Gehele samenvatting voor strafrecht. Met een 8.5 afgerond!
28 views 2 purchases
Course
Strafrecht
Institution
Haagse Hogeschool (HHS)
Book
Praktisch Straf(proces)recht
Met deze samenvatting een 8.5 gehaald!! Een gehele samenvatting van het boek praktisch straf(proces)recht. Alle begrippen zijn duidelijk uitgelegd en zoveel mogelijk verwijzingen naar een wetsartikel. De samenvatting is een combinatie van de uitgelegde lesstof door de docent en het boek.
Hoofdstuk 1
1.1
Strafbaar feit= Er wordt van een strafbaar feit gesproken indien het om een menselijke
gedraging gaat, die valt binnen een delictsomschrijving en die wederrechtelijk en aan schuld
te wijten is (art. 350 SV)
Het moet dus aan vier voorwaarden voldoen:
1. Het moet gaan om een menselijke gedraging
2. De gedraging valt binnen een delictsomschrijving
3. De gedraging is wederrechtelijk
4. De gedraging is aan schuld te wijten (verwijtbaar)
Uitleg:
1. De rechter praat vaak over een ‘gewilde spierbeweging’. Iemand die verlamd is en in
een rolstoel zit en van een berg wordt gegooid en hierdoor een ongeval veroorzaakt, is
dus niet schuldig. Hij heeft geen spier aangespand.
Je kan ‘nalaten’ om iets te doen. Je ziet een man verdrinken, maar helpt hem niet,
omdat je dan natte kleding krijgt. Je wordt dan vervolgt voor art. 450 Sr. Je doet dan
dus geen spier aanspannen, terwijl dit wel had gemoeten.
2. Legaliteitbeginsel het moet wettelijk zijn vastgelegd.
3. Wederrechtelijk= ‘in strijd met het recht’ of zonder toestemming van het slachtoffer.
Dat is dus eigenlijk altijd wanneer het ook strafbaar is gesteld in de wet. Op een paar
voorbeelden na: een agent mag wel geweld gebruiken, een vrouw mag een man een
knietje geven als zij wordt aangevallen (rechtvaardigheidsgrond) etc.
4. Het moet de verdachte kunnen worden toegerekend. Kon hij het voorkomen? Kan
jouw een verwijt worden gemaakt?
Art. 27 SV aanmerken verdachte
Vorm van het functioneel daderschap: rechtspersoon die een strafbaar feit pleegt
1.2
Wederrechtelijk en schuld/ verwijtbaarheid worden elementen genoemd (stap 3 en 4 van
hierboven)
Delictsomschrijving is een bestanddeel (stap 2 van hierboven)
Bestanddelen: de onderdelen waaruit een delictsomschrijving bestaat
Elementen: de ongeschreven voorwaarden om iemand te kunnen straffen (dus die niet in de
delictsbeschrijving staan, maar wel nodig zijn) wederrechtelijk en/of schuld
Extra uitleg: Staat wederrechtelijk en/of schuld in de wet? Dan is het en bestanddeel.
Staat het er niet in? Dan is het een element.
Is het een bestanddeel? Dan moet de rechter dit bewijzen. Is het een element? Dan hoeft
het niet bewezen te worden en gaat men ervan uit dat het meegenomen is
Formele delicten het handelen is strafbaar en niet het gevolg (art. 310/ 317/ 350 Sr etc.)
,Strafrecht 2
Materiële delicten het gevolg is juist strafbaar (doodslag, het maakt namelijk niet uit hoe
je het doet, maar het gevolg is sowieso dat iemand dood is)
Commissiedelicten het handelen is strafbaar (mishandeling, vernieling, iemand doden
etc.)
Omissiedelicten Het nalaten is strafbaar (art. 450 Sr iemand niet helpen die in nood is)
Gronddelict een bepaalde gedraging is strafbaar gesteld (soort nulpunt)
Gekwalificeerd delict Als het ernstiger is dan een gronddelict. Het gaat om hetzelfde
delict, maar vaak is er een extra bestanddeel toegevoegd. Moord met voorbedachten rade
bijvoorbeeld.
Geprivilegieerd delict tegenover gestelde van een gekwalificeerd delict. Het is een
lichtere variant met een lagere strafbedreiging (kinderdoodslag art. 290 Sr)
Hoofdstuk 2
2.1
Wederrechtelijkheid in art. 350 (vernieling) staat het woordje wederrechtelijk. Hierdoor
ben je dus niet strafbaar als je een maatje je vraagt om zijn huis te slopen.
