- Type 1 = IgE gemedieerde reacties à meeste predominante allergieën waarvoor ook
diagnostische testen zijn
o Atopie!
- Type 2 en 3 allergische reacties zijn minder frequent à voor deze reacties zijn er bijna geen
diagnostische testen beschikbaar
- Type 4 allergische reacties (contrastallergie) komen vooral voor in de dermatologie
o In deze lessen vooral delayed drug hypersensitivity
Immuunsysteem functie
à Belangrijke functies!
- IS moet ons verdedigen tegen pathogenen, tumoren, schadelijke agentia à om dit te doen
moet het IS:
o Discrimineren tussen eigen en niet eigen à het IS mag niet reageren op auto-
antigenen, moet de eigen antigenen tolereren
o IS moet de gevaarlijke niet-eigen antigenen aanvallen MAAR het IS moet ook kunnen
discrimineren tussen de gevaarlijke en de niet-gevaarlijke
§ Bv melk is niet eigen en niet gevaarlijk à IS mag geen reactie vormen
§ Katten zijn niet gevaarlijk dus het IS mag geen reactie vormen tegen katten
o Bij een allergie zal het IS wel een reactie vormen tegen melk of katten = melk-allergie
of katten-allergie
à Immuunpathologische reacties: als het fout gaat, zijn er verschillende vormen
- Allergische reacties: abnormale immuunrespons die gericht is tegen een niet-eigen antigen =
allergeen à pollen, katten en honden, voedselallergieën,
huismijt, …
- Auto-immuunaandoeningen: ook een abnormale
immuunrespons maar die is gericht tegen eigen antigenen =
auto-antigeen à reumatoïde artritis, lupus, diabetes
mellitus, ziekte van Graves, …
- Auto-immuun aandoeningen: ook een abnormale IR maar
1
, Allergische reacties
à 4 types:
- Type 1: IgE gemedieerde reacties (vroeger anafylaxie
genoemd)
- Type 4: delayed type hypersensitivity bv op medicijnen
- Heel kort type 2 en 3 reacties à deze zijn minder
frequent + er zijn bijna geen diagnostische technieken om
deze te documenteren
- Type 1, 2 en 3 reacties zijn gemedieerd door antilichamen = humoraal
o Type 1: IgE
o Type 2 en 3: vooral gemedieerd door IgG
- Type 4 reacties zijn gemedieerd door T-cellen = cellulair
- Antigen tussen de reacties is anders
o Type1: soluble antigen
o Type 2: antigen dat geassocieerd is aan een matrix of plasmamembraan
o Type 3: soluble antigen à immuuncoplex vorming tussen IgG en soluble antigen
o Type 4: meestal presentatie van een antigen aan de T-cel door een
antigeenpresenterende cel à T-cel activatie is afhankelijk van MHC-presentatie
§ T-helpercellen en T-cytotoxische cellen
- Effect:
o Type 1: mastcel en basofiel activatie
o Type 2: meestal fagocytose of vernieling van de target-cel door NK-cellen
o Type 3: immuuncomplex reacties = complexvorming tussen antilichaam en antigen
o Type 4: cytotoxiciteit
2
,à Voor een allergische reactie heb je 3 condities nodig:
- Mechanischem: allergische reactie betrekt het immuunsysteem à zonder betrokkenheid
van het IS kan je geen immuunreactie krijgen
- Allergische reactie = reactie tegen een niet-eigen antigen (tegen iets vreemd)
- Je kan enkel over een allergie spreken als je kliniek hebt! Als er geen kliniek is, geen fenotype
en geen symptomen kan je niet over allergische reacties spreken
o Sensitisatie maar geen allergie
IgE GEMEDIEERD = TYPE 1
- Wat? Immuunreactie tegen een vreemd substraat (allergeen) en je hebt symptomen nodig
o Productie van IgE
o Zonder kliniek en zonder symptomen kan je niet spreken van een allergie! =
sensitisatie
- Wie? Iedereen!
