Samenvatting Agressie bij kinderen
Hoofdstuk 1
Agressie is gedrag dat wel/niet opzettelijk bij de ander immateriële en/of
materiële schade veroorzaakt, waarbij formele en/of informele regels worden
geschonden.
Geweld: als het gaat om zeer ernstige vormen van fysieke agressie.
(geweld is een vorm van agressie)
Delinquentie: het overschrijden van de regels van de wet.
Bij delinquent hoeft geen sprake te zijn van agressie en andersom(ingeschreven
regels zoals respect hebben voor elkaar).
Wanneer is agressie een probleem?
- Hoe vaak doet het zich voor; geregeld (wekelijks tot maandelijks) reden
tot zorg
- Hoe lang duurt het; lang blijven hangen in agressie reden tot zorg
- Wat is de omvang; kind laat overal agressief gedrag zien ongeacht de
situatie en de locatie reden tot zorg (bij meerdere vormen van agressie
meer reden tot zorg)
- Wat zijn de gevolgen; wanneer agressie herhaaldelijk voorkomt kan het
effect hebben op omgeving (beïnvloed bijvoorbeeld relatie met
leeftijdgenoten of ouders) reden tot zorg
De mate waarin agressie voorkomt is moeilijk te zeggen vanwege de
verschillende manieren.
Agressie is ene persoonlijkheidskenmerk dat door de jaren heen tamelijk stabiel
is.
Agressie bij jongens 3x groter dan aantal agressieve meisjes.
Jongens: vooral openlijke en fysieke agressie.
Meisjes: vooral bedekte en indirecte agressie, relationele agressie positie van
de ander te ondermijnen
De verschillen tussen agressie van jongens en agressie van meisjes wordt steeds
groter hoe ouder de leeftijd wordt.
Verklaring voor de agressie verschillen tussen jongens en meisjes:
- Evolutionaire verklaring: agressie zit in de genen. Mannen meer fysieke
agressie, heeft ook fysiek sterkere bouw.
- Biologische kenmerken die bij geboorte al vast liggen; lichamelijke
constitutie, hormonale huishouding (testosteron) en de werking van het
brein (serotonine en dopamine).
- Sociale leertheorie: agressie wordt geleerd. Omgevingsinvloeden die
agressie stimuleren, maar ook reduceren. Agressie bij jongens wordt
gewoner gevonden.
Hoofdstuk 2 Vormen en indelingen van agressie
Soorten agressie:
- fysieke en verbale agressie: fysieke kracht wordt gebruikt om ander
lichamelijk te treffen. Verbale agressie meer bedreigen, onder druk zetten
etc.
, - Openlijke en bedekte agressie: openlijke agressie is duidelijk zichtbaar
en hoorbaar. Kan zowel fysiek als psychisch van aard zijn. Kenmerkend
voor dit agressieve gedrag is de openlijke confrontatie met en aanval op
het slachtoffer. Ook wel manifeste agressie genoemd.
Bedekt heeft betrekking op gedrag dat niet direct als agressie wordt
onderkend maar wel degelijk de bedoeling heeft de ander schade te
berokken. Ook wel relationele agressie(of sociale agressie) genoemd.
- Incidentele en structurele agressie: incidentele is sterk gebonden aan
de situatie, het gaat om een eenmalige uitschieter. Ook wel reactieve
agressie genoemd. Bij structurele/chronische agressie is het meer een
gewoonte geworden. Agressie is hierbij een permanent deel van het
gedrag
- Agressie gericht op personen en op zaken; andere personen, op
zichzelf (automutilatie). Agressie kan ook op materiële objecten zijn. (denk
aan vandalisme)
- Individuele en groepsagressie: agressief gedrag van één persoon. Of
groeps- of collectief verband. Hij zijn 2 vormen van.
o Voetbalvandalisme/supportersgeweld; vaak grote massa’s
waarbinnen kleine groep jongeren zich agressief gedraagt. Wanneer
je niet bij de club hoort ben je vijand.
o Jeugdbendes: duidelijk zijn opgezet met de bedoeling om zo nodig
agressie te gebruiken om hun beoogde buit te bemachtigen.
