In dit document kun je alle informatie vinden die je dient te kennen voor het tentamen staatsrecht. Door deze samenvatting heb ik een 8,2 gehaald voor het tentamen. Gegarandeerd succes dus!
Burgerlijk wetboek = art. 6:162 BW ( dat is dus boek 6 artikel 162 van het Burgerlijk wetboek)
Algemene wet bestuursrecht = art. 6:5 Awb ( dat is dus hoofdstuk 6 artikel 5)
Romeinse cijfers:
I= 1
V= 5
X= 10
L= 50
C= 100
D= 500
M= 1000
Systeem van het recht:
Nationaal recht = privaatrecht en publiekrecht
Privaatrecht:
Personen- en familierecht ( alles wat te maken heeft met huwelijken of met een vereniging
bijvoorbeeld)
Vermogensrecht (alles wat te maken heeft met het vermogen van iemand, bijvoorbeeld een
huis, etc)
Publiekrecht:
Staatsrecht (hoe de Tweede Kamer gevormd wordt en dingen die in de Grondwet staan)
Strafrecht (over wat we niet mogen in Nederland
Bestuursrecht ( hierin wordt de verhouding tussen jou en de overheid geregeld. Je wilt
bijvoorbeeld een kapvergunning voor in jouw tuin en hoe de overheid jou mag handhaven).
De Nederlandse staat:
Gemeenschap: Een groep mensen die een gemeenschap geboren, omdat ze geboren zijn in die
gemeenschap (afstamming) of omdat mensen op eigen verzoek de nationaliteit hebben verkregen.
Het zijn dus verschillende mensen met allerlei culturen en geschiedenis die zich met elkaar
verbonden voelen.
Grondgebied: het gebied wat we Nederland noemen grenzen aan Duitsland en België aan de
Noordzee kust. Begonnen in 1815 ongeveer, maar na de Tweede Wereldoorlog helemaal.
, Gezag: de macht die de overheid heeft over de gemeenschap in het grondgebied van Nederland. In
Nederland ligt dat bij de politie. Zij zijn de enige die geweld mogen gebruiken.
Wat is een staat nou eigenlijk?
Een staat is een gemeenschap van mensen op een bepaald grondgebied waarover een organisatie
het hoogste gezag uitoefent.
Nederlandse Koninkrijk bestaat uit Nederland en Nederlandse Antillen. Een deel van de Nederlandse
wetten is ook van toepassing op de Antillen (Aruba, Curaçao en Sint- Maarten en de eilanden:
bonaire, sint eustatius en Saba)
Nederlanders en niet Nederlanders
Nederlanders zijn burgers met de Nederlandse nationaliteit. Je bezit het Nederlanderschap:
Vrije toegang tot Nederland
Nederlandse wetboek van strafrecht blijf van toepassing op jou
Genieten van bescherming (bijvoorbeeld als je in gevangenis terecht komt buiten Nederland)
Je wordt niet zomaar uitgeleverd aan andere staten
De grondwet geeft de burgers recht om te kiezen en gekozen te worden
Sommige openbare functies kunnen alleen door Nederlanders vervuld worden
Alle Nederlanders kunnen aanspraak maken op de voorzieningen op uitkeringen etc. mits zij
daarvoor in aanmerking komen.
Vreemdelingen= burgers zonder Nederlandse nationaliteit
Verkrijging Nederlanderschap:
Naturalisatie= het verkrijgen van Nederlanderschap oftewel de Nederlandse nationaliteit.
Systeem van het recht: onderverdeling van het recht
Het recht kan je op verschillende manieren onderverdelen:
Internationaal vs nationaal recht: internationeel verdrag van twee landen of meer.
Privaatrecht vs publiekrecht: privaatrecht is een verhouding tussen overheid en burgers. Publiekrecht
is een verhouding tussen burgers onderling. In sommige gevallen heb je ze beide nodig.
Dwingend vs aanvullend recht: Dwingend kan je er niet van afwijken en sommige mogen gewijzigd
worden. Bijvoorbeeld door een CAO die mag iets aanvullen.
Wet in formele zin vs wet in materiele zin: wet in formele zin zegt iets over hoe de wet tot stand is
gekomen. Door de eerste en tweede kamer aangenomen. Materieel zegt iets over de inhoud e het is
algemeen van toepassing. Soms kan een wet onder beide vallen, maar ook onder geen van beide.
Objectief vs subjectief recht: objectief geldt voor iedereen en subjectief is specifiek voor een persoon
of voor een groep mensen.
Materieel vs formeel recht: materieel is het recht dat voor mensen praktisch geldt (bijv. verbod om
te stelen) formeel is het recht hoe je regels moet handhaven.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller yakrouh. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.22. You're not tied to anything after your purchase.