Het woord ‘wederrechtelijk’ kan meer betekenissen hebben. Zie hieronder:
2.2
Betekenis 1: zonder toestemming van rechthebbende Leer van Remmelink
Het is dus wel wederrechtelijk als je fiets gestolen wordt en je dan iemand anders zijn fiets
meeneemt
Het is niet wederrechtelijk als een agent een beroving ziet gebeuren, de verdachte tackelt en
hierdoor de verdachte zijn kleding scheurt. De verdachte doet dan aangifte, maar dit is dus
niet wederrechtelijk en de agent wordt vrijgesproken
2.3
Betekenis 2: Bestanddeel is element
Wanneer ‘wederrechtelijk’ in de wet staat en dezelfde betekenis heeft als ‘in strijd met het
recht’
2.4
Een rechter kan dus wederrechtelijk op 2 manieren vertalen:
- Zonder toestemming van de verdachte
- In strijd met het recht
, Strafrecht 2
Hoofdstuk 3
3.1
Opzet en schuld: Subjectieve zijde van een delict
Verschil tussen opzet en schuld: bij schuld was het niet je bedoeling om iets te doen, maar
het gevolg is er wel
Opzet= lichtste vorm van opzet: voorwaardelijk opzet. Je stelt je willens en wetens bloot aan
de aanmerkelijke kans dat een gevolg intreedt, en je neemt dat gevolg op de koop toe.
Oftewel:
Je weet dat er een goede kans is dat het fout gaat (weten) en toch doe je het (willen). Door
het toch te doen, accepteer je dus de (aanmerkelijk!) kans dat het mis gaat. Als het dan mis
gaat, dan wordt het strafrechtelijk gezegd dat je opzettelijk hebt gehandeld.
Zwaarste vorm van opzet: Opzet met bedoeling/ oogmerk
Lichtste vorm van opzet: Voorwaardelijke opzet/ opzet als mogelijkheidsbewustzijn
Dus om te bepalen of er sprake is van voorwaardelijke opzet moet je kijken of:
3 voorwaarden:
1. Er een aanmerkelijke kans is dat het gevolg zou intreden
2. Dat de verdachte ook wist (bewust zijn) dat die kans er was
3. En dat de verdachte desondanks toch gehandeld heeft (hij heeft het dus aanvaard)
Twee betekenissen van opzet:
1. Boos opzet: wanneer de verdachte willens en wetens de strafwet heeft overtreden
2. Kleurloos opzet: hier wordt alleen gekeken naar het handelen van de verdachte.
Wanneer een verdachte willens en wetens heeft gehandeld, is er al sprake van
kleurloos opzet. Dat de verdachte niet wist dat zijn handelen strafbaar was, doet er hier
niet toe.
Verschil: bij boos opzet WEET de verdachte dat zijn handelen strafbaar is.
De officier gaat hedendaags uit van kleurloos opzet. Het handelen is dus al genoeg.
3.2
Verschillende vormen van opzet:
- Opzet als bedoeling: de verdachte heeft een bepaalde bedoeling en daarom pleegt hij
een strafbaar feit. Het strafbare feit hoeft niet het gewilde resultaat te hebben om
vervolgt te kunnen worden. Stel je wilt iemand doodschieten, je richt je pistool op
diegene, maar op dat moment duwt een politieagent je omver zodat je mist, dan kan je
nog steeds vervolgd worden voor poging doodslag.
Bij oogmerk gaat het om het doel dat een verdachte heeft.
- Opzet als noodzakelijkheidsbewustzijn/ zekerheid: hierbij moet het gaat om een
gevolg waar de wil van de dader niet op gericht is, maar hij wel WIST dat dit gevolg
kan intreden
- Opzet als waarschijnlijkheidsbewustzijn: als de gevolgen van het handelen van een
verdachte waarschijnlijk zullen intreden (hoef je niet te kennen)
- Voorwaardelijke opzet/ opzet als mogelijkheidsbewustzijn: lijkt heel erg op opzet als
waarschijnlijkheidsbewustzijn. Het is hierbij niet voldoende dat de verdachte zich
bewust is geweest van de mogelijke gevolgen, maar hij moet de mogelijke gevolgen
ook hebben aanvaard.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nielsb2009. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.79. You're not tied to anything after your purchase.