100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Biologie eindexamen alle stof $9.32   Add to cart

Summary

Samenvatting Biologie eindexamen alle stof

 2 views  0 purchase
  • Course
  • Level

In dit document vat ik alles voor het centraal eindexamen samen voor het vak biologie HAVO

Preview 2 out of 8  pages

  • May 18, 2022
  • 8
  • 2022/2023
  • Summary
  • Secondary school
  • 5
avatar-seller
BIOLOGIE: de cel en processen
Eukaryoten: met celkern (mensen dieren planten)
Prokaryoten: zonder celkern (bacterie)
Celkern bevat DNA wat de cel aanstuurt.
Ribosomen: complexen die betrokken zijn bij eiwitsynthese (kan los voorkomen of in
endoplasmatisch reticulum)
ER: speelt rol bij transport binnen een cel, ruw (met ribosomen) en glad (geen ribosomen)
Golgi-systeem: rol bij opslag van stoffen, vorming lysosomen en afwerking van eiwitten
Lysosoom: blaasje gevuld met enzymen.
Mitochondriën: hierin vindt verbranding plaats (dissimilatie)
Cytoplasma: celvloeistof wat alle organellen bevat
Enzymen: eiwitten, werken als katalysator (versnellen processen), ze zijn substraat- en
reactiespecifiek dus geschikt voor 1 type reactie, de vorm bepaalt de functie (temperatuur,
aminozuurvolgorde en PH-waarde kunnen de structuur veranderen) mutaties hebben alleen
invloed op aminozuurvolgorde en niet op vorm van het eiwit.
Beperkende factor: tekort waardoor een proces in een organisme wordt geremd
(fotosynthese bij tekort aan water, CO2 of licht)
Organische stoffen: stoffen met een combinatie van C- en H-atomen
Anorganische stoffen: bevat geen C- en H-atomen
Assimilatie: opbouw, endotherm, warmte energie wordt verbruikt. (fotosynthese
(chloroplasten): anorganische stoffen worden omgezet met lichtenergie in organische
stoffen. en voortgezette assimilatie:organische stoffen worden omgezet in organische
stoffen)
Het lichaam gebruikt glucose op drie verschillende manieren: maken van monosachariden,
vormen van aminozuren en het maken van vetzuren
Dissimilatie: afbraak, exotherm, warmte ofwel energie komt vrij. Er zijn twee soorten
dissimilatie:
Aerobe disimilatie= (met zuurstof) glucose wordt afgebroken tot CO2, H2O en energie
Anaerobe dissimilatie =(zonder zuurstof) gebeurd in cytosol (celvloeistof) uit glucose wordt
pyrodruivensuiker gevormd. 2ATP komt hierbij vrij. Deze druivensuiker kan omgezet worden
in melkzuur, alcohol of CO2.
Twee soorten transport: actief en passief.
actief= transport van grote moleculen, kost energie
passief= bewegen stoffen van plaatsen met een hoge concentratie naar plaatsen met een
lage concentratie, kost geen energie.
-osmose: transport van water van een plaats met lage concentratie opgeloste stoffen
naar een plaats met een hoge concentratie opgeloste stoffen (semipermeabel
membraan: selectief doorlaatbaar voor water)
-diffusie: transport van deeltjes van een plaats waar veel deeltjes aanwezig zijn naar
een plaats waar minder deeltjes aanwezig zijn( permeabel membraan:volledig
doorlaatbaar)
transportsysteem binnen een plant: houtvaten en bastvaten
-houtvaten: van wortels naar andere delen van de plant ( water & anorganische
stoffen)
-bastvaten: van boven naar de wortels (organische stoffen)
opwaartse krachten van belang bij opwaartse transport van houtvaten: zuiging vanuit
bladeren, capillaire werking en worteldruk.

, Biologie: DNA en genetica
Transcriptie: afschrijven van een gen, DNA code wordt afgelezen en RNA wordt gevormd
DNA en RNA bestaan beiden uit basenparen, DNA: Adenine, Thymine, Cytosine en
Guanine; RNA: Adenine, Uracil, Guanine en Cytosine.
Translatie: eiwit wordt gevormd door het aflezen van mRNA (in cytoplasma bij ribosomen)
Differentiatie: specialiseren van cellen door activatie van bepaalde cel-specifieke genen.
Stamcel: ongespecialiseerde cel die zich kan blijven delen en tot andere celtype kan
differentiëren.
Genotype: alle genetische informatie.
Fenotype: verzameling waarneembare eigenschappen individu.
Chromosoom: molecuul dubbelstrengs DNA.
Gen: een stuk DNA dat codeert voor één erfelijke eigenschap
Allel: variant van een gen

Bloedsomloop
Slagaders: transporteren het bloed weg van het hart, veel zuurstof (longslagader,
navelstrengslagader koolstofdioxiderijk), dikke wand, elastisch, hoge bloeddruk
Aders: transporteren richting het hart, weinig zuurstof (longader, navelstrengader
zuurstofrijk), dunne wand, kleppen om te voorkomen dat bloed terugstroomt
Haarvaten: liggen tussen aders en slagaders (osmotische druk, meer opgeloste deeltjes in
haarvat dat in het weefselvloeistof der buiten)
Filtratie: bloed wordt uit haarvat geperst. Bloeddruk>COD
Resorptie: heropname (niet alles). COD>bloeddruk
Resterende wordt opgenomen door lymfevaten
Oedeem: ontstaat als er iets fout gaat bij resorptie of filtratie
Bloedplaatjes: stolling van het bloed
Rode bloedcellen: vervoeren zuurstof, zuurstof bindt aan hemoglobine, geen celkern
Witte bloedcellen: afweersysteem
Gesloten dubbele bloedsomloop: bloed gaat twee keer door het hart
-kleine bloedsomloop: stroomt langs de longen, bloed van zuurstof voorzien en
koolstofdioxide wordt afgegeven
-grote bloedsomloop: bloed stroomt door de rest van het lichaam
Diastole: hart vult zich met bloed
Systole: hart trekt zich samen, bloed wordt eruit gepompt—> bloeddruk ontstaat

Gaswisseling
In de longblaasjes vindt gaswisseling plaats, d.m.v diffusie. Hoe groter het contactoppervlak
tussen longblaasjes en bloedvaten, hoe meer uitwisseling.
Dode ruimte: ruimte in luchtwegen waar geen gaswisseling plaatsvindt (luchtpijp)
Ademhalingsprikkel: geen adem→ CO2 gehalte in bloed stijgt→ koolzuurgehalte stijgt→ ph
daalt→ prikkel voor ademhaling (ademcentrum in hersenstam)
Borstademhaling: buitenste tussenribspieren trekken samen bij inademing→ ontspannen bij
uitademen
Buikademhaling: aanspannen middenrif bij inademen→ ontspannen bij uitademen

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mberratoker. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $9.32. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

80562 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$9.32
  • (0)
  Add to cart