Global village = gebied dat met andere gebieden ter wereld te maken heeft door sociale netwerken.
Globalisering (mondialisering) = proces van politieke, sociale en culturele samenhang is tussen
bedrijven, gebieden of landen over de wereld.
Cultuurgebied = regio met gemeenschappelijke cultuur kenmerken
4 overgangszones
- Grensgebied tussen Noord-Amerika en Latijns-Amerika
- Landen tussen Noord-Afrika en Sub-Sahara-Afrika
- Gebeid tussen Europa en de voormalige Sovjet-Unie
- Zone tussen Rusland, Oost-Azië en Zuid-Azië
Identiteit = unieke combi van culturele kenmerken.
Lingua franca = 3e taal die nodig is als verschillende culturen niet in eigen taal kunnen communiceren.
De wereld indelen op basis van politieke kenmerken;
- Democratische gehalte = mate waarin politieke, economische en sociale macht is verdeeld.
Vrije verkiezingen
Functioneren van de regering
Mate waarin bevolking deel neemt in de politiek
Politieke cultuur
Mensenrechten = rechten waar iedere mens recht op heeft, ongeacht herkomst,
geslacht, religie, nationaliteit of andere kenmerken.
Welvaart verschilt sterk tussen verschillende cultuurregio’s;
- Bbp/inw = totale geldwaarde van alle in land geproduceerde goederen & diensten per hoofd
- Brp/inw = totale geldwaarde van alle in regio geproduceerde goederen & diensten per hoofd.
Bbp en brp zijn niet altijd betrouwbaar door;
- Zelfvoorziening in arme landen en cijfers die niet kloppen
- Koopkracht = hoeveelheid goederen en diensten die een bevolking kan kopen voor een
bepaalde hoeveelheid geld.
Welvaartsverschillen;
- Regionale ongelijkheid = verschillen in ontwikkelingspeil tussen gebieden
- Sociale ongelijkheid = sociale verschillen tussen bevolkingsgroepen
Beroepsbevolking = alle tussen 15 en 65 jaar die betaald werk hebben of zoeken
Bevolkingsspreiding = verdeling woonplaatsen over een land
Bevolkingsdichtheid = aantal inwoners per km2 in een regio
Verstedelijkingsgraad = aandeel van de stedelijke bevolking in de totale bevolking (urbanisatiegraad)
Verstedelijkingstempo = snelheid waarmee verstedelijkingsgraad toeneemt jaar (urbanisatietempo)
, 1.2
Diffusie = verspreiding van een verschijnsel van gebied tot gebied (ruimtelijk) of binnen
bevolkingsgroepen (sociaal)
Indo-Europese talen ; bijna alle talen uit de EU.
De oostgrens van Europa heeft verdeelde meningen over de grenzen.
Geopolitiek = de machtsverhoudingen tussen landen of gebieden in de wereld.
Doordat Joegoslavië en Tsjecho-Slowakije uit elkaar vielen, ontstonden er nieuwe kleinere landen.
Regionalisme = streven naar zekere mate van autonomie, dan wel afscheiding in een deel van het
land door een groep mensen met eigen identiteit (streven naar eigen staat en zelfbestuur)
Geopolitiek, regionalisme en economische factoren zorgen voor een staatkundige verbrokkeling.
Blokvorming = organisatie van landen, vooral politiek, economisch
- EU is werelds grootste handels blok
Samenwerkingsverband = groep van landen of organisaties die regelmatig overleg hebben met elkaar
- Globalisering is toegenomen afgelopen 30 jaar
Europa;
- Bevolkingsgroei = klein (absoluut of procentuele toename van het aantal inwoners in gebied)
- Demografische transitie = begon in West-Europa (de overgang van een niveau van hoge
geboorte en sterftecijfers) zie hieronder demografische transitie model!
Fase 1 Leven van de landbouw en ambacht
- Geboortecijfer = hoog
- Sterftecijfer = hoog
Fase 2 Beter drinkwater, riolering, sanitair
- Geboortecijfer = hoog
- Sterftecijfer = dalend
Hongersnoden, epidemieën, ziektes kunnen beter worden bestreden.
Fase 3 - Geboortecijfer = dalend
- Sterftecijfer = blijft dalen
Minder kindersterfte (kinderen die sterven voor hun 5e jaar)
Opvoeding is duur, stadswoningen zijn te klein, verstedelijking
Vruchtbaarheid daalt (gemiddelde aantal kinderen dat een vrouw krijgt)
Fase 4 - Geboortecijfer = laag
- Sterftecijfer = laag
Klein aandeel van jonge vrouwen & een lage vruchtbaarheid
Fase 5 - Geboortecijfer = laag
- Sterftecijfer = laag
Vergrijzing van de bevolking sterfte overschot
Demografische kenmerken;
- Leeftijdsopbouw = de samenstelling van de bevolking op basis van leeftijd en geslacht
- Demografische druk = de verhouding tussen de productieve leeftijdsgroepen en de niet-
productieve leeftijdsgroepen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller floorvansomerenbrand. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.88. You're not tied to anything after your purchase.