100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Bijzondere farmacologie overzicht $5.80
Add to cart

Summary

Samenvatting Bijzondere farmacologie overzicht

 24 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Alle geneesmiddelen opgelijst in kolommen, per soort met de eigenschappen erbij.

Preview 4 out of 44  pages

  • May 17, 2022
  • 44
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Bijzondere farmacologie overzicht

1. Perifeer zenuwstelsel:
1.1. Cholinerge transmissie
Algemeen
 Somatisch zenuwstelsel: Ach OO nicotine R
 Autonoom zs: Parasympaticus: Ach OO nicotine R, Ach OO muscarine R.
 (Autonoom zs: Sympaticus: Ach OO nicotine R, ADR/NOR OO a/B- R)

Ach wordt vrijgesteld thv de synaps, waarna hij bindt op de nicotine/muscarineR. Het wordt
afgebroken tot choline + acetaat door acetylcholinesterase. Het choline wordt hierbij gerecycleerd om
later opnieuw gebruikt te worden voor vorming Ach.

Bepaalde anti-ectoparasitica zijn Ach-cholinesterase-inhibitoren die zorgen voor minder afbraak Ach
met spastische paralyse tot gevolg

Katten zijn gevoelig voor intoxicatie!

Muscarine antagonisten
= anti-cholinergica Effecten:
- Hart: I n. vagus => tachycardie
>BLOKKERING - BV: weinig effect => milde hypertensie
PARASYMPATICUS - Klieren: I secretie
- GSW: I contractie=> vertering stil
Inhibitie van het cholinerg - Oog => mydriasis
systeem (Ach) Indicaties:
- Anesthesie: premedicatie (tegengaan cardiovasculaire
depressie agv anesthetica).
- Spasmen (koliek)
- Neuronaal: emesis (M-R thv vestibulair orgaan).
- Ofthalmologie: oogonderzoek
- Intoxicatie met Achesterase – inhibitoren (competitie)

Atropine Niet-selectief: somatisch, symp en parasymp.
Bindt op nicotine- als muscarinereceptor
Hyoscine Niet-selectief
Minder effect op CZS: gaat niet doorheen BHB.
Hyoscine butylbromide KOLIEK: Spasticiteit GI-stelsel stilleggen
= butylscopalamine
= buscopan

Glycopyrrolaat Selectievere antagonist dan atropine: minder tachycardie, minder
CZS eff, minder secretie bronchiaal en GI-motiliteit

Gaat niet doorheen placentabarrière (niet-lipofiel) = gebruikt bij
keizersnede teef (geen intoxicatie vd pups)
Tropicamide Oogonderzoek: mydriasis (lokaal toegediend)




1

,1.2. (Nor)adrenerge transmissie
Algemeen
 α1-receptor = VC = BD↑
 α2-receptor = VC = BD↑
 β1-receptor (hart) = tachycardie en ↑C.O.
 β2-receptor (BV en bronchen) = VD en bronchodilatatie => BD↓ +meer ademvolume

β2 selectieve agonisten = relaxatie GSC rond alveoli en myometrium
Terbutaline Bronchodilatatie Behandeling RAO/COPD paard
Salbutamol
Clenbuterol Relaxatie baarmoeder Keizersnede rund
Uterusprolaps rund
β-antagonisten = β -blokkers = β-inverse agonist (beter)

Effecten:
1. Hart
- ↓ sinushartritme (prikkelbaarh) en AV-geleiding (prikkelgeleiding)
- ↓ C.O. = negatief inotroop
- ↓HF = negatief chronotroop
- ↓ O2-verbruik
- ↓ Na-permeabiliteit = ↑ membraanstabilisatie
- ↓ reninevrijstelling = ↓ BD

2. Bronchiaal: niet selectieve blokkers mog. Bronchoconstrictie (β2) en bronchospasmen

3. Vasculair
- Blokkering β2-receptor postsynaptisch: ↓ VD = ↓ doorbloeding (spier en coronairen) + ↓
hartdebiet (β1) => NUT EFFECT STIJGT!
- ↓ hartdebiet, hartarbeid en O2-verbruik

