lijst: als je na 9/11 in Irak, Iran, Syrië,… bent

1

,geweest moet je een visum aanvragen (duurder en langzamer) maar anders is er een
makkelijkere optie,…
WAAROM? → heeft waarschijnlijk te maken met de manier waarop dat land naar ons land
kijkt en de relaties hiertussen.
Nationaliteit = cruciaal begrip in dit verhaal.
= juridische band tussen een individu en een staat → staten beslissen op welke voorwaarde
zij een nationaliteit aan iemand toekennen.
Vb. bepaald aan de hand van de geboorteplaats, afstamming (bloedbanden), (duur) van
verblijf,…
→ verschilt van staat tot staat.
Dus er is een enorme ongelijkheid in vrijheid van reizen en migreren tussen landen van de
wereld en dat is het rechtstreeks gevolg van de opdeling van de wereld in staten
INTEGRATIE
 Integratie: het tweerichtingsproces van wederzijdse adaptatie tussen migranten en
de samenleving waarin ze wonen, waarbij migranten geïncorporeerd worden in het
sociale, culturele, economische en politieke leven van de ontvangende samenleving.
Het omvat een set van gedeelde verantwoordelijkheden voor de migranten en de
gemeenschappen, en bevat andere gerelateerde noties zoals sociale cohesive en
sociale inclusie.
In de academische literatuur → 2 dimensies:
→ de mate waarin je je cultureel aanpast en je eigen culturele identiteit kan/mag/wil
behouden.
→ sociaal contact en contact en deelname aan de instituties van de nieuwe samenleving.
Deze 2 worden vaak door elkaar gehaald. Maar vooral: wederzijdse adaptatie waarbij de
migranten hun eigen culturele identiteit mogen behouden, maar moeten ook wel
deelnemen aan de instituties (bv. onderwijs) in het migratieland.
Andere aansluitende begrippen:
 Assimilatie: Migranten passen zich zodanig aan aan de ontvangende samenleving
waardoor je niet meer ziet wat de echte, culturele achtergrond is van de migrant is.
 Separatie: kunnen cultuur wel behouden, maar nemen niet echt deel aan het leven.
Vb. Joodse gemeenschap in Antwerpen.
Probeer je “integratie” echt duidelijk op te delen/ te meten: moeilijkheden → Voorbeeld
aanleren van een taal en moeilijkheden met dialect: wanneer ben je geintegreerd als het om
taal gaat?
 Integratie is moeilijk te meten want het is een PROCES
Vb. meertaligheid op school: kinderen die thuis een andere taal dan Nederlands spreken, in
welke mate mogen zij deze taal ook gebruiken op school? Want wanneer je iemand zijn taal
‘afneemt’ of ‘beledigd’, beledig je dan ook niet onrechtstreeks zijn cultuur?
DIVERSITEIT
 Diversiteit ( = verscheidenheid): kan plaatsvinden binnen een samenleving, in de
vorm van verschillende etnische groeperingen, gender, socio-economische status
(opleiding, afkomst ouders, beroep ouders,…), leeftijd (generatiekloof), leefstijlen,
maar ook in de natuur.
In dit vak: etnische diversiteit.
 Wj gaan focussen op diversiteit binnen etnische groepen



2

,Wat met etnische diversiteit/etniciteit?
→ ook op veel verschillende manieren in te vullen.
Ras = etniciteit = cultuur = taal? → niet allemaal hetzelfde!
Verschillende invullingen mogelijk:
1) Primordialisme: verwijst naar dieperliggende verwantschapsstructuren met een
groep/cultuur. Gebaseerd op:
o Biologische basis (genetica en geografische factoren)
o Cultureel-historische basis (maar geïnternaliseerd als ‘natuurlijk’)
2) Sociaal constructivisme: deel uitmaken van een etnische groep is afhankelijk van
sociaal-historische context en dus veranderbaar. Heeft geen biologische ondergrond.
o Bv de manier waarop vlamingen zichzelf gaan identificeren wordt net minder belangrijk en is
afhankkelijk van politieke context en hoe ze zich willen positioneren tav waalse etnische
groep. Over de geschiedenis heen is men zich meer gaan identificieren als Vlaming.
3) Instrumentalisme: focust op de politisering van etnische identiteit. Hoe heeft de
politiek bepaalde etniciteiten gevormd en in stand gehouden?
o Met name sterk uitgewerkt in de verklaring van nationalisme en
natievorming.
o Verder werkend op politieke en economische realiteiten.
o Het gebruik van culturele hulpbronnen voor politieke strijd.
Oudere traditionele nationalisten zitten in primordialistische kamp want zij geloven dat er iets is als een
vaststaande etnische entiteit die aan de grondslag ligt bij de benoeming van een volk of natie. Zo kijk je
nationalistisch tegenover groepen van mensen aan  sociaal constructivisme en instrumentalisme zijn dat
zéker! Dus die 2 woorden zeggen: er is geen vaste identiteit maar het is een sociale constructie, als iets dat
wordt afgesproken tussen bepaalde mensen om in iets te gaan geloven. Het mobiliseren van mensen is dus
gebruik maken van dat geloofsysteem ter voordele van de politiek.
Volgens Barth (1969) is een etnische groep:
 Vorm van sociale organisatie. We zien mensen met allemaal verschillende gebruiken,
culturen, uiterlijk,…
o Mensen willen dit beter begrijpen en kunnen aflijnen (etnische grenzen).
o Mensen willen zichzelf en anderen duidelijk kunnen indelen in groepen en
ook door anderen gezien worden als deel van deze groep.
o Kan wel veel verschillende etniciteiten hebben, bv. Antwerps, Europees,
Vlaams,…
Internationaal verdrag burgerrechten en politieke rechten (1966)
 Over etnische groepen
 = Internationaal verdrag van de VN over de bescherming van minderheden (Belgie is
hier partij van)
 = één van de twee grote mensenrechtenverdragen van de VN die gevolgd zijn op de
universele verklaring van de rechten van de mens.
 Idee van de VN: Het zou goed zijn dat er ook vanuit internationale gemeenschap
gekeken werd naar hoe landen minderheden behandelen en dat het toch belangrijk
was om aan die minderheden vanuit internationaal niveau recht toe te kennen
omdat men er dan toezicht op kon uitoefenen hoe landen dat deden.
 Belangrijk verdrag van de Verenigde naties
o In Staten waar zich etnische, godsdienstige of linguïstische minderheden
bevinden,
o Mag aan personen die tot die minderheden behoren



