100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Noba Modules Week 1 tm 3 Psychologie van de Communicator $3.23   Add to cart

Summary

Samenvatting Noba Modules Week 1 tm 3 Psychologie van de Communicator

 60 views  2 purchases
  • Course
  • Institution

Dit is een samenvatting van alle noba modules van week 1 tm 3 van het vak Psychologie van de communicator. De samenvatting bevat de volgende noba modules: 1. Thinking like a psychological scientist 2. Sensation and Perception 3.Multi-modal Perception 4. Attention 5. Conditioning and Learning...

[Show more]

Preview 2 out of 8  pages

  • May 18, 2022
  • 8
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
PVC Noba modules Samenvatting

WC1. Thinking like a Psychological scientist
Anecdotal evidence= persoonlijke ervaringen en onsystematische observaties waaruit claims
getrokken worden.
Overeenkomsten en verschillen zien tussen wetenschappelijke claims en alledaagse claims is
noodzakelijk om betrouwbaarheid van claims te kunnen beoordelen.
Information age= mensen hebben toegang tot grote hoeveelheden informatie, de hele dag door. De
Kwantiteit van informatie is dus aan het stijgen maar de kwaliteit moet in de gaten gehouden
worden.
Hypothese= schatting over hoe de wereld werkt
Inductie= conclusies trekken uit specifieke observaties (kleine steekproef)
Accuracy= omschrijvingen en theorieën matchen observaties uit het dagelijks leven
Consistency= theorie heeft enkele uitzonderingen en vertoont overeenstemming met andere
theorieën binnen en over disciplines heen
Scope= in hoeverre een theorie verder gaat dan de huidige beschikbare gegevens en een breed scala
aan fenomenen verklaart
Simplicity= wanneer meerdere verklaringen even goed zijn in het verklaren van de gegevens, moet
de eenvoudigste worden gekozen.
Fruitfulness= de bruikbaarheid van de theorie in het sturen van nieuw onderzoek door het
voorspellen van nieuwe, testbare relaties.

Pseudoscience= alledaagse redenering
Karl Popper: Falsifiability= een claim kan ontkracht worden (kan getest worden)
-> claims die je niet kan testen (‘je gelooft niet echt’) zijn niet wetenschappelijk
Popper is tegen claims die niet ontkracht kunnen worden, deze claims kunnen niet verbeterd worden
waardoor het geen goede van kennis kan worden. (is bv. ook tegen claim van Freud dat mentale
ziekten hun oorzaak vinden in hun opvoeding, deze kan op 2 manier uitgelegd worden).
Wanneer alle dingen die niet waar zijn bewezen worden door de wetenschap blijft het ding wat wel
waar is over.

Wetenschappelijk onderzoek zorgt voor onzekerheden, dus op basis van 1 onderzoek zeggen we niet
dat een hypothese bewezen is maar zeggen we dat de resultaten de hypothese ondersteunen.
Onzekerheden komen doordat inductief redeneren gebaseerd is op waarschijnlijkheden= kwestie van
graad, ze kunnen zeer waarschijnlijk of onwaarschijnlijk zijn (bv. Weerbericht: ‘hoge kans op regen’->
geen bewijs).

Deductief redeneren= algemene theorieën testen a.d.h.v. toepassing op specifieke gevallen. Een
deductieve waarheid moet kloppen bij alle specifieke gevallen-> lang niet altijd mogelijk dus ook bij
deze vorm kan je vaak niet het woord ‘bewijzen’ gebruiken.
Goeie wetenschap hangt af van observaties die systematisch opgenomen zijn, hoge kwaliteit en
representatief zijn voor de populatie.

Null-hypothesis significance testing (NHST)= beoordeelt de waarschijnlijkheid dat de verzamelde
gegevens (de waarnemingen) hetzelfde zouden zijn als er geen verband bestond tussen de variabelen
in de studie. Null-hypothese= de twee variabelen hebben geen relatie
Alternatieve hypothese= de twee variabelen hebben wel een relatie -> 1 van de 2 neem je aan
Distribution= de spreiding van waarden
Accurate detection= conclusie onderzoeker is afspiegeling van de werkelijkheid
Type I fout= wanneer de onderzoeker concludeert dat er een verband is tussen twee variabelen
maar die er in werkelijkheid niet is.

