Bestuursrecht samenvatting – semester 2
Week 1 – wat is bestuursrecht
Kennisclip 1
Bestuursrecht ziet op de verhouding tussen de overheid en burgers. Kern van het bestuursrecht: De
overheid kan eenzijdig de rechtspositie van burgers vaststellen. Het gaat om een verticale macht
relaties. Oftewel: de overheid oefent macht uit.
Hoe wordt die macht begrensd?
Aan welke rechtsnormen moet de overheid zich houden?
En welke rechtsbescherming staat tegen overheidshandelingen open?
“Bestuursrecht is recht van, voor en tegen het bestuur”
Van het bestuur: instrumentele functie
Er zijn wetten waarin aan het bestuur bepaalde bevoegdheden worden
toebedeeld.
Voor het bestuur: normerende functie
Wetgeving bevat de normen waaraan het bestuur zich moet houden. Die
begrensd de macht van het bestuur.
Tegen het bestuur: waarborgfunctie
Het bestuursrecht is het recht tegen het bestuur. Op het moment dat de
overheid zich niet houdt aan de gestelde normen, dan moet je naar de
onafhankelijke bestuursrechter kunnen gaan.
Algemeen bestuursrecht: de algemene wet bestuursrecht. Het zijn algemene regels.
Bijzonder bestuursrecht: inhoudelijke regels, zoals het omgevingsrecht. Vreemdelingenwet bv ook.
Ontstaansgeschiedenis van de Awb
Bestuursrecht van oudsher vooral bijzonder bestuursrecht. Algemene wet bestuursrecht - vanaf 1994,
opgebouwd in tranches / fases. De awb is nog best wel jong dus.
Doelen van de Awb:
Bevorderen eenheid
Systematiseren en vereenvoudigen
Codificeren van jurisprudentie / rechtersrecht
Regelen van algemene onderwerpen die niet goed passen in bijzondere regelgeving
Gelaagde opbouw awb: rechtsbescherming
1. De eerste hoofdstukken zijn heel breed (begrippen)
2. Vervolgens wordt er getrechterd naar een specifieker onderdeel (algemene bepalingen)
3. (Bijzonder bepalingen)
Verschillen soorten regels in Awb
In de Awb vinden we:
Dwingend recht: Afwijking van de Awb in beginsel niet mogelijk. Het is bindend. In de
bijzondere wet mag wel een uitzondering worden gemaakt op de Awb.
Regelend recht: Awb bevat de hoofdregel maar staat afwijking uitdrukkelijk toe. Regelend
recht houdt in dat de Awb-regel geldt, tenzij een wettelijk voorschrift (uit het bijzonder
, bestuursrecht) afwijkt. Deze regels gelden voor de ‘normale gevallen’, maar voor bijzondere
gevallen kan een andere regeling worden getroffen.
Regelend recht kun je veelal herkennen aan de woorden “tenzij bij wettelijk voorschrift (of
bij besluit van het bestuursorgaan) anders is bepaald”. Er zijn varianten mogelijk (zoals ‘niet
anders is bepaald’).
Aanvullend recht: Bijzondere wet bevat hoofdregel maar wanneer daarin niets staat, geldt
Awb
Facultatief recht: De bijzondere wetgever kan een bepaling uit de Awb van toepassing
verklaren
Kennisclip 2
Er zijn drie kernbegrippen. Bestuursorgaan, belanghebbende en
besluit.
Bestuursorgaan: overheid
Belanghebbende:
Besluit: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan
Waarom is het zijn van bestuursorgaan van belang?
De Awb is alleen van toepassing op het handelen van
bestuursorganen. Geen bestuursorgaan, dan ook geen besluit, zie
art. 1:3 Awb. Geen besluit, dan ook geen bestuursrechtelijke
rechtsbescherming (bezwaar, beroep).
Waarom liever naar de bestuursrechter dan naar de civiele rechter? Bestuursrechtspraak is:
a. Laagdrempelig
geen verplichting om advocaat in te schakelen
lage griffierechten
relatief informele procedure
b. procedurele rechtvaardigheid
Lage eisen aan beroepschrift
actieve rol van de bestuursrechter, ongelijkheidscompensatie
Waarom het onderscheid tussen a- en b-organen?
Het onderscheid is relevant voor het bereik van de Awb-bepalingen:
A-organen zijn voor al hun handelingen (ook privaatrechtelijke en feitelijke) handelingen
gebonden aan de Awb
!!! Een a-orgaan is een orgaan van de publiekrechtelijke rechtspersoon. A-bestuursorganen
maken dus deel uit van een publiekrechtelijk rechtspersoon, en hebben dus zelf geen
rechtspersoonlijkheid
B-organen zijn alleen aan de Awb gebonden voor zover zij publiekrechtelijke bevoegdheden
uitoefenen!
Criteria waaraan moet worden voldaan om een a-orgaan te zijn
‘onder bestuursorgaan wordt verstaan een
Orgaan van een
Rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld
Wanneer is er sprake van een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld
Art. 2.1 BW
, 1. De Staat, de provincies, de gemeenten, de waterschappen , alsmede alle lichamen waaraan
krachtens de Grondwet verordenende bevoegdheid is verleend, bezitten
rechtspersoonlijkheid.”
2. Andere lichamen, waaraan een deel van de overheidstaak is opgedragen, bezitten slechts
rechtspersoonlijkheid, indien dit uit het bij of krachtens de wet bepaalde volgt.”
Het grote verschil tussen privaatrechtelijk en publiekrechtelijke rechtspersonen
Privaatrechtelijke rechtspersonen kan iedereen oprichten. De burgers kunnen het zelf. Publiekrecht
gaat over wat de overheid kan. Het kan alleen in wetgeving. De wetgever bepaalt in het publiekrecht
en niet de burger.
Privaatrechtelijke is dus geen a-orgaan en daar valt onder
Artikel 2:3 BW: “Verenigingen, coöperaties, onderlinge waarborgmaatschappijen, naamloze
vennootschappen, besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid en stichtingen bezitten
rechtspersoonlijkheid.”
Wat is een orgaan?
De publiekrechtelijke rechtspersoon is de huls.
De onderdelen van die rechtspersoon die taken uitvoeren zijn de organen.
Voorbeelden van bestuursorganen:
Organen van de Staat: ministers en staatssecretarissen
Organen van gemeenten: college van B&W, gemeenteraad, burgemeester,
Organen van provincies: gedeputeerde staten, provinciale staten, Commissaris van de
Koning,
Organen van waterschappen: dagelijks bestuur, algemeen bestuur en dijkgraaf.
Wat zijn de organen van de rechtspersoon ‘gemeente’?
Burgemeester
Gemeenteraad
College van w&b
Onderscheid tussen de rechtspersoon en de organen?
De rechtspersoon is het privaatrechtelijk aanspreekpunt, bijv:
Sluit overeenkomsten en verricht andere privaatrechtelijke rechtshandelingen
Is aansprakelijk uit onrechtmatige daad: niet de organen of de individuele gezagsdragers maar
de rechtspersoon wordt gedagvaard
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller bridgettonkes. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.96. You're not tied to anything after your purchase.