- Reactieve en proactieve agressie: reactieve agressie is een reactie op
bedreigende, provocerende of frustrerende situatie. Proactieve agressie is
doelbewust. Ook wel instrumentele agressie genoemd.
Bekendste vorm van agressie (niet de meest voorkomende)= fysieke agressie.
Dit omdat dit het meeste zichtbaar is.
Ieder kind vertoont dit. Gemiddeld nemen kinderen tussen 2 en 8 jaar afstand
van fysieke agressieve gedragingen.
Relationele/bedekte/sociale agressie komt veel meer voor dan fysieke agressie.
Eind van de basisschoolperiode duidelijke stijging van relationele agressie. Na 14 e
neemt het duidelijk weer af.
Relationele agressie wordt erg onderschat. Meer aandacht voor fysiek, terwijl
jeugdigen erg kunnen lijden onder de gevolgen van relationele agressie (vooral
bij intensief en langdurende).
Reactief agressieve kinderen zijn impulsief en laten zich niet weerhouden door
mogelijke consequenties van hun gedrag. Denken daar niet over na.
Proactieve agressie; kinderen zijn vaak koelbloedig, kennen weinig angst en doen
het om hun doel na te streven.
Samenhang van reactief en proactieve agressie is groot. Ook de problemen
komen sterk overeen.
Kinderen leren hun agressie onder controle te houden. Niet alleen agressie neemt
af bij het ouder worden, ook de agressie verandert (behoort tot normale
ontwikkelingsgang).
Voor agressie is altijd een aanleiding (Direct of indirect) en gaan gepaard met
uiteenlopende emoties. Iedereen reageert hier anders op. Het zal van persoon tot
persoon, en van situatie tot situatie verschillen.
,Hoofdstuk 3 Eens agressief altijd agressief?
Tijdens peuterfase neemt agressie toe, tijdens kleuterfase neemt het af.
Trajecten van kinderen met en zonder agressie:
- Niet of nauwelijks agressieve kinderen;
Doorgaans vrij rustig en blijven dit ook. Gebruiken geen agressie maar hebben
andere manieren om problemen op te lossen. Soms praten, onderhandelen of
ontwijken en ontlopen.
Kinderen van 2 jaar: 30% - Meer meisjes dan jongens – meeste kinderen blijven
non-agressief
- Matig agressieve kinderen;
Deze kinderen zijn niet extreem agressief maar soms moeite om hun gedrag te
beheersen. Kan gemakkelijk leiden tot fysieke en verbale botsing. Beperkt tot
incidenten en voeren de conflicten niet tot heftig fysiek gedrag.
Kinderen van 2 jaar: 60 % - meisjes en jongens evenveel – eerste jaren vaak nog
matig agressief daarna neemt agressie af.
- Zeer agressieve kinderen;
Kinderen die herhaaldelijk ernstig in botsing komen met andere kinderen en ook
met volwassenen. Bij het minste of geringste vertonen ze al agressie (bedreigd,
zin niet krijgen etc.)
Kinderen van 2 jaar: 5 a 10% - meer jongens dan meisjes- agressie neemt niet af,
vorm van agressie verandert op den duur wel.
Ieder kind kan veranderen van agressief gedrag. Hangt sterk samen met de
omstandigheden waaronder kinderen opgroeien. (gezinsomgeving grote invloed,
stressvolle gebeurtenissen, negatieve omstandigheden etc.)
Desisters/gestopten= kinderen die eerst (zeer) agressief zijn, later (minder/)
niet.
Dat dit niet bij alle kinderen lukt gevolg van ongelukkige combinatie van zeer
agressieve kinderen + pedagogisch onmachtige of onwillende ouders vicieuze
cirkel (waarbij kind steeds agressiever word)
Late starters= kinderen eerst niet agressie, later wel.
Dit kan komen door;
- ongunstige gezinsomstandigheden (bijv. negatief opvoedingspatroon.