, Type II fout= wanneer de onderzoeker concludeert dat er geen verband is tussen twee variabelen
maar die er in werkelijkheid wel is.
Fouten worden gevonden door het bepalen van de probability values (p-waarden)-> bepalen of een
bepaalde waarde toevallig is

Wetenschappelijke theorie= een alomvattend kader voor het begrijpen van bewijs met betrekking tot
een bepaald fenomeen. Een belangrijk onderdeel van goede theorieën is dat zij beschrijven,
verklaren en voorspellen op een manier die empirisch getest en mogelijk gefalsifieerd kan worden.

Thomas Kuhn (2012): wetenschap is een sociale activiteit is. Objectieve theorie of data bestaat niet;
alle wetenschap wordt beïnvloed door waarden. Verschil tussen facts (informatie over de wereld) en
Values (overtuigingen over hoe de wereld is/zou moeten zijn).
Levels of analysis= het idee dat een enkel fenomeen op verschillende niveaus tegelijkertijd kan
worden verklaard

Causality= de vaststelling dat een variabele een effect veroorzaakt
Correlation= de mate van verwantschap van twee of meer variabelen
Generalize= de mate waarin men conclusies kan trekken uit de bevindingen van een studie naar
andere groepen of situaties die niet in de studie zijn opgenomen

HC2. Sensation and Perception
Sensatie= Het fysieke proces gedurende welke onze zintuigelijke organen reageren op externe
stimuli
Transductie= omzetten van de ene vorm van energie (Fysieke energie bv. licht/geluid golven) naar
een andere vorm van energie (Elektrische stimulatie, vorm van energie die de hersenen begrijpen).
Perceptie= onze hersenen ontvangen elektrische signalen en begrijpen de stimulatie

Elk zintuig heeft een minimale stimulatie nodig om een stimulus waar te nemen (bv. je ruikt niet de
parfum van iemand als die aan de andere kant van het lokaal zit). Deze absolute drempel wordt
gemeten door signal detection= het voorleggen van stimuli van verschillende intensiteit aan een
onderzoeksdeelnemer om het niveau te bepalen waarop hij of zij op betrouwbare wijze stimulatie in
een bepaald zintuig kan waarnemen
Differential threshold/just noticeable difference (JND)= ons vermogen om het verschil tussen twee
stimuli van verschillende intensiteit te zien
Weber’s Law= grotere stimuli vereisen grotere verschillen om opgemerkt te worden

Bottom-up processing= wanneer we perceptie opbouwen uit de individuele stukken
Top-down processing= stimuli die we in het verleden hebben ervaren hebben invloed op hoe we
nieuwe prikkels verwerken
Sensory adaptation= wanneer een stimulus constant en onveranderlijk is, we worden minder
gevoelig voor die stimulus (bv. je voelt je kleding niet als je deze draagt).

Licht weerkaatst op een voorwerp in ons oog:
-> komt oog binnen door pupil (opening achter hoornvlies)
-> pupil regelt hoeveelheid licht wat binnenkomt door samentrekken bij fel licht en groter worden bij
minder licht
-> licht gaat door de lens die een beeld scherpstelt op een dunne laag cellen: het netvlies (retina)
Binocular disparity= het beeld dat op elke netvlies wordt gericht is vanuit een iets verschillende hoek
omdat we twee ogen hebben op verschillende locaties-> hierdoor krijgen we binoculair zicht (3D)
-> in het netvlies wordt licht omgezet in elektrische signalen door fotoreceptoren: staafjes
(vermogen om te zien bij weinig licht) en kegeltjes (vermogen om kleur en fijne details te zien)

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller anouk11. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.23  2x  sold
  • (0)
  Add to cart