100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Biomedisch kennisbasis 3 (spijsvertering) $8.15   Add to cart

Class notes

Biomedisch kennisbasis 3 (spijsvertering)

 6 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Dit is een samenvatting van alle weblectures van kennisbasis 3. Er kunnen typefouten in staan, soms heb ik te snel getyped.

Preview 4 out of 38  pages

  • May 17, 2022
  • 38
  • 2021/2022
  • Class notes
  • Laura beukers
  • All classes
avatar-seller
Biomedisch kennisbasis 3

De organen van het spijsverteringstelsel en hun
belangrijkste functies:
• De 7 stappen van het spijsverteringstelsel:
1. Mond
2. Oesophagus (slokdarm)
3. Maag
4. Duodenum (twaalfvingerige darm)
5. Jejunum/ ileum (de dunne darmen)
6. Colon (dikke darm)
7. Rectum+ anus
• Stap 1 de mond
• De functies van de mond zijn:
➢ Door kauwen word voedsel klein gemaakt
➢ Door toevoeging van speeksel (amylase), is het
begin gemaakt van afbraken van koolhydraten tot suikers. Doormiddel van
lysozyme in speeksel vind een eerste selctie plaats van wat goed voedsel is
en niet. Lysozyme heeft een bacteriedodend effect. Dus hier in de mond vind
dat al plaats.
➢ Kauwproces: lippen, kaken en gebit, verhemelte, tong
en speekselklieren.
De belangrijkste gebeurtenissen van het slikproces:
• Belangrijke rol bij het slikproces speelt de huig (uvulva)
een rol. Op het moment dat je slikt word de neusholte
afgesloten word zodat er geen voedsel terecht kan
komen.
➢ Andere elementen zijn: de larynx, epiglottis en het
strottenhoofd beweegt tijdens het slikken omhoog en naar voren, waardoor het
strotklepje de luchtpijp afsluit. Zo komt er geen eten in de luchtpijp.
De anatomie van de mondholte beschrijven en de functies van de
belangrijkste structuren:
• Functies van de mondholte:
➢ Onderzoeken van voedsel via tastzintuigen. Je hebt tastzintuigen op de tong
en in de mondholte. Zij gaan kijken f het voedsel hart of zacht is en of ze hard
of zacht moeten bijten.
➢ Mechanische bewerking door gebitselementen, tong en gehemelte. Zorgen
voor het kauwen.
➢ Bevochtiging van voedsel met slijm en speeksel. Ze bevochtigen het voedsel
ook waardoor het makkelijker door te slikken is.
➢ Vertering door speekselenzymen.
• Functies van de tong:
➢ Mechanische bewerking.
➢ Onderzoek van voedsel via tastzintuigen.
➢ Manipulatie om te helpen bij kauwen en slikken. Ze duwen het
voedsel naar de zijkant zodat je kunt kauwen. Als je gaat slikken
helpt de tong mee om het voedsel naar achter te bewegen.

, • Gebitselementen:




• Stap 2 de oesophagus (slokdarm)
• Het is een 25 centimeter lange, gespierde
buis die de mond met de maag verbind.
Speelt geen rol bij de spijsvertering maar
heeft alleen een transportfunctie.
• Ze doen dit door die spieren waar peristaltiek
(knijpende voortbeweging) plaatsvind. Het
eten kan dan van boven naar beneden
gebracht worden.
De anatomie van de maag, dunne en dikke
darm met de histologische kenmerken ervan
en de functies en regeling van de vertering en opname van voeding:
• Stap 3 de maag
• De functies van de maag:
➢ Tijdelijke opslag van voedsel. De maag bepaalt wanneer er voedsel doorgezet
word verderop in het spijsverteringskanaal. Dit gaat in kleine beetjes
➢ Mechanische afbraak van voedsel.
➢ Dit is een afbraak van chemische bindingen. Dat is
met name onder invloed van zuur en enzymen.
➢ Vorming van intrinsieke factor.
• De stoffen die in de maag zitten zijn: gastrine
(hormoon)-> dit verhoogt de spiersamentrekking en
word ook sterker zodat de maag een beweging kan
maken zodat het maagzuur goed door het voedsel
verspreid kan worden, Het stimuleert de uitscheiding
van zoutzuur (HCI), regelt de aanmaak van
pepsinogeen (dit is een enzym die eiwitten afbreekt)
• Pepsinogeen moet geactiveerd worden door maagzuur (HCI). Dit word dan
pepsine.
➢ Pepsine zorgt ervoor dat eiwitmoleculen worden opgesplitst in hele kleine
eiwitmoleculen waardoor ze verder afgebroken en opgenomen kunnen
worden.
• Lipase heb je nodig om vetcellen af te breken. Dit gebeurt in de maag in kleine
hoeveelheid. Het grootste gedeelte gebeurt in de duodenum.
• Intrinsieke factor is een factor die in de maag word aangemaakt. Dit speelt een
grote rol in de opname van vitamine B12.
• Stap 4 het duodenum (twaalfvingerige darm)

