Celdeling & Inleiding klinische genetica
Ma. 14 sep. 2020
De frequentie van celdeling varieert sterk per
celtype (bijv. lever slechts 1-2x per jaar, embryo
<20 min)
Sommige cellen delen helemaal niet meer:
hartspiercellen of neuronen (post-mitotische
cellen)
Celcyclus:
Interfase = everyday job, productie van RNA/eiwitten/hormonen/opname en afgifte van
stoffen. Cel bereidt zich voor op evt. nieuwe deling
grootste deel van de celcyclus
S-fase = DNA wordt gedupliceerd. Voorbereiding op celdeling.
G2-fase = voorbereiding op M-fase duplicatie van celorganellen + productie van eiwitten
die nodig zijn voor mitose (bijv. trekdraden).
M-fase (mitose) = deling van de cel, valt op te delen in de karyokinese (kerndeling
chromosomen evenredig verdeeld) + cytokinese (cytoplasmaverdeling celorganellen
wordt gedupliceerd)
o Profase: chromatine condenseert chromosomen worden zichtbaar. Centriolen
bewegen van elkaar af (bestaan uit microtubuli vormen 2 polen). Mitotische spoel
(spoeldraden)wordt gevormd door microtubuli. Kernmembraan begint te
degraderen.
o Prometafase: spoeldraden binden aan chromosomen (=centromeren)
chromosomen beginnen te bewegen. Kernmembraan is gedegradeerd.
o Metafase: kenmerkt zich doordat chromosomen netjes verdeeld liggen op
equatoriaal vlak.
o Anafase: chromatiden interactie wordt verbroken
spoeldraden trekken de zuster chromatiden uit
elkaar naar de twee polen. Chromosomen worden uit
elkaar getrokken (individuele chromosomen zijn nog
steeds duidelijk zichtbaar).
o Telofase: vorming kernmembraan. Contractiele ring
(insnoering) wordt gevormd. Chromosomen niet
meer individueel zichtbaar.
o Cytokinese: insnoering van ring wordt voltooid
cellen worden gescheiden van elkaar.
BELANGRIJK! Het cytoskelet is essentieel voor de mitose dit bestaat uit microtubuli en
actinefilamenten. Microtubuli vormen de spoeldraden, actine vormt de contractiele ring.
G1-fase = fase na mitose. Eventuele defecten in DNA worden gerepareerd. Productie van
enzymen die nodig zijn voor DNA-replicatie aanwezig. Na trigger (bijv. groeifactoren) S-
fase of differentiatie van cellen (= G0-
fase)
Er zijn een aantal checkpoints:
1. Tussen G1- en S-fase: GO-signaal
(groeifactor) nodig voor deling, geen
signaal? switch naar G0-fase
2. Tussen G2- en M-fase: Is DNA-synthese
correct afgerond?
3. In mitose: Zijn alle chromatiden aan
spoeldraden gebonden?
,
, Meiose = reductiedeling, gameetvorming, bijzondere celdeling want je
begint met diploïde cellen en eindigt met haploïde cellen. Er zijn twee
fases: I en II. Alleen in de geslachtsdelen.
DNA op weg naar de volgende generatie (doorgeven erfelijk
materiaal)
BELANGRIJK! De dochtercellen zijn niet identiek aan de moedercel!
crossing-over = uitwisseling tussen de twee homologe chromosomen,
waardoor 4 verschillende dochtercellen worden gevormd.
Hierdoor is er veel variatie aanwezig in de bevolking. Dit is een
bescherming tegen (recessieve) ziektes en aandoeningen.
Bij een verstoorde
meiose: non-disjunctie (= niet uit elkaar gaan van chromosomen) kan
leiden tot cellen waar een chromosoom te veel is (trisomie) of een
chromosoom te weinig (monosoom).
Kan zowel in meiose I als II optreden
Chromosoomafwijkingen zijn een belangrijke oorzaak van
infertiliteit, verminderde vruchtbaarheid en miskramen.
Kenmerken van Downsyndroom bij geboorte: hypotonie (lage
spierspanning), ruim nekvel, epicanthusplooi, vlak gelaat, ooglidspleten
schuin omhoog, klein middenkootje pink, lage neusbrug, relatief grote
tong, etc.
trisomie 21 (komt 1:1000 voor)
Translocatie = verplaatsing van chromosomaal materiaal
gebalanceerd (in totaliteit compleet) & ongebalanceerd (netto te
weinig of te veel materiaal)
Ontstaan van Downsyndroom:
1) Non-disjunctie (vaker in meiose I), vaak niet erfelijk.
2) Translocatie van een chromosoom 21 op 14, 13, 15, 21, 22, vaak wel
erfelijk.
3) Mozaïcisme, niet in alle cellen trisomie.
Bij 1) is herhalingsrisico laag, bij 2) is het hoger (met name als moeder
drager is). Vaak grotere kans bij hogere leeftijd van de moeder.
AANDOENINGEN HOEF JE NIET TE KENNEN
ALLEEN MEIOSE + CONSEQUENTIES VAN FOUTEN
HIERBIJ
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Isabel04. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.93. You're not tied to anything after your purchase.