Vooral bij agressieve en autoritaire manier van opvoeden lot agressie bij
kind, werkeloosheid, echtscheiding en traumatische gebeurtenissen)
- ongunstige sociaaleconomische omstandigheden (bijv. weinig inkomen,
slechte behuizing)
life-course-persistent-offenders= jeugdigen die zich hun leven lang ernstig
agressief misdragen
na adolescentie neemt agressie bij meeste agressieve jongeren wel af (logisch
door volwassenen vaker in situaties terechtkomt die normaliserend kunnen
werken; relatie, kinderen opvoeden, inkomen krijgen etc.) klein deel blijft
agressief (ongeveer 7%).
Meisjes blijven meer in hun traject dan jongens.
Achtergronden(waarschijnlijk):
, - jeugdige die zeer agressief blijven: ook genetische factoren spelen.
Negatieve opvoeding en mislukte schoolopleiding versterken daarna de
ongunstige genetische aanleg.
- Jeugdige die op latere leeftijd agressief worden: omgevingsfactoren (bijv.
verwaarlozende opvoeding)
Hoofdstuk 4 Theorieën over agressie
Bij het ontstaan van agressie ligt tegenwoordig de nadruk op biologische en
sociale factoren.
1. Psychosociale theorieën
- De frustratie-agressietheorie
Agressie ontstaat door frustratie. Bijvoorbeeld door; gedwarsboomd in het
bereiken van bepaalde doelen(hoe dichter bij doel, hoe meer frustratie), bedreigd
voelen, aanhoudend tekortgedaan voelen(bijv. van ouders geen waardering
krijgen, gepest worden, verwaarloosd door ouders.
Theorie eerst erg populair, nu minder want; agressie kan ook ontstaan zonder
voorafgaande frustratie.
- De sociale leertheorie
Gedrag (ook agressief gedrag) is aangeleerd. Kinderen zijn eerst geneigd ouders
te volgen, hen te imiteren en zich met hen te identificeren. Later beïnvloed door
vrienden en andere belangrijke personen.
(uit onderzoek bleek dat ouders die agressie in huis ernstig bestraffen maar
buitenshuis aanmoedigen, de meest agressieve kinderen hadden).
- De sociaal-cognitieve theorie
Agressief gedrag is het gevolg van niet adequaat verlopende cognitieve
verwerkingsprocessen (informatieverwerkingsproces hapert). Informatie wordt
niet op juiste manier verwerkt waardoor kind onjuiste interpretaties en keuzen
maakt.
Kind slaat alle ervaringen en meegemaakte gebeurtenissen op in het brein en dat
beïnvloed vervolgens de wijze waarop het kind de nieuwe ervaring verwerkt.
Kennis met betrekking tot mens en samenleving ontstaat hierdoor. Ook ontstaat
eigen ik. (scripts en schema’s)
- De psychoanalytische benadering
Agressie is aangeboren. Moet via opvoeding en socialisatie onder controle
worden gebracht. Dus agressie moet worden omgevormd tot sociale acceptabele
handelingen.
Jeugdigen moet agressieve energie verplaatsen of omzetten in acceptabele
vormen (bijv. sport, muziek, via studeren of werk, etc.) als het niet gebeurd heeft
agressie vrij spel.
Catharsis= ontladen van agressieve, driftmatige energie (anders ontploffen).
Persoon voelt zich daarna opgelucht. ( catharsistheorie) critici vind dat dit
juist meer agressie uitlokt (doordat agressie ontlading tot normale levenspatroon
gaat behoren.
- De sociaal-ecologische theorie
Gedrag (ook agressief gedrag) komt tot stand in de interacties tussen het kind en
zijn omgeving.
(wisselwerking tussen persoon en de omgeving).
De sociaal-ecologische theorie zoekt de oorzaken niet alleen in het kind, maar
ook en vooral in de omliggende sociale systemen:
o Microsysteem (gezin, familie, vrienden)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller LauraCeline. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.06. You're not tied to anything after your purchase.