Hoofdstuk 3: Voeding bij diabetes
Diabetes is een chronische aandoening die gemerkt word door een verhoogd bloedglucosegehalte
(hyperglycemie). De behandeling is normaliseren vd bloedglucosegehalte. De inname van koolhydraten zorgen
voor stijging vd bloedglucose. Bij gezonde mensen word de stijging vn glucose opgevangen door bèta-cellen in
de pancreas, die insuline produceren. Er zijn 2 types vn diabetes, type 1 en type 2.
1. Wat zijn mogelijke gevolgen van onbehandelde diabetes?
2. Kan je diabetes ontwikkelen door te veel suiker te eten?
3. Wat is prediabetes?
4. Welke preventieve maatregelen kan men inschakelen bij prediabetes?
5. Welke factoren spelen mee in het ontwikkelen van diabetes?
3.1. Prevalentie
Diabetes type 2 neemt sterk toe wereldwijd. Nu staat dit op 8.3%, maar vele weten niet dat zij type 2 hebben.
Bij ons staat type 2 in verband met obesitas wat ook een probleem is in onze samenleving.
Het probleem zit men ook in het feit dat er een makkelijke toegenomen toegankelijkheid is tot goedkope
energiedense voedingsmiddelen. Mensen hebben vaak te weinig tijd om een volwaardige maaltijd te bereiden
en regelmatig fysiek actief te zijn. - Type 1 komt veel minder voor dan type 2.
3.2. Diabetes type 1 en type 2
Diabetes type 1
Door een tekort aan insuline kan glucose in het bloed moeilijk naar de spier- en levercellen. Type 1 is bijna altijd
het gevolg vn een auto-immuun destructie vd bèta-cellen. Mogelijk is het een combi vn erfelijke factoren en
omgevingsfactoren. Insuline vn buitenaf toedienen is noodzakelijk ter behandeling. De insuline wordt aan
voedings- en fysieke activiteitspatroon aangepast.
Diabetes type 2
Type 2 wordt gezien als een toestand waarin sprake is vn insulinedeficiëntie en insulineresistentie. Het lichaam
kan nog insuline produceren maar onvoldoende. Er is een verminderde gevoeligheid vd doelorganen voor
insuline. Overgewicht kan zorgen voor verminderde insulinegevoeligheid of insulineresistentie. Type 2 kan
geleidelijk komen, via periodes van normoglycemie waarbij de hoeveelheid insuline nog wel voldoende is en
een stadium vn prediabetes waarbij de 1e tekenen zichtbaar zijn. De suiker resultaten zijn dn verhoogd maar
niet zoals bij de diabetesrange. Ook bij prediabetes is er sprake vn insulinedeficiëntie en insulineresistentie. Een
gezond gewicht en een aangepast voedings- en beweegpatroon zijn belangrijk. Afhankelijk vh stadium is er
keuze tussen OAD = Orale antidiabetica, in het ergste geval is er een behandeling nodig met insuline.
, Zwangerschapsdiabetes
Zwangerschapsdiabetes is een verstoord glucosemetabolisme die tijdens de ZS wordt vastgesteld. Het wordt
vaak in het 2e trimester vastgesteld, wnr de insulineresistentie toeneemt en de bèta-cellen niet meer aan de
toegenomen vraag naar insuline kunnen voldoen. Voeding speelt een belangrijke rol en eventueel insuline.
3.3. Complicaties
Een slechte of niet behandelde diabetes leidt tot complicaties, op korte of lange termijn.
Complicaties op korte termijn: Hypoglycemie, hyperglycemie en ketoacidose. DKA = Diabetische ketoacidose is
het gevolg vn chronisch tekort aan insuline waardoor het lichaam, door afwezigheid vn glucose, vetzuren
verbrandt als energiebron. Dit leidt tot verzuring vh lichaam. Zonder behandeling is dit dodelijk.
Een slecht of niet behandelde hyperglycemie kan op lange termijn leiden tot micro- en macro vasculaire
complicaties. Micro vasculaire complicaties zijn: Retinopathie, nefropathie en neuropathie. Macro vasculaire
complicaties zijn: Meer kans cardiovasculaire aandoeningen.
3.4. Voeding bij diabetes
Koolhydraatinname, medicatie en mate vn fysieke activiteit moeten op elkaar afgestemd zijn. Bovendien is op
gezond gewicht blijven of vermageren nodig.
Voedingstherapie vn diabetespatiënten: Doelstellingen:
Gezonde voeding met variatie en individueel aangepaste porties om de gezondheid vd PT te behouden
of verbeteren.
Hemoglobine A1c (HbA1c), de bloedlipiden en de BD onder streefwaarden houden.
Een aanvaardbaar gewicht behouden of nastreven.
Diabetescomplicaties op lange termijn voorkomen of uitstellen.
Voedingseducatie is om inzicht te brengen over voedingsmiddelen die koolhydraten bevatten, omdat deze de glycemie
beïnvloeden. Men krijgt ook inzicht in het samenspel tss KH, insuline of andere medicatie en activiteitenpatroon. De
bedoeling is dat de PT zelf kan spelen met zijn voedingsschema.
3.4.1. Koolhydraten
Type 1: Moet insuline afstemmen op de koolhydraatinname. Type 2: Nemen OAD en moeten hun koolhydraatinname
spreiden over verschillende maaltijden. De koolhydraatinname in evenwicht brengen met de medicatie vereist educatie. PT
leert welke voeding KH bevatten, hvl KH per maaltijdmoment en welke effecten KH hebben op hun glucose.
Zowel kinderen als volwassenen moeten goed weten hoe ze hun medicatie moeten afstemmen op hun koolhydraatinname.
KH halen we uit volkoren graanproducten, aardappelen, fruit, groenten en peulvruchten en liefst zo weinig mogelijk via
suiker en vetrijke voedingsmiddelen.
3.4.2. Koolhydraatruilwaarden
Het koolhydraatgehalte kan berekent worden met een voedingsmiddelentabel of koolhydraatporties of
koolhydraatruilwaarden. Een koolhydraatruilwaarde = 12.5g KH.
Voor type 1 of type 2 waarbij insuline nodig is zijn er voedingsschema’s met vaste koolhydraatruilwaarde. Dit
heeft de nodige educatie nodig over de koolhydraataanbreng via voeding en over gezonde maaltijden
samenstellen.
Voorbeeld:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mariekeaerts1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.97. You're not tied to anything after your purchase.