100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Psychologie 1.3 $6.20   Add to cart

Summary

Samenvatting Psychologie 1.3

 14 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Uitgebreide samenvatting van de hoorcolleges van psychologie blok 3, jaar 1.

Preview 4 out of 37  pages

  • May 17, 2022
  • 37
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Hoorcollege 1

- Structuur
- Ontwikkeling
- Oorzaken gedrag

De Groene Haag opgezet voor psychologie. Opdrachten over psychologie.

Leeftijdsfase vs. ontwikkelingsgebied
Thematische ondersteuning in de hoorcolleges
Literatuur = boek + artikelen BB

Leeftijdsfasen
- Adolescent van 12(vroeg-12, midden-15, laat-18) tot 23 jaar
- Schoolkind van 6 tot 12 jaar
- Kleuter van 4 tot 6 jaar
- Peuter van 2 tot 4 jaar
- Baby van 0 tot 2 jaar (dreumes)

Ontwikkelingsgebieden
 Motorische ontwikkeling
- Hoofdstuk 5,8,11 en 14
- Ontwikkeling van het lichaam (groei hersenen, verandering van lichaam etc.)
- Grove motoriek, fijne motoriek
- Zintuigen
 Cognitieve ontwikkeling
- Hoofdstuk 6,9,12 en 15
- De abstracte wereld van waarnemen, verwerken, onthouden en terughalen
- Taalontwikkeling
- Creativiteit
 Sociale ontwikkeling
- Hoofdstuk 7,10,13 en 16
- Beleving van jezelf in een wereld met anderen
- Emotionele ontwikkeling
- Morele ontwikkeling
- Identiteitsontwikkeling

Nature vs. Nurture
Nature-benadering
 Rationalisme (logisch) en nativisme (aangeboren)
- Descartes (cognito ergo sum = ‘ik denk, dus ik ben’)
- Gedrag door: ziekte, genen, evolutie
Afwijkend gedrag zit in een persoon
Nurture-benadering
 Empirisme (waarneming)
- Locke (tabula rasa= je komt als een leeg onbeschreven blad ter wereld en
later wordt dit blad door de omgeving ingevuld)
- Gedrag door: opvoeding, vrienden, buurt, straffen
Afwijkend gedrag wordt veroorzaakt door omgeving

,Combinatie van…
 Wetenschappelijke inzichten van nu
- Gedrag door: samenspel tussen aangeboren en aangeleerde factoren
- Risicofactoren op kindniveau: storend, onrustig kindgedrag met veel oppositie,
agressie en hyperactiviteit, een lage intelligentie aandachtsproblemen en
slechte schoolprestaties, politiecontact
- Risicofactoren op gezinsniveau: afwijkend en afwijzend op ouderlijke ruzies,
criminele ouders, ineffectieve discipline, armoede en werkeloosheid.

Erfelijkheid
- Genetisch materiaal door overerving ouders
- Genotype (gehele materiaal, mogelijkheden die er in een persoon zijn
ontstaan door de genetische basis) en fenotype (zichtbare kenmerken)
- Motorische ontwikkeling (hoe lang word je, welke kleur haar krijg je?)
- Cognitieve ontwikkeling
- Sociale ontwikkeling (gedrag, hoe extravert je bent, je temperament)

Erfelijkheid en omgeving
 Van genotype naar fenotype
- Genotype: complete set van mogelijke eigenschappen die je hebt
- Fenotype: eigenschappen die je echt kan zien
 Multi-factoriele overerving
- In wat je laat zien aan eigenschappen, dat is voor een deel erfelijk en voor een
deel vanuit de omgeving
 Genotype- omgevingseffecten
(Actief, passief, evocatief)
- Hoe speelt de omgeving samen om jouw gedrag te bepalen?
Bijv: makkelijk contact maken met anderen  kan erfelijk bepaald zijn, maar je
bent ook eerder geneigd om dat op te zoeken. (Actief genotype-
omgevingseffect)
- Actief genotype- omgevingseffect: de erfelijke eigenschap zorgt ervoor dat jij
je omgeving aanpast zodat het versterkt wordt.
- Passief genotype- omgevingseffect: je ouders passen je omgeving aan waarin
jij terecht komt, wat de extraversie versterkt. Je wordt meegenomen naar
situaties waar de erfelijke eigenschap goed tot zijn recht komt.
- Evocatief genotype- omgevingseffect: niet alleen jij en je ouders hebben
invloed vanuit je genen op je omgeving, maar ook de omgeving past zich weer
aan jou aan. (Wanneer jij een feestje organiseert, waar je veel praat etc. word
je sneller door anderen uitgenodigd op hun feestje waar je ook weer meer
contact kan leggen met anderen.)
 Intelligentie? Criminaliteit? Muzikaliteit?
Tot in hoeverre is dit geërfd? Is het niet dat als je het leuk vindt, je het juist
meer gaat doen waardoor je progressie maakt.

