Hoofdstuk 1:
Hoofdvraag: hoe verdraagzaam is Nederland omgegaan met verschillen? En hoe definiëren
we tolerantie in een pluriforme samenleving?
Veel reizigers zijn in de loop van de jaren naar Nederland gekomen. Er zijn veel
beschrijvingen van Nederland: een land waar alles in orde is en alles logisch is.
Al deze beschrijvingen gaan over vrijheidsdrang en ordening. Deze gaan niet makkelijk
samen, want het streven naar orde leidt snel tot inperking van vrijheid.
Wij hebben een pluriforme samenleving: een land waarin mensen van verschillende sociale
klassen, godsdiensten en levensstijlen samenleven.
Bij de eenwording van Nederland hebben communicatiemiddelen een grote rol gespeeld:
bijvoorbeeld de spoorwegen, of telgrafie.
In de twintigste eeuw werd overal dezelfde tijdsrekening ingevoerd. Zo werd Nederland nog
meer een land.
Morele geografie: het dicht op elkaar leven van mensen op een klein grondgebied heeft
invloed op de manier waarop mensen met elkaar omgaan.
Tolerantie is daarom in Nederland noodzakelijk, omdat we allemaal samenleven op een klein
gebied. Die tolerantie was eerst een pragmatische keuze: de bestuurders realiseerden zich
hoe kwetsbaar de maatschappelijke vrede was in een land met religieuze minderheden.
Tolerantie: iets wat je bijvoorbeeld geloofd wordt geaccepteerd, maar mensen willen er
verder geen last van hebben.
Vrijheid van geweten: mensen mochten vroeger geloven wat ze wouden, maar mochten dit
niet uiten.
Nederland is dus een heel divers land en is dat altijd al geweest. In deze geschiedenis heeft
Nederland een poldermodel (het streven naar een overeenstemming in de politiek en
maatschappij, hierbij worden vaak compromissen gesloten) en pacificatiedemocratie
ontwikkeld.
Het vermogen van onze samenleving om conflicten te vermijden is erg groot. Daarom zoekt
Nederland naar een midden, om iedereen tevreden te houden. Hierdoor gaan we neigen
naar conformisme: Het verlangen om zich aan te passen aan de opvattingen en gedragingen
van de meerderheid in de samenleving.
Polarisatie: Het veroorzaken van een conflict of het versterken van tegenstellingen tussen
partijen of bevolkingsgroepen.
Polarisatie zorgt voor veel politieke en maatschappelijke onzekerheid. Zo is Pim Fortuyn
neergeschoten toen hij zei wat hij van de islam vond.
, Volgens veel mensen staat sociale cohesie in Nederland onder druk. Burgers vertrouwen
minder op elkaar en op de politiek. De maatschappelijke samenhang zou minder worden.
Sociale cohesie: De mate waarin mensen door onderlinge bindingen het gevoel hebben bij
elkaar te horen.
Hoofdstuk 2
Hoofdvraag: waarin verschillen culturen van elkaar?
Mensen die lang met elkaar optrekken ontwikkelen samen een cultuur.
Cultuur: waarden, normen en andere aangeleerde kenmerken die de leden van een groep of
samenleving met elkaar gemeen hebben en als vanzelfsprekend beschouwen.
Culturen veranderen steeds. Nederland is bijvoorbeeld in de laatste jaren steeds minder
gelovig geworden. Ook een verandering is dat kwetsbare groepen steeds beter worden
gewaarborgd.
De cultuur van de groep bepaalt een deel van je persoonlijkheid. Wie je bent en hoe je
gevormd wordt. Ook hebben mensen van dezelfde cultuur een gemeenschappelijk
referentiekader. Cultuur werkt gedragsregulerend: het doet het gedrag van mensen
voorspelbaar en geordend verlopen.
Er zijn 3 soorten culturen:
De dominante cultuur: het geheel van normen, waarden en kenmerken die door de meeste
mensen binnen een samenleving worden geaccepteerd.
Subcultuur: is de groep die naast de dominante cultuur leeft en net andere normen,
waarden en kenmerken heeft.
Tegenculturen: groepen die zich verzetten tegen (delen van) de dominante cultuur of daar
zelfs een bedreiging voor vormen.
Cultuur wordt overgedragen door socialisatie (het
proces waarbij iemand bewust en onbewust de normen,
waarden en andere cultuurkenmerken van zijn groep
krijgt aangeleerd). Socialisatie vindt plaats door imitatie.
Jonge kinderen doen bijvoorbeeld hun ouders na.
Hiernaast staat de socialisatie cirkel.
Socialisatie begint bij de groepen waar je bij hoort. De
socialiserende instituties: school, werk, vrienden, familie
en sociale media. Daarna is er sociale controle: de
manier waarop mensen anderen stimuleren of dwingen
zich aan de geldende normen te houden. Deze controle
wordt gedaan door sancties.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller JonnaTijdeman. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.