3

, o Niet het recht worden ontzegd, in gemeenschap met de andere leden van hun
groep,
o Hun eigen cultuur te beleven, hun eigen godsdienst te belijden en in de
praktijk toe te passen, of zich van hun eigen taal te bedienen
 Staten willen rechten erkennen maar staan ook op de rem omdat men die
minderheden niet altijd even positief bekijkt. Staten zijn in veel landen niet bereid
om aan een minderheid als groep een vorm van autonomie toe te kennen (wordt
eerder geindividualiseerd)
 Er volgt uit het verdrag ook geen verplichting om positieve maatregelen te nemen
om die cultuur van minderheden in stand te houden (zoals bijvoorbeeld subsidies)
 Cijfers ontbreken in Vlaanderen grotendeels, wat de Romaproblematiek verscholen
maakt
UNESCO - verdrag betreffende de bescherming en de bevordering van de diversiteit van
cultuuruitingen (2005)
 Deel organisatie VN die zich bezighoudt met onderwijs, cultuur en hoofdzetel is in
Parijs.
 Elke staat is vrij of die het verdrag signeert
 Hier is culturele diversiteit iets positief! Het moet worden beschermd en het is iets
positief voor de samenleving -> behoort tot een gemeenschappelijk erfgoed van de
mens. m
 Moeten niet bevorderen maar MOGEN niet tegenwerken
o ZICH ERVAN BEWUST dat de culturele diversiteit tot het gemeenschappelijk
erfgoed van de mensheid behoort en tot ieders voordeel moet worden
gekoesterd en bewaard (preambule)
o Onder „culturele diversiteit” wordt verstaan: de veelheid aan vormen
waardoor de culturen van groepen en samenlevingen tot uiting komen. Deze
uitingen worden binnen en tussen de groepen en samenlevingen
overgebracht [Artikel 4(1)]
o Elke partij kan… rekening houdend met de eigen omstandigheden en
behoeften, maatregelen nemen ter bescherming en bevordering van de
diversiteit van cultuuruitingen op haar grondgebied [Artikel 6(1)]
Casussen
Casus 1: the danger of a single story
See TED talk
Voorbereiding LES 1: Wat bedoelt Adichie met ‘the danger of a single story?’ Dat afhankelijk van de plaats waar
je geboren bent, de boeken die je leest en de verhalen die je hoort, je een bepaald beeld gaat vormen van de
wereld om jou heen. Deze verhalen vertellen vaak maar een deel van de totale story. Hierdoor wordt het
gezichtsveld van mensen beperkt, ontstaan er vooroordelen en worden bepaalde groepen in een negatief
daglicht gesteld. Iedereen maakt zich hier schuldig aan. Niet alleen ‘blanke mensen’ maar ook Adichie merkte
dat haar kijk op de realiteit beïnvloed werd door de verhalen die ze hoort.
 Pipi langkous & racistisch taalgebruik
 Uitgelekt rapport van stad Gent en de bol was aan het rollen en via de media

 Bibliotheek Gent: De kinderboeken moesten een label bevatten zodat de
lener wist dat er racistische opmerkingen waren in het boek.
 Waarom is dit belangrijk? Wat is er mis met deze passages?
 “Pippi Langkous in Taka-Tuka land” – Astrid Lindgren
 Subtropische eiland  Papa van Pippi is op dat eiland

4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller StudentUA123. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $11.33. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

83637 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$11.33  15x  sold
  • (1)
  Add to cart