,Hoorcollege 2
Prenatale en hersenontwikkeling
Deel 1

Pedagoog: niet alleen het genotype, maar ook het milieu (samen: fenotype) fenotype
heeft groot effect op ontwikkeling kind: kennis is ondersteuning.
Conclusie: ontwikkeling is interactie nature/ nurture.
Hersenen zijn plastisch

3 typen neuronen, bestaande uit:
- Ontvangers (dendrieten)
- Beslisser (cellichaam)
- Boodschapper (axon)

 Sensorische neuronen: zintuigen communiceren met de rest van het lichaam
 Motorische neuronen: hersenen geven signaal af naar lichaam om iets uit te
voeren
 Steunneuronen: liggen tussen sensorische en motorische neuronen in

- Synaps zorgt voor onderlinge communicatie, met dank aan neurotransmitter
(Synaps zorgt voor communicatie, neurotransmitters zijn signaalstoffen die in
synapsen zenuwimpulsen overdragen tussen neuronen in het zenuwstelsel.)
- Stoornissen/ medicatie
- Oxytocine: ‘knuffelhormoon’  het hormoon wat ervoor zorgt dat je van een
kind gaat houden.
Stelt alleen vragen uit Powerpoint op toets (met daarbij horende literatuur,
maar geen nieuwe dingen.)

Hormonen: via bloed (communicatiekanaal organen en klieren- hersenen)
Neurotransmitters: tussen de synapsen (alleen tussen de hersenen)

Pedagoog:
Dopamine (betrokken bij wat er in omgeving gebeurt)- cortisol (stresshormoon)
Oestrogeen/ testosteron (gedragsverandering in peuterpubertijd en pubertijd)
Oxytocine

Hoe vaker je iets herhaalt bij een baby, hoe sterker het signaal wordt. ‘Ik ben papa’
 na het vaak benoemen gaat hij je hoofd koppelen aan het woord papa. Hoe vaker
je iets doet, hoe beter je erin wordt.
De cellen die we niet gebruiken sterven af.
- Myelinesatie: het brein gaat zich vaker en beter ontwikkelen. Er komt een
soort vetlaagje over de verbinding, waardoor het signaal tussen A en B sneller
wordt doorgegeven en minder informatie weglekt.
De achterkant van het brein, het motorische gedeelte is vanaf de geboorte al bij
ontwikkeld. De voorkant van het brein, de prefrontale cortex, die is pas volledig
uitgerijpt als een kind 20 jaar is.

, Deel 2:
Weten:
- Mensenbrein: denken, complexe processen overzien
- Zoogdierenbrein: de neiging om ons te hechten aan een bepaald persoon 
ouders. Behoefte om te spelen.
- Reptielenbrein: overleven (vechten, vluchten of bevriezen)
Als het reptielenbrein niet volledig is, werkt de rest ook niet goed. Als het kind zich
onveilig voelt, kan het niet optimaal functioneren.




- Hippocampus: slaat nieuwe informatie op in
hersenen.
- Amygdala: koppelt een emotie aan
herinneringen.
- Thalamus: systeem/ onderdeel in het brein
wat binnenkomende en uitgaande signalen
verwerkt.




Mensenbrein:
- Cerebrale cortex (hersenschors): hogere mentale processen: denken en
waarnemen.
- Corpus Callossum (hersenbalk): verbindt linker met rechterhersenhelft
Zoogdierenbrein:
- Amygdala: emoties
- Hippocampus: geheugen (zorgt dat we kunnen leren, informatie opnemen)
- Hypothalamus: zorgt voor evenwichtige toestand van het lichaam
Reptielenbrein:
- FFF (fight, flight, freeze)
- Thalamus (verwerkt alle binnenkomende en uitgaande signalen)
- Kleine hersenen (automatische bewegingen en evenwicht, geautomatiseerde
motorische processen, zoals lopen, schrijven en fietsen)

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller indeyvt. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.20. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

72841 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.20
  • (0)
  Add to cart