2. Jef verwijdert alle stereotyperende nertsen uit zijn pelsbedrijf
en fokt enkel verder met niet-stereotyperende dieren. Welk
welzijnsrisico kan er zich voordoen in de nieuwe generaties
nertsen? (Beperk u tot max drie zinnen)
Individuen die stereotypieën vertonen zullen in sommige gevallen
een beter welzijn
hebben, ofwel omdat het repetitief gedrag een kalmerend effect
heeft, ofwel omdat
het getoonde gedrag een effectief substituut is voor de natuurlijke
gedragspatronen
waartoe de dieren gemotiveerd zijn (Mason & Latham, 2004).
Nertsen tonen vaak
stereotypieën - vnl. gedurende en nadat ze verhinderd zijn om te
eten - en ze
ontwikkelen meer angst, pelsknagen en stereotypieën in kale
omgevingen in
vergelijking met verrijkte omgevingen. Individuele nertsen die hoge
niveau's van
stereotypie tonen, kunnen hierdoor een beter welzijn ervaren zoals
blijkt uit een lager basisniveau cortisol in de urine, een betere
voortplanting en minder angstig gedrag
Nertsen die genetisch geselecteerd werden om minder stereotypiën
te tonen, toonden bv. méér angstig gedrag, wat mogelijk op lager
welzijn duidt. Genetische selectie kan dus heel contradictorische
effecten opleveren
3. je bent de verzorger van de giraffen en men vraagt jou om een
verrijkingsplan op te stellen. Welke onderdelen ga je erin
verwerken? Welke vragen ga je documenteren? Hoe ga je het
plan evalueren?
Natuurhistorie van de dieren kunnen gebruiken zodat ze de juiste
omgevingsverrijking krijgen. Je zou kunnen kijken naar de grote dominerende
behoeften zoals bij browsers. Een groep dieren waarbij je aan
voedselenrichment kunt denken. Omdat die een heel belangrijk deel van hun
leven bezig zijn met die browsegedrag.
Meer aandacht voor verrijking zoals omgevingsverrijking en voedselverrijking.
Giraffen en okapi: klein buitenverblijf & kleine
nachtstal met contact > stereotiep gedrag,
1
,Giraffen (Giraffa cameleopardalis) hebben een kortere levensduur in
dierentuinen dan wanneer ze in het wild worden beschermd [17],een effect
dat schijnbaar verband houdt met een slechte voedingstoestand en lage
energie-inname, wat wijst op tekortkomingen in dierentuindiëten [17].
Bovendien vertonen veel giraffen in gevangenschap (ten minste 75% van de
Noord-Amerikaanse bevolking [18]) oraal stereotiep gedrag zoals het likken
van muren
………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………
…………
4. Geef een voorbeeld van contra-freeloading als cognitieve verrijking
(beperk je tot vijf lijnen)
…………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………
………………………………………………
…………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………
………………………………………………
…………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………
………………………………………………
1. Verzin een “cognitive bias”test om het welzijn van honden te testen.
(Beperk u tot zo’n 20 lijnen)
2. Men kan dit bv doen met een test met eten. Als bv een schaal met
eten aan de linkerkant van een openruimte wordt gezet wordt de
linkerkant de ‘positieve kant’ als men diezelfde schaal aan de rechter
kant van de ruimte zet maar nu is er geen eten is wordt de
rechterkant als ‘negatieve kant beschouwd’. De honden mogen deze
ruimte dan verkennen en weten dus dat links positief is en rechts
negatief. Dan zou ik de honden uit de ruimte halen en de schaal
zonder eten op een neutrale plaats zetten dan de honden terug
binnenlaten. Nu zou ik gaan kijken naar welke kant de honden gaan
en hoelang ze hier over doen. De honden die vrij snel naar de
linkerkant van de ruimte gaan ookal is er geen eten hebben een
positieve ‘cognitive bias’ omdat ze er vanuit gaan dat ze een lekker
beloning krijgen en dit wordt dan geassocieerd met een positief
welzijn. De honden die naar de rechter kant gaan omdat ze
verwachten dat er toch geen eten is hebben dan een negatieve
cognitiave bias en dit wordt geassocieerd met een verminderd of
negatief welzijn. Ook kan ket zijn dat honden met een negatieve
cogonitive bias niet naar een bepaalde kant gaan maar de kamer
gaan verkennen omdat ze geen enkele beloning verwachten.
3.
2
, Zet telkens een F (fout) of een J (Juist) in het vakje Fout of
Juist
hiernaast
4. Je laat een koe na drie dagen in de zon een hek met een j 1 0 -0.50
steeds zwaarder gewicht open duwen om bij een
schaduwplaats te komen. Dit is een voorbeeld van een
operante aversietest.
Hoe graag wil een dier iets niet hebben.
VB: effect van mest op avoidance en eetgedrag
5. Bij panters en nertsen verwachten we vaker orale F 1 0 -0.50
stereotypieën dan locomotorische stereotypieën
6. Met het oog op het verbeteren van zijn huidige welzijn zou je F 1 0 -0.50
een stereotyperend dier best verhinderen om dit gedrag uit
te voeren
7. Frustratie-geïnduceerd stereotiep gedrag is een F 1 0 -0.50
abnormale respons op een abnormale omgeving
Frustratie-geïnduceerde stereotypiën worden veroorzaakt
door motivationele
frustratie, angst of fysisch discomfort, en zijn niet het gevolg
van een
onderliggende disfunctie. De motorische patronen die
herhaald worden,
reflecteren de aard van het onderliggende probleem, en
stammen af van
pogingen om het ontbrekende normale gedrag te vervangen,
om te ont-
snappen uit gevangenschap, of om het probleem te
verlichten (te "copen").
Het zijn normale responsen van dieren op een abnormale
omgeving en kunnen reversibel zijn door verandering in de
omgeving.
8. Een positieve gebeurtenis is minder stresserend J 1 0 -0.50
naarmate ze onvoorspelbaar is, betrouwbaar wordt
aangekondigd en controleerbaar is.
een positieve gebeurtenis minder stresserend is wanneer
o ze onvoorspelbaar is
o ze vooraf gegaan wordt door een zeer betrouwbaar signaal
o controle mogelijk is (Buchanan-Smith, 2009).
9. Voor extrinsiek belonende verrijking zoals voederpuzzels F 1 0 -0.50
zullen afnamen in respons eerder te wijten zijn aan
habituatie dan aan extinctie
10. Oog-duwen is een gedrag dat we bij apen normaal niet zien F 1 0 -0.50
in het wild. Bij jonge apen die te vroeg van de moeder
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller 1Niki. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.86. You're not tied to anything after your purchase.