Indicaties: Tegenindicaties:
- Cardiale aritmieën - Astmapatiënten (β1-selectieve prep!)
- Systemische hypertensie (kat) - Sinus bradycardie: blokkers zorgen voor verdere
- Hypertrofische cardiomyopathie daling HF = meer bradycardie.
- Hypertensie~ thyrotoxicose en - Hartinsufficiëntie: blokkers zorgen voor bijkomende
pheochromocytoma bradycardie agv uitputting (nut effect daalt)
- Na myocard infarct
Atenolol Selectief β1 (hart)
Metoprolol
Propanolol (volle inverse Niet-selectief (β1 + β2)
agonist)
Timolol
Oxprenolol
pindolol
Carazolol Partiële inverse agonist
Gebruikt bij transport varkens: HF en BD↓



α2 selectieve antagonisten
Atipamezole Anti-Sedativicum α2-antagonist toedienen voor
kortere recovery

2

, 2. Centraal zenuwstelsel:
2.1. Neurotransmitters
Acetylcholine Minder belangrijk in het CZS => geen GM die hierop inwerken.


Dopamine Bindt op D2-receptoren, meeste GM zijn dan ook D2-antagonisten.
=> cabergoline (agonist)
=> azaperone (antagonist) 1. Anti-psychotische eig. / limbisch systeem: minder gewaarwording van
externe stimuli
2. Ongecontroleerde bewegingen (= neveneffect): extrapyrimidaal syteem
(grove motoriek, parkinson)
3. PRIF = verhinderen vrijstelling prolactine: hypothalamus-hypofyse as
4. Anti-emetica: CRTZ

Cabergoline tegen schijndracht teef.


Noradrenaline en Aangemaakt vanuit dopamine adhv hydroxylase enzyme, maar dit enzyme
adrenaline ontbreekt bij veel neuronen in het CZS. NOR en ADR binden op locus
cereleus, verantwoordelijk voor analgesie.


Glutamaat = excitatorisch AZ die bindt op de NDMA-receptor en zorgt voor
Ca2+ vrijstelling => prikkeloverdracht.

Ketamine is een antagonist vd receptor en bindt op de allosterische BP =>
inhibitie prikkels naar centraal (glu kan niet binden) = anesth.


GABA Bindt op GABA receptor met een Cl- influx. Dit zorgt voor inhibitie van de
=> agonist: benzodiazepines, prikkeloverdracht agv membraanstabilisatie.
barbituraten, alfaxalone en
propofol Benzodiazepines, barbituraten, neurosteroïden (alfaxalone) en propofol
=> antagonist: flumazenil zijn anesthetica die zorgen voor meer Cl-influx => prikkeloverdracht
verhinderd.

Bij overdosis/recovery worden inverse agonisten zoals flumazenil
toegediend om binding van GABA te verhinderen (Cl-kanaal blijft gesloten).




3

, 2.2. Psychotrope farmaca = geneesmiddelen die inwerken op CZS
2.2.1. Psycholeptica
- Minor tranquillizers = benzodiazepines
VNL ANESTHESIE, PREMEDICATIE, KORT GEBRUIK

Toepassingen:
- Anxiolyse: ↓ angst

- Hypnose

- Sedatie: premedicatie
- MIDAZOLAM
- Potentialiseren anesthetica = minder dosis = minder nevenwerkingen en toxiciteit)

- Myorelaxerend:
- TETRAZEPAM
- Centrale werking (prikkeloverdracht↓)

- Anti-epileptisch
- DIAZEPAM


Nevenwerkingen en interacties:
- Geen analgesie: alle pijnprikkels gaan nog door, ondanks onbewust zijn.
- Synergisme met pentobarbital: dosis∆
- Synergisme erythromycine met midazolam: dosis∆
- Incoördinatie (agv centr. Myorelaxerende werking)
- Sedatie foetus


Bij chronisch gebruik (slaappillen mens):
BDZ zorgen voor daling van de hersenactiviteit door ↑Cl-influx. Het lichaam reageert hierop door meer
glutamaat aan te maken en vrij testellen => bindt op NMDA-receptor met meer Ca-influx tot gevolg. Na
verloop van tijd is er dus normalisatie vd hersenactiviteit (= tolerantie) en moet de dosis aangepast worden.
Verder wordt men ook afhankelijk van BDZ en zal er bij plots stoppen een rebound/withdrawal effect
onstaan: Cl-influx stopt plots, maar er is nog steeds een verhoogde Ca-influx (ct. Stimulatie hersenen).

= GELEIDELIJKE AFBOUW IS NODIG VOOR HOMEOSTASE


Midazolam Premedicatie

Diazepam Anti-epilepticum

Ethanol Prikkeloverdracht  (OO GABA => Cl- influx)




4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tineh. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.80. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.80
  • (0)
Add to cart
Added