o Atopics zijn meer vatbaar voor deze reacties
- Vroeger werden IgE gemedieerde reacties anafylaxis genoemd à anafylaxie is gerelateerd
aan het fenotype en niet aan het endotype
o IgE gemedieerde reacties = endotype (met activatie van mastcellen en basofielen)
o Kliniek die je krijgt van mastcellen en basofielen activatie kan je wel anafylaxie
noemen
Atopie
= genetische predispositie om IgE antilichamen te produceren tegen vreemde stoffen die, waarbij
een niet-atopisch individu geen antilichamen zou produceren of antilichamen van een andere klasse
die geen pathologie induceren (bv IgG)
- Wat zijn genetische determinanten en wat niet? Vatbaar zijn om specifieke antilichamen te
produceren is genetisch bepaald à het fenotype is niet bepaald, fenotype is niet
overerfbaar!
o Bv vader die atopisch is met astma door een kattenallergie en zoon heeft rhinitis en
conjunctivitis door een huistofmijtallergie à de kliniek (en oorzaak) is niet
overerfbaar!
- Symptomen die op atopie wijzen?
o Astma, rhinitis, conjunctivitis en atopische dermatitis
o Atopische individuen kunnen ook urticaria, angio-oedemen, anafylaxis, … krijgen
maar niet perse indicatief voor atopie
- Bv patiënt met een berkenpollen allergie en een kruisallergie voor pindanoten à
krijgtanafylaxie van pindanoten
o Hier is de anafylaxie gerelateerd aan de atopische status van de patiënt maar
anafylaxie op zich zal in een eerste geval niet wijzen naar een atopie
3
, - Grafiek: atopic march (atopic journey)
o Y-as: symptomen Ernst
o X-as: leeftijd
o Blauwe curve: aanwezigheid van atopische
dermatitis = 1 van de eerste klinische manifestaties
van atopie
§ In veel gevallen is dit gekoppeld aan een IgE
gemedieerde voedsel sensitisatie
o Rode curve: meest voorkomende voedselallergieën (of sensitisaties) bij kinderen
onder de 12 maanden zijn koemelk en eiwitten
§ In veel gevallen zullen de atopische dermatitis en voedselallergie verdwijnen
maar andere allergieën kunnen opkomen
o Paarse en groene curve: astma, rhinitis en conjunctivitis (= inhalatie allergieën) à
allergieën tegen inhalatie allergenen zoals huisstofmijt, katten, honden, pollen, …
komen later op
ð Het is niet altijd zo! Je kan ook rhinitis en conjunctivitis krijgen zonder ooit atopische
dermatitis gehad te hebben of je kan atopische dermatitis krijgen en later nooit astma,
rhinitis of conjunctivitis
- Atopie is een frequentie conditie: vandaag heeft ¼ kinderen van de
populatie (en dus ook volwassenen) een IgE gemedieerde allergie à de
meeste zullen allergische rhinitis en conjnuctiviis hebben (= hay fever) en
sommigen ook astma
Kliniek van atopie
- Atopische dermatitis = 1 van de eerste klinishce manifestaties
van atopie
o Heel lastige conditie want inflammatie van de huid die
heel hard jeukt, kan schilferig zijn, kan gesurinfecteerd
worden met impetigo
o Kind kan moeilijker slapen
o Moet behandeld worden!
o Atopische dermatitis komt niet enkel voor bij
kinderen maar kan ook bij volwassenen
o Kan ook zijn dat het gestart is net na de geboorte en
op 60 jaar nog altijd aanwezig is à mensen worden
soms suïcidaal door deze conditie die chronisch blijft
o Kan heel het lichaam aantasten
o Heel frequente locatie van atopische dermatitis zijn plooien à bv elleboogplooi, ook
gezicht en romp vaak aangetast door atopische dermatitis
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller pauliena. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $15.64. You're not tied to anything after your purchase.