, • De functies van het duodenum:
➢ Het regelt de frequentie van het legen van de
maag in kleine beetjes. Als het duodenum weer
klaar is om voedsel te ontvangen, gaat er een
seintje naar de maag zodat het voedsel weer een
beetje naar het duodenum kan gaan.
➢ Het neutraliseert de maagsappen. Maagsappen
zijn zuur. Op het moment dat het zuur verder in
het spijsverteringskanaal terecht komt kan het de
darmwand aantasten, daarom moet het daar
geneutraliseerd worden.
➢ Afbreken en opnemen van voedingsstoffen. Dit gebeurt onder invloed van
hulporganen.
• Hulporganen: in het duodenum komen 2 afvoerbuizen terecht van de lever
(ductus hepaticus) en alvleesklier (ductus choledochus) uit.
Deze produceren spijsverteringssappen (bicarbonaat) die via
de papil van vater in het duodenum terechtkomen en daar
meehelpen bij de afbraak van voedingsstoffen.
De structuur en functies van de pancreas, lever en galblaas,
en op welke wijze de activiteit van de organen word
gereguleerd:
• Pancreas
• Exocriene functie:
➢ De ductaal cellen die verantwoordelijk zijn voor de aanmaak
van bicarbonaat.
➢ De acinaire cellen die lipase, amylase en protease aanmaken.
Dit zijn enzymen die een belangrijke rol spelen in de
spijsvertering.
• Endocriene functie (is een functie waarbij die hormonen aanmaakt), dit
gebeurt door de eilandjes van langerhans. Die maken de functies aan van:
➢ Alpha- cellen: spelen een rol van aanmaak van glucagon
➢ Beta- cellen: spelen een rol bij afgifte van insuline.
• Lever
• De lever is 1 van de belangrijkste organen die we hebben.
• Functies van de lever:
➢ Koolhydraatstofwisseling: de lever levert een glucosebuffer en onder invloed
van hormonen zorgen ze ervoor dat glucose word
omgezet in glycogeen of er word glucose gemaakt uit
aminozuren, melkzuren of lactaat. Een teveel aan
glucose word omgezet in lichaamsvet.
➢ Vetstofwisseling: de lever maakt vetten aan en zowel
lichaamsvet als cholesterol en breekt af. De lever zorgt er
ook voor dat verzadigde vetten worden omgezet in
onverzadigde vetten, en houd de samenstelling van de
lipoproteïne (vetstoffen in het bloed) in evenwicht.
➢ Eiwitstofwisseling: met name de bloedeiwitten. Die synthetiseren ze. Het gaat
om de eiwitten: albumine, globuline en fibrinogeen.
➢ Opslag: opslag van vitamine, mineralen andere stoffen. De lever heeft zelf
vitamine K nodig. Vitamine K heb je nodig voor de aanmaak van verschillende

, stollingsfactoren. In je lichaam heb je 12 stollingsfactoren en de lever heeft
vitamine K nodig voor 4 van die 12.
➢ Ontgifting: De lever speelt een rol in het omzetten en het opslaan van
aminozuren. Daarbij ontstaat ammoniak (giftige stof). De lever zet ammoniak
om in ureum, en ureum kan via de nieren en via de urine worden
uitgescheiden. Bilirubine word door de lever gebonden aan gluconzuur en dat
maakt dat water oplosbaar word en op het moment dat bilirubine water
oplosbaar is kan het uiteindelijk worden uitgescheiden. Het word
uitgescheiden met gal. Als bilirubine in de darmen terecht is gekomen dan
speelt het een rol met de kleur van de ontlasting.
➢ De lever speelt ook een rol bij het metaboliseren van medicatie, alcohol en
drugs. Veel medicatie word via de lever afgebroken vele soorten drugs ook en
alcohol. Sommigen hormonen moeten in onwerkzaam worden gemaakt zodat
ze uitgescheiden kunnen worden.
➢ Uitscheiding en productie van gal: de lever maakt het gal aan. Via de ductus
hepaticus komt het in de darmen aan en speelt het een rol
bij de spijsvertering.
➢ Fagocytose: er zitten kuphfer cellen in de lever en die
breken de dode erytrocyten af. Ze bevinden zich in de lever
nopjes.
➢ Warmteproductie: er word ook warmte gegenereerd omdat
er veel processen in plaatsvinden.
Galblaas:
• Functie van de galblaas:
➢ De galblaas is de opslag en voor het indikken van het gal. (LET
OP: de lever maakt gal aan, niet de galblaas). Als mensen
galstenen hebben dan zitten die stenen in de galblaas en dan
kan het gal niet afgevoerd worden en dat zorgt voor pijn. De
galblaas kan eruit worden gehaald als mensen er veel last van
hebben.
• Stap 5 jejunum+ ileum (de dunne darmen)
• Functies van de jejunum en ileum:
➢ Verder afbreken van voedingsstoffen en water. Er word heel veel water
opgenomen. Van de 9 liter water die door het spijsverteringskanaal circuleert
word er 8 liter opgenomen.
➢ Door de peristaltiek word het voedsel voortgestuwd en worden de
voedselresten nog goed gemengd, waardoor de enzymen verder
hun werk kunnen doen in de afbraak van het voedsel.
➢ In de jejunum worden de laatste suikers afgebroken en op het
moment dat het voedsel i het ileum terecht komt zit er bijna geen
suiker meer in.
• De darmflora word in de dunne darm toegevoegd.
• Ileum:
• In het ileum zitten darmplooien maar ook een soort van uitstekeltjes
(villi). Op de villi zit micro villi (lijkt op koraal). Door die villi te hebben
vergroot je het darm oppervlak (200 vierkante meter). Dit gebeurd
zodat er meer darmsappen geproduceerd kunnen worden en

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kimbaars20. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.15. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

72349 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.15
  • (0)
  Add to cart