1 Wetenschappelijke Revolutie
Vanaf de renaissance kwamen er steeds meer onderzoekers die niet met de
godsdienst te maken hadden. Zij wilden zich niet meer volledig aan de leiding van de
kerk onderwerpen bij hun onderzoek. Onderzoekers gingen proeven doen, kijken wat
er gebeurde en nadenken over wat zij zagen. Het gevolg was een periode met een
groot aantal uitvindingen die later de Wetenschappelijke Revolutie is genoemd.
Belangrijke kenmerken van de Wetenschappelijk Revolutie zijn:
- Een nieuwe manier van onderzoeken OER-principe.
- Grote veranderingen in het leven van veel mensen door nieuwe uitvindingen.
- Met geweld gepaard gaand verzet van de kerk en aanvankelijk ook de
overheid en sommige bevolkingsgroepen.
Oorzaken van de Wetenschappelijke Revolutie:
- De ontdekkingsreizen verbreedde het wereldbeeld.
- Ambachtelijke technieken veel praktische kennis.
- Humanistische tekstanalyse het werk van Griekse en Romeinse schrijvers
en onderzoekers werden bestudeerd.
- Het rationalisme van Descartes de samenleving moest op een redelijke
manier (met het verstand) worden onderzocht.
- Het empirisme van Locke kennis moest gebaseerd zijn op waarneming en
ervaring.
De Wetenschappelijke Revolutie leidde tot nieuwe inzichten en ontdekkingen:
- Natuurwetten van Isaac Newton (1643-1727)
- Wonderen uit de bijbel konden niet met het menselijk verstand worden
verklaard.
- Ontdekkingsreizigers ontdekking nieuwe culturen, met een ander geloof.
- Humanistische tekstanalyse kritiek op de leer van de kerk en de
levenswijze van geestelijken. Had ook gezorgd voor het uiteenvallen van de
christelijke kerk in West-Europa (Luther en Calvijn)
Als gevolg van deze nieuwe inzichten en ontdekkingen ontstonden er debatten over
de positie van godsdienst in de samenleving. Een gevolg van de debatten over de
positie van de godsdienst in de samenleving was dat godsdienst en geweten steeds
minder als verantwoordelijkheid van staat of vorst werden gezien, maar steeds meer
als zaken van het individu. Een ander gevolg was dat bijna alle vorsten slechts één
godsdienst in hun staat gingen toestaan en beschermen.
,2 Wetenschappelijke Revolutie leidt tot de Verlichting
Door de wetenschappelijke revolutie groeide het aantal mensen dat ging vertrouwen
op hun eigen verstand. Zo ontstond in de 18 e eeuw een nieuwe stroming in het
denken, de verlichting. Verlichte denkers vonden dat wetenschappelijke methoden
ook moesten worden toegepast op de samenleving. Door het verstand te gebruiken
konden mensen de natuurwetten leren kennen.
De verlichters wilden de volgende gebieden van de samenleving toetsen aan de
criteria van redelijkheid:
- Traditie strijd tegen bijgeloof en tegen het afdwingen van bekentenissen
door marteling.
- Religieuze praktijken aanhangers van godsdiensten moesten
andersdenkenden niet bestrijden.
- Bestaande gezagsverhoudingen:
- Volkssoevereiniteit verantwoording schuldig aan het volk
- Sociaal contract tussen vorst en volk voorkomen van nieuwe
oorlogen tussen vorsten en volk
- De scheiding van de machten in een staat trias politica van
Montesquieu
- Opvoeding kinderen moesten meer als kind worden behandeld dan als
volwassene (Rousseau)
- Onderwijs alle kinderen zijn bij geboorte gelijk en zouden dezelfde kansen
moeten krijgen. Door onderwijs werd de kennis vergroot om de samenleving
te verbeteren.
- De verbreiding van kennis encyclopedie
De maatschappijkritiek van de verlichters leidde tot optimisme en geloof in de
maatschappelijke vooruitgang. Op allerlei gebieden werd de vooruitgang zichtbaar
(zorg, techniek en productie). Het menselijk verstand heeft evenwel grenzen en kan
niet alles verklaren. Volgens de Duitse filosoof Immanuel Kant (1724-1804) kunnen
we de werkelijkheid niet werkelijk kennen, omdat we die zelf in onze gedachten
vormgeven op basis van de werkelijkheid die we waarnemen.
, 3 De belangrijkste verlichters en hun invloed
Verlichte denkers zoals Locke en Rousseau gingen uit van natuurrechten het sociaal
contract.
- Natuurrechten rechten die voor iedereen gelden, ongeacht plaats of tijd,
omdat ze door de ‘natuur’ zijn gegeven.
- Sociaal contract een contract tussen vorst en volk om de natuurlijke
rechten te beschermen. Als een regering de natuurlijke rechten van de mens
niet meer beschermt dan mag het volk de regering omverwerpen en een
nieuwe regering vestigen.
De verlichters dachten deels verschillend over de inhoud van dit contract. Maar ze
waren het erover eens dat de burgers bepaalde taken zoals de rechtspraak, moesten
overdragen aan de overheid. En dat die overheid via wetgeving de rechten van de
burgers moesten waarborgen.
Rechten volgen Locke:
- Regeringen moeten hun beleid op wetten baseren die voor iedereen gelijk
zijn.
- Belastingen mogen alleen met toestemming van het volk of zijn
vertegenwoordigers worden geheven.
- De staat mag geen dwang uitoefenen op de burgers bij keuze voor een
godsdienst.
- De staat moet alle godsdiensten gelijk behandelen.
- Het wetgevend lichaam kan of mag de wetgevende macht aan niemand
overdragen, maar moet haar laten berusten daar waar het volk ze heeft
gelegd.
Rousseau koppelde aan de natuurrechten en het sociaal contract ideeën over:
- Vrijheid en gelijkheid van armen en slaven de verlichters gingen ervan uit
dat alle mensen ongeacht hun cultuur, hun etnische afkomst en het volk
waartoe zij behoorden, gelijk waren en een natuurlijk recht hadden op leven,
gezondheid, vrijheid en bezit.
- Vormen van directe democratie op basis van de Algemene Wil Rousseau
vond dat in een sociaal contract iedereen beloofde te gehoorzamen aan de
Algemene Wil.
Van grote invloed waren daarnaast de ideeën van Montesquieu (1689-1755) over de
scheiding der machten. Daarmee wordt bedoeld: de scheiding in het bestuur van een
staat in een wetgevende, een uitvoerende en rechtsprekende macht die niet in één
hand mochten zijn om machtsmisbruik te voorkomen.
De economische ideeën van Adam Smith (1723-1790) zorgden voor een
herwaardering van de verhoudingen tussen overheid en economie: in plaats van het
mercantilisme wilde hij dat elke staat zijn economisch beheer beleid baseert op een
vrijemarkteconomie, vrijhandel en zo weinig mogelijk ingrijpen van de overheid.
Rationeel eigenbelang speelde hierin een belangrijke rol: als iedereen op
eigenbelang uit is, dan loopt dat vanzelf uit op welvaart voor iedereen. Volgens Adam
Smith zullen al die eigenbelangen van de individuen, als het ware geleid door een
ónzichtbare hand’, welvaart voor allen opleveren.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller srghogenberg. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.86. You're not tied to anything after your purchase.