Hoogtezones = een uitgestrekt gebied dat eenzelfde maximale hoogteligging heeft.
- Andesgebergte: 8500 km lange bergketen, tussen 4000m en 6000m hoog
- Aconcagua: 6962m hoog met vulkaan Cotopaxi
Tropische laagland = gebied met tropisch regenwoud dat tot 200m hoog ligt.
- 3 rivieren: Orinoco, Amazone en de Paraguay/Parana
Hoogvlakte/hoogland = gebied dat een hoogteligging heeft van meer dan 500m. (Altiplano)
Stereotiepe beeld = vastliggend, algemeen beeld over een groep mensen, een gebied of een groep
verschijnselen of gebeurtenissen.
Perceptie = de manier waarop iemand de werkelijkheid waarneemt en daaruit voor zichzelf een
beeld vormt.
Mental map = een kaart in je hoofd of op papier die een uitdrukking is van subjectieve beelden van
een gebied.
Geografisch beeld = beschrijving van de ligging, gebiedskenmerken, bevolkingskenmerken en interne
en externe relaties van een gebied.
1.2
Klimaat wordt bepaald door; breedteligging, zeestromen, drukgebieden, windpatronen en de ligging
van gebergten.
De noordoostpassaat en de zuidoostpassaat ontmoeten zich bij de ITCZ. Aan de oostkant van Zuid-
Amerika is de passaat aanlandig. De koude lucht boven de Grote Oceaan bevat door de lage
temperatuur weinig waterdamp, waardoor er weinig neerslag valt.
De zuidpunt van Zuid-Amerika heeft een gematigd zeeklimaat (Cf) met neerslag in alle getijden. Door
westelijke aanlandige winden. Het wordt versterkt door de stuwingsneerslag aan de loefzijde. Rond
40 graden ZB is het een woestijn/steppeklimaat.
Koude winden heten pamperos en zijn te vergelijken met de notherns in Noord-Amerika.
Normale situatie;
- Passaatwinden waaien van het subtropisch maxima naar de evenaar. Door het Coriolis effect
komt de passaatwind op het NH van noordoostelijke richting en op ZH van zuidoostelijke.
- Het warme water voor de kust van Zuid-Amerika wordt door deze winden naar Indonesië en
Australië geblazen, waar het voor veel neerslag zorgt. Zuidoost Azië heeft wel een droge
moesson en dus weinig neerslag.
- Doordat het warme water van Zuid-Amerika wordt weggeblazen, kan koud dieper zeewater
opwellen. De scheiding tussen koud en warm zeewater heten thermokliën. Door het koude
zeewater ontstaat er een hogedrukgebied, met dus weinig neerslag. Goed voor de vissers. De
wind is aflandig , lijzijde van het Andesgebied dus woestijnklimaat (BW)
, El Nino jaar
- De kracht van de passaatwinden neemt af doordat de luchtdrukverschillen afnemen. Er
wordt dus minder warm zeewater weggeblazen naar Indonesië. Hierdoor komt de
thermokliën niet meer aan het oppervlak, zodat de temperatuur van het zeewater in Zuid-
Amerika hoger ligt.
- Zuid-Amerika heeft meer neerslag en minder visvangst. Indonesië en Australië hebben
minder neerslag en nu dus een droogte. Veel bosbranden etc.
Zuid-Amerika bestaat voor een groot deel uit tropisch regenwoud (selva) (= dicht ondoordringbaar
bos in de warme en vochtige tropen). Minimaal 18 graden en veel neerslag (min 2000mm).
Amazoneregenwoud is het grootst. Tropische bodem heeft dunne humuslaag en zetten dood
bladafval om in mineralen. De bodem is onvruchtbaar.
Mangrove (vloedbos) = bos langs modderige tropische en subtropische kusten, in zoutmoerassen en
slibrijke rivierdelta’s.
Savanne = landschap in de tropen met lange grassen, afgewisseld met groepjes bomen en struiken.
- Cerrado = boomsavanne
- Llanos =grassavanne met soms wat bomen
- Caatinga = savanne met doornachtige struiken
Pampa (vochtige grassteppe) ligt in Argentinië. Deze zijn vruchtbaar door de neerslag. Het zuiden van
Patagonia bestaat uit steppen (droog gebied waar net genoeg regen valt voor de groei van grassen
en lage struikjes).
Van noord naar zuid; woestijnen, woestijnsteppen, mediterrane vegetatie en zomergroen loofwoud.
Het regiem (verdeling van de waterafvoer over een jaar) wordt bepaalt door neerslag en verdamping.
Waterkrachtcentrales = centrale waar energie wordt opgewekt met behulp van vallend of stromend
water.
1.3
Schilden (kratons) = uitgestrekt, geologisch stabiel gebied op een continent met zeer oud gesteente.
Ze bestaan uit graniet en metamorfe gesteente die door gebergtevorming en vervolgens door erosie
van de bovenliggende lagen dicht bij het oppervlak zijn gekomen.
Schaal van Richter meet de magnitude en de schaal van Mercalli meet de schade.
Schilden (kratons) bestaan uit graniet en metamorfe gesteente die door gebergtevorming en
vervolgens door erosie ontstaan.
Bij en op een mid-oceanische rug ligt jonge oceaanbodem en aan de randen ligt oude oceaanbodem.
Transforme breukzone; platen bewegen langs elkaar. Bij Zuid-Amerika ligt een transforme breukzone
dicht bij een convergente breukzone.
Bij convergente breuklijn tussen platen vindt subductie plaats van de zwaardere oceanische plaat.
Stratovulkaan is minder explosief dan de vulkanen in Japan of Indonesië want daar zit geen magma
met graniet in, maar magma met andesiet.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller floorvansomerenbrand. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.88. You're not tied to anything after your purchase.